Walter Hofer - 19 April 2012

DE KWAKEL - De Oostenrijker Walter Hofer kwam voor hooguit drie jaar naar Nederland, dacht hij, maar dat verliep anders. Inmiddels woont hij al meer dan dertig jaar hier en heeft hij het prima naar zijn zin. Vorige kandidaat en fietsvriend Kees van Rijn wil van hem weten waarom hij Oostenrijk verliet en hoe hij in De Kwakel is terecht gekomen.

Ketting gesprekken - Walter Hofer -19-04-2012,,Na mijn opleiding en diensttijd wilde ik met een paar vrienden een jaar of twee, drie naar het buitenland om wat ervaring op te doen en een andere taal te leren. We gingen op zoek naar werk. Dat was het tijdperk voor internet, dus we vroegen het aan kennissen en schreven bedrijven aan over de hele wereld. Een vriend ging naar Amerika, de ander ging in Zuid-Amerika een kerncentrale bouwen. Ik had Nederlanders ontmoet, die hadden weer een adres in Amsterdam. Ik heb een week vakantie genomen en ben daarheen gegaan om alles te regelen. Ik kwam bij een bedrijf dat machines vanuit Duitsland importeerde en verkocht binnen de Benelux. Als medewerker in de buitendienst reisde ik veel, sprak veel mensen en leerde Nederlands. Ik had alles wat ik wilde. Ik was jong en vrij als een vogel. Het was een mooie tijd. Via via had ik andere Oostenrijkers leren kennen. Met een van hen werd ik goede vrienden. Hij was hier al negen jaar. Ik dacht: dat gebeurt mij nooit. De bedoeling was om terug te gaan, maar toen leerde ik Monique kennen. Zij studeerde in Amsterdam. Ik heb het zo vaak gedacht: Als ze klaar is met haar studie, dan gaan we terug naar Oostenrijk. Maar toen wilde ze eerst ervaring opdoen, maar daarna gaan we naar Oostenrijk. Toen kregen we kinderen. We zochten woonruimte in de lijn Haarlem- Hilversum. Na lang zoeken hebben we een huis in Uithoorn gekocht en sinds 1997 wonen we in De Kwakel. De jongens zeggen nu dat we mogen doen wat we willen, maar zij gaan De Kwakel nooit meer uit."

Blijft de drang om terug te willen naar Oostenrijk?

,,De kracht van dit dorp is de gezelligheid. Dat vind ik een beetje terug van het dorp waar ik vandaan kom, Klein Sankt Paul in Karinthië. Daar was een sterk verenigingsleven en dat heb je hier ook. Het is een stukje herkenning en dat geeft veiligheid. Natuurlijk mis ik mijn familie, ik heb twee broers en vier zussen. Ik mis de natuur, vooral de winter. Zodra de eerste sneeuw valt, belt mijn broer om te vragen of ik kom skiën. Ik ga er regelmatig heen en geef nog geregeld skiles. In Oostenrijk was ik lid van de Alpenvereniging. Ik heb een opleiding gedaan tot berggids en een opleiding tot skileraar. In Nederland zijn organisaties die geheel verzorgde wintersportreizen organiseren. Zij vragen of ik meega als skileraar. In vier dagen kan iemand leren skiën. Wintersport is het leukst als je met een groep gaat. Iedereen is de hele dag actief bezig en heeft het naar zijn zin. Je zit daar met -5 ° C al in de zon buiten te lunchen. 's Avonds een hapje en een drankje en de volgende dag weer verder. In de zomervakantie gaan we om en om naar Oostenrijk. Dat voelt toch meer als familiebezoek en dan missen we het vakantiegevoel. Over een maand ga ik met mijn zoon Sebastiaan op de fiets naar Oostenrijk."

Hoe lang gaan jullie daarover doen?

,,We fietsen van ons huis naar mijn ouderlijke huis. Het is een route van 1230 kilometer, verdeeld in tien etappes. We fietsen gemiddeld 130 kilometer per dag, maar we zien wel hoe ver we komen. Zo lang het goed gaat, fietsen we door. Het avontuur is waar we gaan slapen. Ik heb mensen gesproken die adviseerden om niet te vroeg te gaan zoeken. Hoe later, hoe makkelijker het is om een slaapplek te vinden. We nemen zo min mogelijk bagage mee. We vertrekken de woensdag voor hemelvaart en komen de vrijdag of zaterdag voor Pinksteren aan. Bij de grens wachten mijn broer en zwager ons op. Ze fietsen de laatste drie etappes mee. Terug gaan we met de trein. Het is een hele uitdaging. Deze fietsvakantie is ook de reden dat ik niet mee doen met fietsclub 't Muurtje aan de Alpe duZes, anders had ik zeker meegefietst."

U hebt het dus naar uw zin in Nederland?

,,Ik heb in Oostenrijk een leuke jeugd gehad. Maar dit is voorlopig ons thuis. Binnen een dag kan ik in Oostenrijk zijn. Ik heb nu de leukste baan van Nederland. Ik werk bij de Rijksgebouwendienst in Den Haag. We huisvesten boeven, kunst en het koningshuis. Ik werk vijftig procent op locatie en vijftig procent op het Ministerie in Den Haag. Ik doe de regio's Noord-Holland en Utrecht. We beheren onder andere het Rijksmuseum, Van Gogh museum, Muiderslot en Naardenvesting. De renovatie van het Rijksmuseum loopt richting oplevering. Het tweede kwartaal van volgend jaar zal het museum weer open zijn voor publiek. Ik raad mensen aan om eerst naar het mooie gebouw te kijken en de tweede keer pas naar de kunst te gaan kijken."

Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?

,,René Lek. Hij is de initiatiefnemer van G-voetbal, een elftal voor jongeren met een handicap. Onlangs wonnen ze een clinic waarbij ze werden getraind door jeugdtrainers van Ajax. Ik wil Rene vragen of hij daar iets van geleerd heeft hoe hij de kinderen kan motiveren en trainen. En ik vraag me af of hijzelf door de kinderen gemotiveerd wordt?"

Bron: Witte Weekblad Conny Vos Foto: Jaap Maars