Carlo Fritschy - 25 januari 2018

Camera altijd om mijn nek

Carlo Fritschy is een bekend gezicht bij KDO waar hij werkt als kantine- en complexbeheerder. In zijn vrije tijd maakt hij graag foto’s. Vorige kandidaten Gé en Simon willen hem vragen hoe hij bij zijn hobby fotografie is gekomen?

‘Vier jaar geleden heb ik een spiegelreflexcamera van Canon gekocht. Van mijn kinderen en kleinkinderen kreeg ik een cursus fotografie en toen ben ik geïnfecteerd met het virus. Ik heb boeken gehaald uit de bibliotheek en me aangemeld bij fotogroepen op Facebook, daar heb ik veel van opgestoken. Ik weet nu waar ik op moet letten. Als ik een foto van drie jaar geleden zie, zie ik veel verschil in de compositie, het totaalplaatje. De foto’s spreken veel meer en vertellen een verhaal.’

Waar maak je foto’s van?
‘Van alles wat ik zie. In mijn vrije tijd hangt de camera altijd om mijn nek. Ik mag graag op de fiets stappen om onderweg foto’s te maken, van de kleinste dingen in de natuur, van mooie luchten. Als je een foto neemt vanaf een bepaald punt met een rietpluim of vlag op de voorgrond, komt het beeld nog beter uit. Ik houd van de zonsopgang en zonsondergang. Ik neem vaak het Jaagpad langs de Amstel, daar is het elke keer weer anders. Ik kan een bloem zo fotograferen, dat ik je denkt dat je op vakantie bent. Ook maak ik graag straatfoto’s, omdat je bepaalde emoties in de mensen ziet, die probeer ik te vangen. In het verleden ging ik steden bezoeken zoals Amsterdam of Leiden. Of we gingen een weekendje naar Groningen, dan ging mijn vrouw winkelen en ik vermaakte me wel. Tijdens het wandelen, liep mijn vrouw al verder, dan stond ik nog ergens bij een paddenstoel. We zijn op vakantie naar het Groene Woud geweest, daar was een grasveldje met bloemen. Dan ga ik op de grond liggen en zie ik de mooiste dingen op een vierkante meter. Ik zie eigenlijk teveel. Op een gegeven moment kon ik alleen nog maar in foto’s denken. Nu laat ik mijn camera ook weleens bewust thuis.’

Wat doe je met je foto’s?
‘Vroeger plaatste ik vijf foto’s per dag op Facebook, maar daar ben ik nu te druk voor. Ik doe weleens mee aan fotowedstrijden en ben een paar keer eervol genoemd. Dat is leuk, maar daar is het mij niet om te doen. Ik heb een eigen fotopagina CFY photographic moments.’

Hoe ben je bij KDO terecht gekomen?
‘Ik heb hier vijftien jaar rondgelopen als leider en trainer van de junioren. Ik ben begonnen toen mijn zoon hier kwam voetballen. Hij is naar het eerste gegaan, maar ik wilde geen leider van het eerste worden en ben bij de junioren gebleven. Toen attendeerde mijn schoonzoon me erop dat ze een kantinebeheerder zochten. Er was iemand die de sporthal en de kleedkamers onderhield, maar die ging met pensioen. In het begin werd dat door vrijwilligers opgevangen, maar dat was niet meer haalbaar. Dus ben ik ook complexbeheerder geworden. De afwisseling is prettig. Ik werk 28 uur bij KDO en daarnaast heb ik een baan in de bloemen. Dinsdagavond is mijn vaste avond, dan sta ik achter de bar. Namen weet ik nog niet, maar ik weet precies wat ze drinken. Ik vind het contact met de mensen leuk. Even iemand gezond in de maling nemen, daar geniet ik van. Ik heb er plezier in en dat krijg ik terug. Op woensdag en donderdag doe ik het onderhoud van de zaal. Daar geniet ik ook van als alles weer mooi schoon is. Er zit niemand in mijn nek te hijgen. Ik mag zelf bepalen wanneer het gebeurt, als het maar gebeurt. Ik ben een soort eigen baas in loondienst.’

Wat deed je hiervoor?
‘Er loopt horecabloed door mijn aderen. Ik ben in het café geboren. Mijn ouders waren eigenaar van restaurant de Oude Smidse in Ouderkerk aan de Amstel. Vanaf het moment dat ik kon lopen, heb ik lege glazen opgehaald en flesjes gesorteerd. Ik ben begonnen als kelner. Toen kwam er een functie vrij in de keuken en daar ben ik niet meer weggegaan. Ik heb er leuke herinneringen aan. Wat me hier aansprak bij KDO was hetzelfde gevoel als ik had bij mijn voetbalvereniging in Ouderkerk. De saamhorigheid, dat dorpsgevoel. Ik woon in Kudelstaart, maar loop hier nu zo lang, dat ik ben verkwakelt. Ik breng mijn ervaring mee in mijn werk bij KDO. Ik ben gezondere dingen aan het inbrengen. Ik heb het broodje van de week geïntroduceerd en dat slaat aan. Bij het klaverjassen krijgen ze een lekker hartig hapje. Er is ruimte om dingen te veranderen, maar ik wil het langzaam opbouwen. Ik kom in een bedrijf dat al gesmeerd loopt, dan wil ik niet het zand in de motor zijn. We moeten het met z’n allen doen.’

Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Demi Kwint. Zij helpt achter de bar en geeft handbal trainen. Het is een positieve meid en ik vind het knap hoe ze dat kan overbrengen op die meiden. Ik wil haar vragen of ze door wil blijven gaan met trainen geven.’

(Bron: 25-1-2018, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)