Martin Wezel - 16 Juli 2015

De Kwakel - Gekleed in het groen vertelt Martin Wezel over zijn passie ‘het jagen’. Aan de muur hangen geweien en schilderijen van reeën. In de keuken bereidt zijn vrouw ganzenborst. Jachthond Fenja drentelt om ons heen. Jagen is een levenswijze voor het gezin Wezel. Martin wil zijn kennis en kunde graag delen met beginnende jagers en hun honden. Vorige kandidaat Henny Kouw wil hem vragen waarom hij begonnen is met deze opleiding?

‘Mijn vader was jager. Van hem leerde ik weidelijk jagen, met respect voor de natuur en met fatsoensnormen. Een jager hoort een hond bij zich te hebben om aangeschoten wild binnen te brengen. De hond is de ideale kameraad. Er is niets mooiers dan samen met je rug tegen een damhek te zitten. Aan de hond zie je al dat er wild aan komt. Hij reageert niet op een reiger, maar wel op een eend, houtduif of fazant. Bij sommige honden zit het jagen van oorsprong al in de genen, zoals bij onze hond. Ik wil eruit halen wat erin zit door training en praktijk. De jachthond moet leren het geschoten wild naar de jager te brengen. Er komen steeds meer jagers. Het zijn nu veel mensen die in de stad wonen, die hun jachtdiploma halen. Theoretisch kunnen ze veel, maar ze missen vaak praktijkervaring. Beginnende jagers kunnen met mij in het veld ervaring opdoen. Als een hond een haas ruikt, gaat er een knopje om. Zelfs een speelse huishond krijgt passie als hij ontdekt waarvoor hij ooit bedoeld was. Mensen die zelf niet jagen, maar meer willen weten over de jacht en het wildbeheer, zijn bij mij ook welkom.’

Wat heeft u voor hond?
‘Vanaf ons trouwen hebben we al een hond gehad. We hebben eerst bouviers gehad. Nu hebben we onze derde Duitse staande draadhaar. Fenja is twintig maanden oud. Dit ras is heel geschikt om te helpen bij het jagen. Zij spoort het wild op, gaat kriskras tegen de wind in door een veld en dan gaat zij ‘voor’ staan. In een soort bevroren houding wijst hij met zijn neus in de richting waar het wild zit. Aan zijn houding zie ik zelfs of het een fazant of een haas is. Ook brengt ze geschoten wild naar mij toe.’

Waarom jaagt u?
‘Jagen is een passie van mij. Ik ben voorzitter van Wildbeheer Eenheid Amstelland, daarin zijn 110 jagers verenigd. Gezamenlijk maken we afspraken voor een goed wildbeheer en een gezonde wildstand. De Uithoornse polder valt binnen de tien kilometerzone van Schiphol. Er is hier veel overlast van ganzen. Zij vormen een reëel gevaar voor het vliegverkeer. Ook de boeren hebben veel last van ganzen. Ze bevuilen hun land en trappen alles plat. Ze maken 120 pikbewegingen per minuut en maaien het gras volledig kort. We hebben tienduizenden ganzen in Noord-Holland. De volwassen vrouwtjes leggen een nest van tien tot twaalf eieren, waardoor de gans zich enorm uitbreidt, als er niet wordt beheerd door de mens. De ganzen die ik schiet, gebruiken wij voor eigen consumptie. Ik heb een diploma Wildhygiëne van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit gehaald en mag het wild en vlees keuren. Het is eerlijk en heerlijk vlees. Mijn vrouw kan heerlijk wildbraad maken. Je kunt er van alles van maken zoals stoofpotje, biefstuk, worst of kroket. Je kan de ganzenborst ook roken in de rookton. Wanneer we ongeveer vijftig ganzenborsten hebben, gaan ze ingesealed naar de Voedselbank in Uithoorn. Een officieel keuringscertificaat wordt er dan bijgeleverd.’

Mag u zomaar overal jagen?
‘Om te jagen moet je een jachtakte, een verzekeringsbewijs en een jachtveld hebben. Ik jaag zelf in de Uithoornse polder. In Duitsland ben ik medejager. Vlakbij Trier jaag ik met twaalf Duitsers op reeën en wilde zwijnen. Het is een wijnbouwgebied waar met name de zwijnen veel schade aan kunnen brengen. In Duitsland is de jager aansprakelijk voor de aangebrachte schade, tenzij hij kan aantonen er alles aan gedaan heeft om het te voorkomen. Zwijnen hebben veel adrenaline en lopen nadat ze aangeschoten zijn nog een heel stuk. Daar heb ik de hond echt nodig. Fenja heeft onlangs haar diploma voor naspeuren gehaald.’

Wat voor werk doet u?
‘Ik ben politieman. Dit huis is in 1939 gebouwd als rijksveldwachterswoning. De blauwe lamp hangt nog aan de buitenmuur. Ik heb zeventien jaar in Uithoorn gewerkt, eerst als wachtmeester, daarna als rechercheur en later als rayon commandant. In 1990 ben ik bij het Ministerie van Justitie gaan werken. Daarna heb ik gewerkt bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. In 1994 kreeg ik een internationale functie, waarbij ik samenwerkte met Interpol en Europol. In 2001 ben ik als chef bij de politie Kennermerland terechtgekomen. Nu ben ik bijna 61 jaar en doe het wat kalmer aan. Ik werk drie en halve dag. Daarnaast ben ik oppasopa voor mijn kleindochter van twee en mijn kleinzoon van zes maanden. Verder ondersteun ik de politieke partij Ons Uithoorn, zet ik me in bij Buurtbeheer De Kwakel en probeer ik via het Verkeer Structuur Plan De Kwakel samen met anderen ons dorp veiliger te maken.’

Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Martijn van Tol. Hij is enthousiast motorrijder en is een Zündapp uit 1939 aan het restaureren. Ik wil hem vragen hoeveel tijd er al zit in het restaureren en wanneer hij verwacht dat hij er de weg mee op kan.’

(Bron: 16-7-2015, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)