Piet van der Pouw Kraan - 07 Mei 2003

Elke week wordt een inwoner van de gemeente Uithoorn door het Witte Weekblad geïnterviewd. Deze persoon mag zelf zijn of haar opvolger uitnodigen en de eerste vraag bedenken. Vorige week liet Co Plasmeijer weten dat hij Piet van der Pouw Kraan wilde uitnodigen. Piet is geboren in 1936 en komt oorspronkelijk uit Leimuiden. Hij is getrouwd en heeft twee dochters en een zoon. Piet komt uit een arbeidersgezin en heeft de timmervakschool gevolgd. Inmiddels is hij al enkele jaren met pensioen. Zijn hobby is hij gestart na zijn pensionering; hij maakt een houtzaagmolen die echt hout kan zagen, op schaal, van gebruikt eikenhout. Co wil weten waarom hij juist deze molen wil maken, het lijkt hem werk waarbij je veel geduld moet hebben.

"Misschien is de molen over een klein jaar af, maar zeker weet ik dat niet, want hij is nog lang niet klaar"

De Kwakel - Op de eerste vraag antwoordt Piet:

"Dat ik juist een houtzaagmolen maak, heeft te maken met mijn vaders leven en het mijne. Maar het antwoord op die vraag kan ik eigenlijk pas geven nadat ik iets heb verteld over mijn achtergrond, dan is het duidelijker."

"Ik kom uit een arbeidersgezin en mijn vader werkte veel als losse dagarbeider bij boeren.
Na de lagere school heb ik de timmervakschool gedaan en later een avondcursus bouwkundig tekenaar gevolgd. Tot mijn 27ste heb ik in de bouw gewerkt, zowel bij onderhoudswerkzaamheden als bij nieuwbouw. Ik ben als emigrant naar Canada gegaan om daar te werken als voorman, maar ik kreeg suikerziekte en moest terug naar Nederland. Ik kon niet meer in de bouw werken, maar kon wel bouwkundig opzichter worden. Een behulpzame aannemer hielp me daarbij en ik studeerde in de avonduren. Zeven jaar lang heb ik vervolgens die functie uitgeoefend en ik hield me bezig met restauraties en bouw van onder andere kerken, bejaardencentra en woningen. Het aardige was dat ik opzichter was, maar ook precies wist hoe het werk gedaan moest worden en daar werd nogal eens van opgekeken.

De bouwvakkers wisten niet dat ik dat wist en wanneer ze dachten de kantjes eraf te kunnen lopen, deed ik even voor hoe het wel moest. Naast het controleren van de bouw komen er financiële en administratieve zaken bij kijken. Soms was het heel druk en werkte ik op zeven, acht plaatsen tegelijk. Echter, op een gegeven moment hadden ze geen werk meer voor me en toen ben ik bij de gemeente Amstelveen gaan werken als opzichter onderhoudsdienst. Ik had het beheer van het water in al zijn facetten, zoals bijvoorbeeld het vijverwater, het riool en het waterpeil.

Ik zorgde voor het onderhoud van rioleringen en zorgde ook dat de huisaansluitingen goed werden onderhouden. Dat was eveneens een drukke baan. Ik deed later ook de planning voor de komende jaren en tevens zorgde ik voor het inmeten. Er waren landmeters in dienst die de hoogte van de riolering en bestrating gingen opmeten. De ligging moet goed zijn, anders is de werking niet goed. Al die gegevens werden ingevoerd in computers. Hoofdriolen moesten geïnspecteerd worden en daar maakte ik schaderapporten van, waarin werd aangegeven wat er moest gebeuren. De baas moest vervolgens verder kijken wat er ging gebeuren. Ik heb daar heel lang gewerkt en het leuke was dat ik een paar weken geleden in een wijk van Amstelveen was waarvoor ik destijds de planning heb gemaakt, ze waren op dat moment bezig met het onderhoud. Ze gebruiken dus nog wel mijn planning en ik heb wel delen ingedeeld tot omstreeks 2010. Die bewuste wijk in Amstelveen was één van de eerste wijken die ik had aangepakt en daar zijn ze dus volop aan het werk. Om bij het bouwen van een zaagmolen terecht te komen, iets bouwen kon ik dus wel. Mijn vader werkte bij boeren maar hij kwam uit een molenaarsfamilie.

