Jetze Plat - 4 Februari 2016

De Kwakel - Met zijn handbike heeft Jetze Plat al diverse prijzen gewonnen. Hij werd vier keer Nederlands kampioen wegwedstrijd, stond op het podium bij de Wereldkampioenschappen en werd vierde bij dit onderdeel op de Paralympics in Londen. Nu bereidt hij zich voor op de Paralympics in Rio de Janeiro. Vorige kandidaten Alex en Stacy van der Veldt willen hem vragen hoe zijn voorbereidingen voor 2016 eruit zien.

‘Vanaf mijn geboorte heb ik een afwijking aan mijn benen. Mijn kniebanden van mijn linkerbeen missen en ik heb een verkort bovenbeen. Rechts heb ik een complexe beenamputatie en draag ik een prothese. Ik kon niet op een gewone fiets rijden en ging dus naar school in De Kwakel met een handbike. Op mijn twaalfde kwam ik in aanraking met de handbike sport. De eigenaar van Double Performance, een bedrijf in handbikes, zei dat ik lichamelijk geschikt was om aan wedstrijden mee te doen. Hij heeft mij begeleid en de basisprincipes bijgebracht. Ik vond het spannend. Maar ik ging steeds sneller en raakte bekender met het wereldje. In 2011 haalde ik de A-status. Dat wil zeggen dat ik een basisinkomen uit het sporten kreeg. Ik werkte parttime bij Double Performance, maar toen moest ik de keus gaan maken of ik bij de top 6 wilde blijven horen of de beste van de wereld wilde worden.’

En je koos om ervoor te gaan?
‘Mijn hele leven staat in het teken van sport. Het is mijn werk en mijn passie. Ik laat er dingen voor, maar ik mis niets. Ik krijg er veel voor terug. Weinig mensen van vierentwintig jaar hebben al zoveel van de wereld gezien. In 2012 heb ik meegedaan aan de Paralympics in Londen. Daar werd ik vierde. In 2013 was ik wat bekender geworden en werd ik gevraagd voor clinics en presentaties. Daar haalde ik veel voldoening uit. Sinds 2013 doe ik ook triatlon. Dat sluit naadloos bij elkaar aan. Ik train elke dag. Zwemmen doe ik in Aalsmeer, evenals krachttraining. Fietsen doe ik in mijn omgeving. Vroeger maakte ik een rondje van vijftien kilometer. Nu is dat rondje mijn warming up. Soms train ik in Papendal of in Doorn. Ik heb een heel team om me heen. Guido Vroemen is mijn hoofdtrainer. Hij maakt mijn jaarplanning en trainingsschema. Met elkaar zorgen zij ervoor dat ik op mijn best kan presteren.’

Hoe ziet komend jaar eruit voor jou?
‘Het WK is een keer per jaar. Dat is een belangrijk moment. De Olympische Spelen zijn eens in de vier jaar. Dat is het moment waarvoor je alles aan de kant zet. Als je daar goud wint, hoor je er echt bij. Ik ben tweevoudig Europees kampioen triatlon. Bij het WK handbiken werd ik tweede. Bij de triatlon lag ik op koers voor goud, maar ik kreeg twee lekke banden, dus dat was zuur. Op 24 juli is de WK triatlon in Rotterdam. Ik kan daar niet teveel risico’s nemen, omdat twee maanden later de Paralympics zijn. Maar een WK is een WK, daar wil je zeker winnen. Voor de Paralympics zijn zes startplekken voor de mannen. Alleen de beste atleten mogen ons land vertegenwoordigen. Daarom zijn er een aantal kwalificatiemomenten. Ik ga ervanuit dat ik mag gaan, maar ik moet het nog laten zien door goed te presteren. Ik sta er goed voor om bij zowel de handbike als de triatlon te starten.’

Wat vind je ervan dat de Olympische Spelen in Brazilë zijn?
‘In januari ben ik al in Rio geweest om het parcours te bekijken. Een parcours is steeds anders. Het parcours in Rio is helemaal vlak, dus dat gaat op een moordende eindsprint uit lopen. Een zwembad is altijd hetzelfde. Wij hebben geen problemen met de kwaliteit van het water, dat is op een andere locatie. De triatlon wordt gehouden op 10 september. Handbike is van 14 tot 17 september. De tijdrit is ongeveer veertien kilometer. De wegwedstrijd is zestig kilometer. Daar heb ik alles op gezet. Het draait allemaal om één moment. Het is goed dat ik er geweest ben. Er wonen zestienmiljoen inwoners in de stad. Het is er niet superwarm, maar de luchtvochtigheid is hoog. Het is een heel andere cultuur met een groot verschil tussen arm en rijk. Het ene moment loop je in een superluxe winkelcentrum en tien kilometer verderop zijn de favela’s waar mensen in kleine hutjes wonen. Maar als ik daar in september ben, zie ik alleen de datum waarop ik moet presteren. Als sporter heb ik daar toch geen invloed op.’

Heb je nog tijd voor andere bezigheden?
‘Motorcross vind ik heel gaaf. Ik heb een technische opleiding gedaan en was altijd bezig met brommers en motoren. Maar het is een hobby waar je veel risico mee loopt. Dus ik kan het alleen doen in oktober, tussen de seizoenen. Als sporter probeer ik de limiet te zoeken, maar ik heb hierbij niet de ambitie om vooraan te rijden. Dit is puur voor de fun. Ik heb een vriendin. Zij woont nog bij haar ouders, want voor haar is het ook moeilijk dat ik soms weken weg ben of heel vroeg naar bed ga, omdat ik zwaar getraind heb. Na Rio ga ik het rustiger aan doen, geef ik mezelf iets meer vrijheid. Maar ik ben nog jong en hongerig genoeg. Ik ga door voor Tokio in 2020.’

Wie wil je als volgende kandidaat vragen?
‘Mexs Schellingerhout. Mexs is een jonge jongen, die weet wat hij wil. Mijn vraag aan hem is: Je bent actief in de wind/kite/surfsport en hebt zelfs al je eigen bedrijfje. Hoe zie jij jezelf over 10 jaar?’

(Bron: 4-2-2016, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)