Opgroeien in de schaduw van de luchtoorlog

12 januari 2017

Nieuw-Vennep en de Haarlemmermeer 1939-1945
Door Joost en Hans Klootwijk

Joost Klootwijk was krap zeven jaar oud toen bij het krieken van de dag op 10 mei 1940 de eerste Duitse bommen op Schiphol vielen. Toen zijn oudste zuster hem later die ochtend wakker maakte en het grote nieuws vertelde, was hij verontwaardigd omdat ze hem niet gewekt hadden. Een bombardement op Schiphol, dat had hij niet willen missen!

De komst van Duitse militairen in zijn geboortedorp Nieuw-Vennep was in eerste instantie een opwindende belevenis voor de jeugd. De zoeklichtinstallatie die een paar honderd meter vanaf het ouderlijk huis in de polder verscheen oefende een grote aantrekkingskracht uit. En ’s nachts wanneer vliegtuigen, zoeklichten en luchtdoelgeschut een spectaculaire vuurwerkshow ten beste gaven, was de nieuwsgierige drang om op te staan en door het dakraampje naar buiten te kijken soms sterker dan de geruststellende geborgenheid van het warme bed.

Opgroeien in de schaduw van de luchtoorlog betekende in eerste instantie dat het geweld zich ver boven je hoofd afspeelde, vaak buiten het bereik van je directe waarneming. De gevechtshandelingen in de lucht en de verhalen over neerkomende bommen en aangeschoten vliegtuigen vormden een spannend decor voor het normale alledaagse leven dat bestond uit school, ravotten op straat, leren fietsen, knutselen en postzegels verzamelen. Maar ‘Joossie’, zoals ze hem thuis als jongste van het gezin noemden, werd zich gaandeweg steeds meer bewust van de grimmige kant van de oorlog.
In de vroege uurtjes van 26 juni 1943 ontplofte er een Britse Lancaster bommenwerper in de lucht boven Nieuw-Vennep. Een van de motoren sloeg door het dak van een boerderij die op 1500 meter afstand lag van zijn ouderlijk huis. De moeder van een meisje dat Joost kende van school werd in haar slaap verpletterd.

In diezelfde zomer kwamen er Duitse veteranen die de Slag bij Stalingrad hadden overleefd in het dorp om hun wonden te likken. De elfjarige Joost hing nieuwsgierig rond bij deze militairen en sloot vriendschap met enkelen van hen. In hun nabijheid zag hij iets van de angst om teruggestuurd te worden naar het gevreesde Oostfront.

Dat jaar moest ook zijn oudste broer Wim zich melden voor de verplichte Arbeitseinsatz in Duitsland en reisde hij af naar het zwaar gebombardeerde Berlijn.

En dan waren er nog de verboden, de schaarste en de razzia’s waarbij het hele dorp werd afgesloten, ondergedoken Joden werden opgepakt en burgers zoals huisvriend Klaas van Klaveren werden weggevoerd. Met het voortschrijden van de oorlog namen onderdrukking en geweld tegen de bevolking toe. Tijdens de Hongerwinter stonden voedselzoekers regelmatig voor de deur en schoven een enkele keer aan bij het middageten. Zo drong er iets door van de barre omstandigheden in de grote steden rond de Haarlemmermeer.

De voedseldroppings van mei 1945 kwamen als een feestelijk strooisel voor de dertiende verjaardag van Joost. De uitbundige bevrijdingsfeesten markeerden ook een beetje de afsluiting van zijn kindertijd. Het was vrede, een vrede vol beloften voor de toekomst. Maar de opwindende en dramatische gebeurtenissen uit zijn jonge jaren zou hij nooit meer vergeten. In de jaren zeventig van de vorige eeuw begon hij met een uitgebreid onderzoek naar de luchtoorlog boven de Haarlemmermeer. Hij spoorde nog levende ooggetuigen op en noteerde hun verhalen, correspondeerde met instanties en archieven in binnen- en buitenland en ontmoette vliegers die de strijd hadden overleefd. In dit boek is het verslag van zijn naspeuringen samengevoegd met de herinneringen aan zijn kindertijd tot een sfeervolle beschrijving van het leven in de Haarlemmermeer tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Joost Klootwijk overleed op 15 april 2016 in de Kwakel. Hij had zelf nooit de ambitie gehad om een boek te publiceren met een verslag van zijn speurwerk. Zijn belangrijkste doel was de feiten van de luchtoorlog rond Schiphol zo volledig mogelijk vast te leggen, zodat andere onderzoekers en schrijvers het complete verhaal zouden kunnen vertellen.

Zijn zoon Hans zag in de bijzondere combinatie van zijn vader’s persoonlijke jeugdherinneringen en de nauwkeurige beschrijving van de luchtoorlog juist wel de mogelijkheid voor een uniek boek. In 2012 begon hij met het schrijven van een goed leesbare tekst op basis van het verslag van zijn vader. Toen die stierf was dat werk klaar en nam Hans zich voor om voor het einde van het jaar een boek af te hebben. De rest van het jaar 2016 verzamelde hij foto’s, kaarten en andere afbeeldingen, werkte hij aan de vormgeving, verzorgde de eindredactie, schreef een voorwoord en regelde dat het boek gedrukt werd.

Wethouder Reneman van de Haarlemmermeer noemde het boek bij de officiële presentatie in het Crash Luchtoorlog- en Verzetsmuseum in Aalsmeerderbrug ‘Een bundel verhalen die het verdienen om vastgelegd te worden omdat ze zo’n levend beeld vormen van het leven in de Haarlemmermeer in oorlogstijd.’

Het Haarlems Dagblad schreef in een bespreking: ‘Wie er echt de tijd voor neemt, kan het 248 pagina’s tellende werk moeilijk wegleggen.’

250 pagina’s, hardcover, rijk geïllustreerd met originele foto’s en gedetailleerde situatieschetsen. ISBN 978-6228-798-3 Informatie en bestellingen: lilliput@planet.nl
Prijs: € 22,50

Op de foto bij de boekpresentatie: v.l.n.r. Wethouder Reneman (Haarlemmermeer) Hans Klootwijk uit De Kwakel en David Atkins (Royal Air Forces Association) rechts de trotse vrouw van Joost en de moeder van Hans, Nel Klootwijk-Sitvast. (Foto: Jos van Rooij)

Bron: Joost en Hans Klootwijk

Naar het overzicht