Hij woonde als kind op molens en er werd binnen de familie vaak over molens verteld als er een feestje was. Al die verhalen uit de oude tijd vond ik wel mooi.
Mijn vader en zijn broers vertelden ook dat ze stiekem op de wieken klommen en dan meedraaiden met de molen. Al die verhalen brachten bij mij een fascinatie teweeg en de laatste jaren dat ik nog werkte, hoorde ik van andere mensen dat ze na hun pensioen een beetje in een 'zwart gat' terechtkwamen omdat ze niets te doen hadden. Je moet toch bezig blijven na je pensioen. Eigenlijk is toen het idee al ontstaan om een molen te maken. Ik wist dus al jaren voor mijn pensioen dat ik dat wilde maken.

We hebben tegeltjes in de keuken waarop het leven van mijn vader als binnenvisser en molenaar is weergegeven. Omdat ik zelf als timmerman heb gewerkt en hout vroeger in molens werd gezaagd, heb ik bedacht om een houtzaagmolen te gaan bouwen die ook moet werken. Ik gebruik voor de molen oud hout, gebruikt eikenhout, dat afkomstig is van kasten, tafels en stoelen. Alleen de molenas is van vers hout omdat het anders te breekbaar is. Ik hoop dat na het bovenstaande verhaal een beetje duidelijk geworden is waarom ik nu juist een houtzaagmolen maak."
U bent begonnen aan de molen maar u had eigenlijk helemaal niets, het is geen kant en klaar bouwpakket.

Hoe bent u begonnen?

"Ik heb eerst bedacht wat voor molen het moest worden en vervolgens ben ik bij verschillende houtzaagmolens gaan kijken. Er zijn er meer in Nederland, waaronder in IJlst, Haarlem, Amsterdam en bij de Zaanse Schans. Die hebben we bezocht en daarna ben ik documentatie gaan zoeken.
Ik wist dat er een heel oud molenboek bestond en via de bibliotheek kon ik dat bestellen. Het was 'Het groot volkomen MooIenboek' uit 1734. Het boek is geschreven door een molenmaker en daar is heel veel in te vinden over de bouw van molens. Omdat er allemaal termen in staan en het in Oud-Nederlands is geschreven, is het voor leken moeilijk te lezen. Gelukkig kon ik er wel uitkomen door mijn achtergrond. Vroeger was het beroep van molenmaker heel belangrijk; men keek op tegen molenmakers. In het boek stonden ook bouwtekeningen en die heb ik gebruikt voor de bouw van mijn molen. Ik heb alle gegevens in de computer gezet en hoewel sommige gegevens ontbraken - omdat die zo logisch waren in die tijd- heb ik die er zelf bij kunnen bedenken. Van de vier originele tekeningen heb ik er uiteindelijk vijftien of zestien gemaakt. Daardoor werd het duidelijker en gemakkelijker om ermee te werken. Een ander boek, van Anton Sipman, gaat over oude constructies van molens. Ook dat boek kon ik gebruiken en ik ben een winter lang bezig geweest om alles uit te zoeken."

U wist van tevoren dat u er lang mee bezig zou zijn.

Heeft u nooit gedacht: waar ben ik aan begonnen?

