1904 - Smederij De Jong

DE KWAKEL - De oude Kwakelse smederij aan de Hoofdweg (hoek Vuurlijn) heeft zo'n historische waarde dat de stichting' 'Meer-Historie' uit Haarlemmermeer het pand naar haar museumlocatie in Hoofddorp wilde halen. Vóór oktober 1992 moest dit een feit zijn. Om de authenticiteit van het inmiddels behoorlijk verzakte pand zo veel mogelijk te kunnen bewaren, zou het niet steentje voor steentje worden afgebroken, maar wil de stichting trachten de smederij in één keer of anders in grote delen over brengen.

De Smederij, nog met een raam en een deur in de voorgevel; Oom Andries Smit met 3xNN Foto uit ca.1904.

Dit gebeurt door onder meer Iange ijzeren balken onder het gebouw aan te brengen en vervolgens een stalen frame rond het te vervoeren gedeelte te bevestigen. Een ingenieus karwei dat rond de f 400.000,- à f 500.000,- gulden zou gaan kosten.
De stichting 'Meer-Historie' beoogt de historische waarde uit de Haarlemmermeer te bewaren en de oude smederij heeft zo'n belangrijke functie gehad in de jaren dat de polder Zuider-Legmeer werd drooggemalen, en daarna trouwens ook nog, dat het gebouw volgens de stichting niet verloren mocht gaan. Uniek is dat alle authentieke gereedschappen die in de smederij werden gebruikt nog voorhanden zijn.

Wie kende Cornelis de Jong niet, de legendarische figuur uit De Kwakel die in deze smederij jarenlang de hoeven van de paarden van de boeren uit de omgeving besloeg en later, toen hij al ver in de tachtig was er nog kunstsmeedwerk maakte. Hij woonde er nog tot vijf maanden voor zijn overlijden, in augustus 1991. Het gebouw stond alweer een tijdje leeg. Het was erg verzakt en de familie had verder ook geen plannen er iets mee te doen. De locatie zal als parkeerruimte worden ingericht.

"Hoewel ik er geboren ben, in één van de bed-steden nog wel, en ik in de smederij vroeger met veel plezier heb gewerkt, heeft het pand voor mij verder niet die waarde dat ik het bijvoorbeeld helemaal wil laten opknappen. Het heeft alleen historische waarde. Ik heb het er nog met mijn vader over gehad. Hij zei ook: 'Maak er maar parkeerruimte van'," aldus Willem de Jong, één van de zonen en inmiddels eigenaar van een groot bedrijf in landbouwwerktuigen.

De Jong werkte als klein kind al bij zijn vader in de smederij. Maar van het werk, vooral het beslaan van de paarden, raakte hij niet echt gecharmeerd. "Toen de motoren hun intrede deden en steeds meer gebruik werd gemaakt van landbouwtrekkers, had dat veel meer mijn aandacht," vertelt de enthousiaste eigenaar. En hij begon zijn eigen bedrijf.

Historie
De moderne tijd vraagt zijn aandacht en een stukje historie zal binnenkort verdwijnen uit De Kwakel. De geschiedenis ervan gaat ruim 100 jaar terug. Vlak nadat begonnen was met het droogleggen van de polder. De smederij werd toentertijd opgericht door de 'Maatschappij tot drooglegging van het zuidelijk deel van de Legmeerplassen'. Deze maatschappij begon met het droogleggen van de polder in 1881.
In 1890 werd vervolgens een onderstoomgemaal gesticht om het water weg te pompen. Dit gemaal was gevestigd aan de Hoofdweg (schuin tegenover de oude smederij) Een herdenkingsteen op één van de muren van het gebouw, dat inmiddels is omgetoverd tot woonhuis, herinnert nu nog aan het bestaan van het gemaal.

De polder moest worden drooggemaakt en vervolgens worden uitgeveent. Daartoe werd een smalspoor aangelegd. Paarden voerden wagonnetjes af en aan om dit werk te klaren. En zo kwam het dat de bouw van een smederij noodzakelijk werd. De hoeven van de paarden moesten immers vaak opnieuw worden beslagen en ook het smalspoor toonde wel eens gebreken. Schuin tegenover het gemaal werd niet lang na het begin van de droogmaking de smederij gebouwd. De smederij werd echter al snel verkocht aan een particuliere eigenaar. Dat werd de pleegvader van Cornelis de Jong, die het bedrijf, waaraan een klein woonhuis was bevestigd, in 1901 overnam. Cornelis was toen drie jaar oud.

Dorpssmid
Cornelis de Jong groeide op in het vak en nam de smederij in 1924 over van zijn vader. De Kwakel kende in die tijd echter nog een dorpssmid.
De Kwakel was een extreem katholieke gemeen-schap. De familie De Jong was van huis uit prote-stants.

In het dorp was dan ook nog een katholieke smid te vinden. "De bewoners van het dorp kwamen altijd bij de katholieke smid. Wij hadden als prote-stanten geen ingang in De Kwakel," herinnert Willem de Jong zich nog. Een smid was vroeger van grote waarde voor het gebied en zijn bewoners. Niet alleen tijdens de drooglegging bleek de smederij onmisbaar, ook daarna, toen steeds meer boeren in het gebied kwamen wonen. Landbouwmachines moesten worden gerepareerd, paarden worden beslagen, maar ook voor de reparatie van bijvoorbeeld de fiets kwam men naar de smid toe. "Wat betreft het beslaan van de paarden, daarvoor hadden wij als enige een zogeheten 'travaille', een ruimte waar je de paarden in vast kon zetten," vertelt De Jong. "M'n vader had niet zo'n beste rug, en die werkpaarden waren sterk. Op deze manier had mijn vader alle ruimte om de hoeven rustig met de hand te kunnen beslaan. Er zat nog een echt smidsvuur in onze smederij."

"De laatste keer dat hier een paard is beslagen, moet in 1961 of 1962 zijn geweest. Tot op hoge leeftijd heeft mijn vader in de smederij gewerkt; hij was al ver in de tachtig toen hij nog gebruiksvoorwerpen als kandelaars of lampen maakte." Dat de Kwakelse smederij bewaard zou blijft, was mede te danken geweest aan de oudste zoon van Cornelis de Jong, Frans, die verbonden is aan de stichting ‘Meer-Historie'.

De stichting is al in een vergevorderd stadium met de oprichting van een eigen museum. Inmiddels is de grote schuur van de Mentzhoeve verbouwd en deze ruimte zal dienst gaan doen als museum. Het was de bedoeling dat vlak naast de schuur de oude smederij haar plaats zou krijgen. De Smederij is echter nooit verhuisd naar het museum, de kosten hiervoor werden te hoog. Het gereedschap is er wel te bezichtigen. Historisch Museum Haarlemmermeer >

Tekst gedenksteen :
De Maatschappij tot Droogmakerij, van het zuidelijk deel der legmeerplassen heeft dit onderstroomgemaal in oktober 1890 gesticht.
Concessie tot droogmaking - 27 januari 1881 No 6. Aanvang droogmaking 22 april 1881, Eerste bezaaiing 5 juli 1883.
Directeuren : Herman.F.Bultman, J.R.M.Wiegel
Commissarissen : R.D.Crommelin, R.T.Hart, L.C.van Heukelom, P.van de Wetering, J.R.Wijste.
Opzichter :C.Leguit.

 Andere Tijden door Wim de Jong Anno 2006.