Mirjam van Doorn en Tim Hoetmer - 02 Mei 2013

De Kwakel - Het kantoor van Mirjam van Doorn en Tim Hoetmer bevindt zich in de opkamer van de boerderij op het terrein van Poldersport. Van daaruit begeleiden ze de cliënten van het buitenwerkproject van Ons Tweede Thuis. Hoewel ze meestal buiten te vinden zijn met de cliënten. Vorige kandidaat Yolanda Onderwater wil van het tweetal weten of het buitenwerkproject een goed alternatief is voor de normale dagbesteding en wat de meerwaarde is voor de cliënten.

'We zijn in oktober 2011 met dit project gestart. Ons Tweede Thuis (OTT) biedt allerlei soorten dagbesteding voor mensen met een handicap. Er wordt gekeken wat er bij een cliënt past en wat zijn wensen zijn. Dit project biedt veel voordelen. Het is afwisselend. De cliënten werken voornamelijk buiten. Ze zijn veel in beweging. Ze genieten ervan om met de dieren bezig te zijn. Er wordt een stukje verantwoordelijkheid bij hen neergelegd binnen de grenzen van wat zij aan kunnen. Dat heeft een positieve invloed op hun eigenwaarde. Hun zelfvertrouwen groeit, omdat ze nuttig werk doen. Ze helpen de boer echt. Ze zien boer Albert als een rolmodel. Deze dagbesteding staat middenin de samenleving. Er is veel interactie met anderen, wat hun sociale netwerk vergroot.'

Hoe ziet een dag eruit voor de cliënten?
'De dag begint om negen uur. Eerst gaan we de koeien naar buiten doen. Daarna gaan de jongens de stal schoonmaken en weer klaarmaken voor de koeien 's avonds. Ze onderhouden en vegen het terrein. We hebben net de tuin weer opgeknapt. Gras gezaaid en lavendel geplant. We gaan met de seizoenen mee. In de winter doen we weer andere dingen. De dames verzorgen het konijn, de kalfjes en de kippen. De eieren worden verkocht en van de opbrengst wordt nieuw voer gekocht. We hebben een paplam gehad, die moesten ze de fles geven. Zo maken ze van alles mee. Van de geboorte van een lammetje tot de dood van een koe. De enige momenten dat we binnen zijn, is als we met elkaar koffie drinken en lunchen. De dames verzorgen het eten. Zij doen onder begeleiding de boodschappen, halen kaas op de markt en maken alles klaar. Zij doen ook de was voor het sportgedeelte. Maar we werken voor 95% voor de boerderij. Om vier uur gaat iedereen weer naar huis of naar de woonvoorziening.'

Kunnen ze die taken zelfstandig uitvoeren?
'In het begin werk je hand in hand. Langzaamaan laat je ze losser. Het duurt even voordat ze gesetteld zijn. We hebben de stallen kleuren en picto's gegeven om ze zo zelfstandig mogelijk te kunnen laten werken. Verder hebben we bijvoorbeeld een foto van de brievenbus gemaakt, zodat ze zelf brieven kunnen posten. Als ze glas gaan wegbrengen, nemen ze een walkietalkie mee. Ze kunnen door training en continuïteit zo zelfstandig mogelijk werken.'

Waar lopen jullie tegenaan?
'Door de aankomende verandering rondom de WMO gaan we een onzekere toekomst tegemoet. De gemeente mag gaan bepalen hoeveel geld er beschikbaar is voor zorg. De cliënten die redelijk zelfstandig zijn, maar nog net een beetje begeleiding nodig hebben, krijgen minder geld voor dagbesteding. Zij vallen straks tussen wal en schip. Ook voor het vervoer is minder geld beschikbaar. Vrijwilligers kunnen hierin een grote rol spelen. Ze zijn dan ook meer dan welkom.'

Hoe zien jullie je eigen rol hierin?
'We zoeken een balans tussen structuur bieden en flexibel zijn. Het is belangrijk om structuur te bieden en regels te hanteren om duidelijkheid en veiligheid te creëren. Als die basis goed is, kun je flexibel zijn. Ze moeten op ons kunnen vertrouwen. Verder staat of valt dit werk met je collega. Wij vullen elkaar goed aan. We weten wat we aan elkaar hebben en leren van elkaar.'

Gaan jullie nog dingen veranderen in de toekomst?
'We hopen dat er nog meer cliënten bij zullen komen, zodat we nog meer werk kunnen overnemen van Albert. Aan het begin van de week geeft hij aan welke werkzaamheden er gedaan moeten worden, buiten onze dagelijks werk. Er is nog genoeg werk, waar we nu nog niet aan toe komen. Er is een goede wisselwerking tussen ons en Albert en Astrid van Poldersport. We vergaderen regelmatig. Op vrijdag drinken we met z'n allen koffie. Dan schuiven ook anderen aan, zoals de administratief medewerker, de klusjesman en de kinderen van Albert. Er is een leuke interactie tussen hen en de cliënten.'

Hoe zijn jullie ertoe gekomen om dit werk te gaan doen?
Tim: 'Ik wilde naar de Pabo. Ik had stage gelopen bij het logeerhuis van OTT. Ik was het niet van plan, maar ik maakte kennis met dit werk en was meteen verkocht. Ik heb ook gewerkt bij de naschoolse opvang van OTT en een woonvoorziening, daar ben je op een heel andere manier met de cliënt en zijn begeleiding bezig.'
Mirjam: 'Ik zou kapster worden, maar bleek allergisch voor de permanentvloeistof. Ik ben gaan werken bij een dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten. Dat bleek een gouden greep. Ik heb twintig jaar op een dagcentrum gewerkt, maar ik zou niet meer terug willen tussen die vier muren. Ik heb hier mijn droombaan gevonden.'

Wie willen jullie als volgende kandidaat uitnodigen?
'Vincent Hofer. Hij is student bouwkunde. Hij maakt plattegronden van huizen die te koop staan. Onze vraag is: wat heeft je ertoe gezet om in deze moeilijke tijd een eigen bedrijf op te starten?'

Witte Weekblad Tekst: Conny Vos.Foto:Jaap Maars