"Ik wist dat het een project van jaren zou worden, misschien duurt het wel acht of negen jaar voor de molen klaar is. Af en toe ga ik een stukje verder en soms doe ik wekenlang niets. Het afgelopen jaar heb ik maar weinig gedaan vanwege mijn gezondheid. Eigenlijk heb ik mijn eigen bouwpakket ontworpen - en ik houd me ook aan mijn plan. Intussen heb ik al duizenden delen en deeltjes gebruikt voor de molen, want alles, tot en met het kleinste detail, maak ik zelf. In totaal zijn er ongeveer 330 houten en metalen onderdelen en ongeveer 170 schroefjes en tientallen spijkertjes gebruikt, alleen al voor de molenas. Door de tekeningen kun je steeds terugvinden wat de volgende stap moet worden. Het houtwerk mag niet te dun worden en moet iets zwaarder zijn dan de aangegeven maten, anders breekt het te snel. Uiteraard ben ik begonnen bij de fundering, een originele Amsterdamse paalfundering met 95 palen, 23 onder de koning en 72 onder de buitenfundering.
De steentjes moet ik ook zelf maken. Ik had gehoopt dat mijn opvolgster de steentjes wilde bakken, maar dat is niet gelukt. Toen heb ik cement moeten storten en vervolgens heb ik met een zelfgemaakt apparaatje de steentjes erop getekend. Helemaal precies.
Dat was een behoorlijk tijdrovend werkje. Alle houten deeltjes worden tegen schimmel behandeld en gelakt en als ik een onderdeel dat uit vele deeltjes bestaat, klaar heb, haal ik het uit elkaar en wordt alles gelakt. Vervolgens zet ik het in elkaar en is dat deel klaar. Ik maak foto' s van het bouwproces en inmiddels zijn dat er al zo'n 233 tot nu toe."

Wat is het doel van uw molen? Wat doet u ermee als hij klaar is?

"Het is de bedoeling om de molen in de tuin te zetten als hij klaar is. Hij wordt verankerd, zodat hij niet meegenomen kan worden.
Wat mijn kinderen er later mee doen, weet ik niet.

Misschien schenken ze hem aan Madurodam, maar misschien doen ze er ook wel heel iets anders mee. Ik wil er zelf gewoon van genieten en er af en toe hout mee zagen. Dat kan overigens nu ook al. De molen heeft verschillende zaagjes en zaagt echt hout. Veel mensen in mijn omgeving vinden het wel leuk, maar hebben het idee dat het nooit af komt.
Daarnaast vragen ze zich af waar ik het geduld vandaan haal om zoiets te beginnen.
De molen is nog lang niet klaar. De wieken moeten er nog aan, de buitenkant van de molen moet ik nog maken, er moet nog een loopbrug komen en de daken boven de rollerbaan met de slede. Er is nog heel veel te doen. Ik schat dat het met een klein jaar misschien af is, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Het is erg bewerkelijk en elk stukje hout moet je voorboren voordat je het kunt bevestigen.. "

Wat gaat u doen als de molen klaar is?

Het is tenslotte uw hobby en zo meteen heeft u misschien niets meer te doen.

"Er is nog iets dat ik heel graag wil doen en dat is onze stamboom uitzoeken. Ik ga niet nog een molen in elkaar zetten. Het is echt een eenmalig project. Voorlopig ben ik er nog lang niet mee klaar. Ik heb ook naar de historie van deze molen gekeken. Het is namelijk de Amsterdamse molen 'Het Amsterdams Wapen' dat ik aan het maken ben. De geschiedenis van deze molen is lang. Hij is in ongeveer 1645 gebouwd en op 23 mei 1862 afgebrand. De molen stond op het eerste industriegebied in Amsterdam, waar nu de Staatsliedenbuurt is, en er stonden vroeger nog meer molens met verschillende functies.

Al die molens werden gebruikt voor de industrie en dat gebied is na 1600 ontwikkeld. Via het gemeentearchief ben ik veel te weten gekomen en kwam ik ook achter de vroegere eigenaren van de molen. Dat is natuurlijk heel leuk om uit te vinden, zeker als je er zo mee bezig bent. Wanneer de molen af is, hoop ik er nog lang van te mogen genieten."

Wie wilt u uitnodigen voor het volgende kettinggesprek . en wat wilt u vragen?

"Ik wil graag Jopie Prinsse uitnodigen. Zij is actief bij de pottenbak-club in De Kwakel. Ik wil haar vragen waarom ze toentertijd de kleine steentjes voor de molen niet kon bakken, want dat heeft mij veel extra werk gekost."

Bron: Witte Weekblad 07-05-2003