Jos Bouma - 6 Mei 2015

Uithoorn - Meteen na de Kweekschool begon Jos Bouma als leerkracht op de Robert Kennedyschool in De Kwakel. In 1990 volgde hij de directeur op. Die tijd vormde zijn mooiste jaren, maar tegelijkertijd was het de zwartste periode uit zijn leven. In 2007 werd hij bovenschools directeur van de Stichting Katholiek Onderwijs De Kwakel. En nu neemt hij afscheid. Vorige kandidaat Corinne Boswijk wil hem vragen hoe dat voelt en welke dierbare herinneringen hij heeft.

‘Het is tweeledig. Het is een vreemd gevoel om na zoveel jaren gewerkt te hebben, straks de hectiek van alle dag te moeten missen. Ik moet het nog gaan ervaren. De tijd zal het uitwijzen. Maar ik was al gewend aan het idee. Het zat al vanaf begin 2013 in de pen.’

Was De Robert Kennedy uw eerste school?
‘Ik kwam rechtstreeks van de Kweekschool. De Robert Kennedy was toen nog een lagere school. Er waren twee aparte kleuterscholen. Het was een grote school voor die tijd. Het accent in het onderwijs lag op lezen, schrijven en rekenen. Er was meer sprake van kennisoverdracht. Nu wordt een veel breder pakket aangeboden. Op zich is dat positief, maar het gaat wel ten koste van de diepgang. In 1985 werd de stap gezet naar het basisonderwijs. Ons gebouw werd vergroot en het Hoofd der School werd daarna directeur genoemd. Ik heb dierbare herinneringen aan de afscheidsavonden, fancy fairs, vieringen en sluitingen die we organiseerden. Het waren de krenten in de pap. De fancy fair werd een keer in de twee jaar een heel weekend gehouden. Daar kwam het hele dorp op af. We haalden zo’n € 20.000 op. Dat bedrag werd besteed aan extra leer- en hulpmiddelen.’

Hoe was uw periode als directeur?
‘De jaren tachtig kenmerkten zich door de crisis. De mobiliteit in het onderwijs was beperkt. Ik wilde wel een stapje zetten, dus toen de directeur wegging heb ik gesolliciteerd. In die tijd trok het leerlingenaantal aan. Het is mijn mooiste tijd, maar tegelijkertijd de zwartste periode geweest. Toen ik drieënhalf jaar directeur was kreeg ik buiten mijn schuld een ernstig ongeluk, waarbij mijn moeder en zoon om het leven zijn gekomen. Dan leer je je team goed kennen. De warmte en de saamhorigheid die ik toen ervaren heb, hebben ervoor gezorgd dat ik erdoor heen gekomen ben. Ook de geweldige steun van het dorp De Kwakel heeft ervoor gezorgd dat ik het gered heb. Adjunct-directeur Jos Hoogeveen is mijn steun en toeverlaat geweest. Hij was van enorme betekenis in de tijd dat ik moest overleven. Het collectieve sprong er bovenuit. Mijn motto was: scholen maken mensen en mensen maken scholen. We waren bezig om mensen voor te bereiden op de toekomst, zodat ze hun plek konden vinden in de maatschappij en sociaal vaardig werden. Het is meer dan alleen leren, maar ook samen vieren en samen delen. Met het team zorg je ervoor dat er iets goeds ontstaat. De school heeft een belangrijke plek in het dorp.’

Waarom werd u daarna nog bovenschools directeur?
‘Het leerlingenaantal bleef stijgen. We bouwden Villa Kwakelbont achter ons gebouw omdat het aantal leerlingen niet meer paste. Toen zijn er plannen ontstaan voor een nieuw gebouw. Ook waren er veranderingen vanuit de overheid. De school werd meer een bedrijfsmatig gerund. We moesten ons steeds meer gaan bezighouden met wet- en regelgeving, financiën, personeel en overleg met gemeenten, inspecties en het ministerie. In 2007 werd ik doorgeschoven als bovenschools directeur, zodat de schooldirecteuren zich primair bezig konden houden met onderwijs. In de beginjaren vond ik het een eenzaam beroep. Ik ben graag tussen de mensen en miste de reuring. Maar ik heb er veel van geleerd. Doordat het leerlingenaantal nu weer daalt en de scholen kleiner zijn geworden, worden mijn taken verdeeld onder de twee zittende directeuren en worden er taken uitbesteed. Officieel stop ik per 1 mei, maar ik ben nog zeker nog een aantal weken bezig met afronden.’

Wat gaat u daarna doen?
‘Ik houd van fietsen. Ik ging elke dag van Loenersloot naar De Kwakel op de fiets. Ik ben ook een recreatieve sportfietser. Op mijn racefiets maak ik graag langere of meerdaagse tochten. Ik woon in een buitengebied. Achter mijn huis heb ik een grote moestuin. Daar ben ik heel druk mee. Ik knutsel graag, ik ben niet echt een vakman, maar gewoon wat in en om het huis. Ik houd van reizen naar verre landen. Op korte termijn gaan we naar Costa Rica. Daar zijn we weleens geweest, maar te kort, dat was echt adembenemend. We willen ook nog graag naar Australië en Nieuw-Zeeland en naar het Verre Oosten zoals Vietnam en Thailand. Mijn vrouw werkt in de zorg, maar gaat per 1 augustus stoppen. Ik denk niet dat ik in een zwart gat zal vallen.’

Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Peter Hoogenboom. Ik ken hem al heel lang. Hij is vijftien jaar bestuurslid geweest van de Stichting Katholiek Onderwijs De Kwakel. Hij is actief in tal van verenigingen en stichtingen zoals de UWTC, het Alkwin Kollege en de voedselbank. Ik vraag me af wat hem beweegt om in al die organisaties actief te zijn. Welke voldoening haalt hij daaruit?’

(Bron: 6-5-2015, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)