Frans van Zaal - 03 juli 2008

Elke week wordt een Uithoornaar of Kwakelaar door het Witte Weekblad geïnterviewd. Hij of zij nodigt een opvolger uit en bedenkt de eerste vraag. Vorige week nodigde Ruud Pouw Frans van Zaal (63) uit, een echte Kwakelaar. Hij komt uit een tuindersfamilie, met in totaal tien kinderen. Frans is getrouwd en heeft zelf twee kinderen en vijf kleinkinderen, die volgens hemzelf zijn grootste hobby zijn. Frans was directeur van Frans van Zaal Totaaltechniek en werkt er nog steeds. Hij heeft veel gedaan voor de tuinbouwsector op het gebied van de technische vooruitgang. Ruud wil weten of hij nog een innovatie in het vooruitzicht heeft, en of Frans denkt dat kwekers beter hun heil in het buitenland kunnen zoeken vanwege de hoge energieprijzen of dat er nog mogelijkheden zijn in ons land.

Op de eerste vraag antwoordt Frans: "Om te beginnen vond ik het een verrassing, maar wel een leuke, dat Ruud me heeft gevraagd. Er heeft zeker een verschuiving plaatsgehad binnen de sector. Veel kwekers gaan inderdaad naar het buitenland, maar het is absoluut mogelijk om in Nederland te blijven. Er zijn vele nieuwe technieken om de kosten lager te houden maar het grote probleem is dat die technieken nog erg kostbaar zijn. Vergelijk het maar met een LCD-televisie die op de markt komt en erg duur is, maar na een aantal jaren, als de ontwikkeling makkelijker en goedkoper wordt, minder duur is.

Binnen de sector is het tegenwoordig mogelijk om de warmte die in de zomer vrijkomt om de kas koel te houden, op te slaan en in de winter te gebruiken. In feite wordt in de zomer de warmte uit de kas getrokken en opgeslagen in een reservoir, 100 meter onder de grond. Zo'n reservoir noemen we een Aquifair. Zo kan een kas tegen lagere energiekosten worden verwarmd. Het vervelende is dat de technieken nu nog kostbaar zijn. Eigenlijk zouden de brandstofprijzen nog verder moeten stijgen, zodat kwekers de overstap durven te maken naar deze techniek. De reden is dat kwekers nu de noodzaak van deze ontwikkeling nog niet inzien, maar als de brandstofprijzen de pan uit rijzen, zullen ze wel moeten. Dan zijn we eigenlijk te laat met de beoogde ontwikkeling. De overheid kan dit stimuleren door middel van subsidies om de verdere ontwikkeling van het product in gang te zetten; daardoor kan de techniek verder ontwikkeld worden en kan er ook aan het verfijnen ervan gewerkt worden. Zo wordt het proces in gang gezet en dat is goed voor de sector.

Deze innovatie is één van de nieuwste technieken op het gebied van de tuinbouw. Zelf dacht ik twintig jaar geleden ook dat het gebeurd was met de Nederlandse bedrijven en dat er voor het kweken naar het buitenland uitgeweken moest worden, maar inmiddels weet ik beter. Ook de meerlagenteelt is een belangrijke ontwikkeling die financieel veel voordeliger is. Het gaat erom om alle kleine ontwikkelingen samen te voegen tot een groot geheel. Door alle kleine ontwikkelingen op technisch gebied optimaal te benutten, krijg je technische vooruitgang; mis je één kleine innovatie, dan wordt het effect ook niet bereikt. Voor mij is het technische gedeelte van een kwekerij altijd een hobby geweest waarvan ik mijn werk heb kunnen maken."

Hoe bent u begonnen met het bedrijf en hoe is de ontwikkeling gegaan?

"Ik heb een technische opleiding gevolgd en zou in Zuid-Afrika gaan werken, maar ik moest wachten op een visum. Mijn buurman, Jan Hoogerwerf, vroeg me of ik wilde helpen met lassen bij een kas. In die tijd was ik zes weken bezig met een kasje, werk dat nu in drie dagen gedaan wordt. Via de ene buurman meldde zich een tweede en ondertussen leerde ik ook mijn vrouw kennen. Het hele Afrika-verhaal liet ik varen. Inmiddels is het bijna 40 jaar geleden dat ik mijn bedrijf startte. We begonnen met verwarmingssystemen voor de kassen en 20 jaar geleden hebben we interne transportsystemen voor de kassen ontwikkeld. Dat zijn transportsystemen waarmee containers met planten automatisch worden verplaatst naar bijvoorbeeld een verwerkingsruimte. Ik ben alleen begonnen, het bedrijf is langzaam gegroeid. Twintig jaar geleden werkten er zo'n 20 mensen. We moesten er werk bij zien te krijgen op een ander vlak omdat we anders te gevoelig waren qua bestaansrecht.

