Corianne Wils - 5 april 2017

Laten meegenieten van mooie plek

De Kwakel - Corianne Wils haalt net een verse cheesecake uit de oven, want het nieuwe seizoen van Theetuin (H)eerlijk is weer begonnen. Ze begon de theetuin tien jaar geleden in haar eigen tuin aan het Jaagpad naast de Tolhuissluis. Vorige kandidaat Cindy Buijsse vraagt haar of ze het nieuwe seizoen met net zoveel energie begint als tien jaar geleden of wordt het elke week taarten bakken routinematig?

‘We komen elke keer met wat nieuws, daardoor blijft het afwisselend en behoud ik mijn enthousiasme. We brengen regelmatig veranderingen aan op de kaart. Daar betrek ik de meisjes die me helpen ook bij. Sommige taarten heb ik al vaak gemaakt, maar het voelt niet als routine. En er komen steeds nieuwe groepen mensen, dus dat houdt het ook leuk. In de winter zijn we dicht, dan bouwen we iets bij en knappen we dingen op. Begin januari begint het alweer te kriebelen.’

Waarom ben je met de theetuin begonnen?
‘We komen uit Brabant, maar mijn man kreeg een baan in ’t Gooi en ik ging werken in Amsterdam. We hebben in Baarn gewoond, maar daar hadden we maar twee slaapkamers. We wilden graag in Haarlem wonen, maar een betaalbaar huis was te klein voor twee kinderen. We zochten in een straal van twintig kilometer en kwamen uit bij dit huis. We hadden ook in een oude molen of kerk kunnen wonen. Dit huis is tweehonderd jaar oud en was erg gedateerd, maar daar moet je doorheen kunnen kijken. We zijn vooral gevallen voor het plekje. Op een dag zat ik hoogzwanger van de tweede in het zonnetje in de tuin. Ik zag al die fietsers, wielrenners en wandelaars voorbijkomen op zoek naar een leuk plekje om te zitten. Het pelgrimspad naar Santiago komt hierlangs. Veel fietsknooppuntroutes komen langs het sluisje en ook een langeafstandsroute van Amsterdam naar Brussel. Ik wilde hen laten meegenieten van ons mooie plekje. Ik werkte op dat moment bij V&D, maar had het niet meer zo naar mijn zin. Ik wilde graag iets aan huis gaan doen, want het is fijn met jonge kinderen om thuis te zijn. Zo is het idee ontstaan.’

Hoe vindt je het nu al die mensen in je tuin?
‘Het heeft voor- en nadelen. We hebben een stukje privétuin, een plekje voor onszelf, waar mijn man buiten kan zitten en mijn kinderen op de trampoline kunnen spelen. We zijn niet de hele week open, alleen in het weekend. Maar ik ben vijf dagen in de week aan het werk met bijvoorbeeld inkopen doen en taarten bakken. Het eerste weekend van de maand zijn we gesloten, dan gaan we iets doen met het gezin. We houden van kamperen. De winter gebruiken we om op vakantie te gaan en te verbouwen. We zijn nu bezig met het pand naast ons. Daar gaan we een bed and breakfast beginnen met drie kamers.’

Weet je hoeveel taarten je moet bakken?
‘Het blijft koffiedik kijken. Het ligt aan het weer hoe druk het wordt. Ik begin het seizoen met tien taarten, maar in het hoogseizoen gaan er in een weekend wel dertig taarten doorheen. Als ik de spullen in huis heb, kan ik zaterdagavond nog een taart bakken. Het is weleens gebeurt dat de laatste taart om twee uur uit de oven kwam en dat ik de wekker om vier uur zetten om de taart nog in de koelkast te zetten. Er zijn taarten waar de mensen voor terugkomen, zoals de appeltaart, daar mag niets aan veranderd worden. De citroen-kokostaart wordt vaak naar gevraagd. Ik heb een keer een rode bieten-chocoladetaart geprobeerd. Het leukst om te maken vind ik de rabarber-kruimeltaart met rabarber uit eigen tuin.’

Je gebruikt biologische en fairtrade producten?
‘De naam van de theetuin is (H)eerlijk. Mensen roepen vaak: ‘heerlijk’, over zowel de tuin als de taart en wij hebben vanaf het begin gezegd dat we voor eerlijke producten willen kiezen. De thee die ik gebruik is van Mr. Jones, twee jongens uit Amsterdam. Ook heb ik speciaal voor de theetuin een eigen theemelange samengesteld bij pluktuin Pluktea in Boskoop. Met kandij en honing erbij is dat een echte theebeleving. Voor het tienjarige bestaan hebben we bidons laten drukken van biologisch afbreekbaar materiaal. Mensen kunnen die kopen tegen kostprijs en gratis laten vullen met kraanwater. Als ze dat doen, storten wij een euro op de Plastic Soup Foundation. Zo proberen we de wereld een beetje beter te maken.’

Wat doe je om zelf te ontspannen?
‘Ik rijd paard op een manage in Aarlanderveen. Het is het enige momentje voor mezelf en dat is me heilig. Ik rijd op de Fjord Marieke en krijg dressuurles. Ik heb een keer mijn ribben gebroken met springen, dus als we moeten springen doe ik niet mee. Ik heb toch de verantwoordelijkheid voor de theetuin. Ik heb een dochter van twaalf en een zoon van elf jaar. Ze gaan nu zelf op de fiets naar school en sport, dat geeft me meer vrijheid. Ik kan me niet voorstellen dat de theetuin de hele week open zou gaan. Misschien alleen voor hightea’s, maar dat beslis ik per seizoen. Ik blijf de theetuin doen, zolang ik het leuk vind.’

Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Judith van Walraven. Ik kocht onlangs een tas in haar winkel en ze vertelde dat een deel van de opbrengst naar de Merel Munt Foundation voor gehandicapte kinderen gaat. Mijn vraag aan haar is: wat zou volgens jou het Oude dorp nog aantrekkelijker kunnen maken voor bewoners en bezoekers van buitenaf?’

(Bron: 5-4-2017, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)