Door de innovatie konden we een nieuwe tak bedienen. Er bleek binnen de sector vraag te zijn naar het besparen in arbeid; minder mensen met een hoger rendement. Inmiddels beslaat het verwarmingsgebeuren nog maar 30 procent van de totale omzet van het bedrijf. Nu werken er 120 mensen en kunnen klanten wereldwijd zeven dagen per week een beroep op ons doen. Een idee ontstaat bij ons vooral door de vraag. Een kweker wil van ons weten hoe hij arbeid kan besparen. Daar gaan we dan over nadenken en ik verdiep me in het bedrijf. Soms heeft een kweker zelf al een idee, maar weet het niet uit te voeren. Wij gaan aan de slag om zijn idee om te zetten in een innovatie. Nu lossen we storingen wereldwijd per computer op, maar vroeger moesten onze mensen ter plaatse het probleem verhelpen. Ons bedrijf is binnen de sector een mooi bedrijf en dankzij het team kunnen we in de toekomst nog veel bereiken."

Wat kunt u zeggen over het resultaat van de automatisering binnen de sector zoals u dat heeft ervaren?

"Wat ik vooral heb gemerkt, is dat veel kwekers de automatisering tekort hebben gedaan. Voor kwekers is het een grote investering en die doe je niet zomaar. De ervaring leert echter dat veel kwekers achteraf zeggen: 'Had ik het maar eerder gedaan'. Wat acht jaar terug 'leuk' was, is nu een directe noodzaak om bij te blijven. Daarom lijkt het vreemd om te zeggen dat de energieprijzen omhoog moeten, maar dan zullen kwekers, ook al nemen ze me dat niet in dank af, wel moeten investeren en kunnen ze overleven. Eén van onze nieuwste innovaties is een robot voor de kas die op 150 meter afstand via een lasermeting een rij planten, dus geen hele container, eruit kan kiezen.
De robot schiet letterlijk door de kas en kan planten selecteren. Het voortraject om deze innovatie te kunnen realiseren, duurt al een jaar voordat er echt iets te zien is. Door deze innovatie kunnen in de toekomst veel dingen worden bereikt, zoals het selecteren van zieke planten via een meerijdende camera en deze selectief behandelen. De techniek gaat gewoon door als de branche de kans krijgt zoiets te ontwikkelen. Door zulke ontwikkelingen wordt het werk in een kwekerij ook anders.
Mensen krijgen ander werk dat minder eentonig is. Geen plantjes stekken de hele dag, maar je tijd benutten met andere zaken."

U bent geen directeur meer, maar werkt nog wel: Heeft u ook tijd voor (andere) hobby's?

"Mijn werk is mijn hobby, maar ik ga ook graag naar Noorwegen op vakantie en vogels spotten in de natuur of bergwandelingen maken. Natuurlijk zijn de kleinkinderen mijn grote hobby. Verder wil ik graag kwijt dat de Kwakelaars die zoveel voor de gemeenschap doen qua organisatie en altijd bezig zijn voor andere mensen, bij mij enorme bewondering oogsten. In de tijd dat ik begon met werken, kreeg ik van veel oudere kwekers de kansen om mijn bedrijf tot een succes te maken en ik wil zeker in de toekomst ook iets terug doen voor De Kwakel!'

Wie wilt u uitnodigen voor het volgende Kettinggesprek en wat wilt u vragen?

"Ik wil graag Theo Vlasman uitnodigen. Theo is een harde werker die daarnaast ook zijn vrouw verzorgde. Ik heb hem leren kennen in de tijd dat ik net met mijn bedrijf was begonnen. Hij is één van de vele Kwakelaars die me geholpen hebben met het opstarten van mijn bedrijf en hij heeft me eens gered toen ik alleen, achterin het land, vast kwam te zitten aan een kabel van een laskar die onder 380 volt stond en ik daardoor bijna het leven liet. Inmiddels heeft zijn zoon zijn kwekerij overgenomen. Ik wil hem vragen hoe hij het kwekersleven, alle nieuwe technische ontwikkelingen, binnen de sector heeft ervaren. Hoe kijkt hij terug op het bedrijf dat hij vanaf de grond af heeft opgebouwd en nu door zijn zoon wordt gerund?

Witte Weekblad tekst: Samira Fiesler Foto: Patriek Hesse, Visionquest