1964 - Jacobus Cornelis Vork sr. 40 jaar bij de PTT.

Op 16 april 1964 zal besteller alhier, de heer J.C.Vork, zijn 40-jarig ambts-jubileum bij de P.T.T. feestelijk gedenken. Als 24-jarige jongeman begon hij zijn loopbaan als hulpbesteller; enige maanden later volgde zijn benoeming als besteller in vaste dienst. Van 1946 tot 1951 was hij op het hulpkantoor in De Kwakel werkzaam als waarnemend kantoorhouder wegens pensionering van kantoorhouder W. v. Tol. Hierna nam hij zijn bestellertas weer op en werd in 1954 bevorderd tot 1e besteller. Op 16 april is er ‘s middags gelegenheid tot feliciteren bij Leenders van 3 uur tot half 5.

Weekelykse cronycke.
Eén jubilaeum sleuchts, dat is een maeg're ooghst van't weeckelykse nieuws wear ‘k aen moet wyden.
Ick kom niet aen myn treck, myn veeder blyft haest droogh, het was een dooye boel in omtreck als in Leyden. Maer 't lieflyck dorp De Kwaeckel dat helpt myn uyt de brand, daer was tenminste nogh de boode veertich jaeren. De postman J.C.Vork heyt in dat vlacke land langhs wegh en dyck syn tasch gesleept.

Het waeren langhe enden die hy heyt afgeleghd, te voet of op de fiets ( of hoe het dan magh weesen). Wat nieuws van vreughd of droefenis heyt Vork gebracht die veertich jaer langhs Kwaeckels weeghen? Nu deese.

Postman Vork eerlangh gaet met pensioen, wat moet hy doen met al syn vrye daeghen?
‘k Verwedde een guldem dat hy nae een weeck weer graegh syn brieventasch de Kwaeckel door sou draeghen. Oock Horstendael liep eens, het reeghende en goot, die langhe kronckelwegh, die Booterdyck geheeten. Het land lagh wyd en nat; de kerck in het verschiet, die maer niet naeder quam.

Ick liep gewoon te sweeten. Ick deed sulcks maer één keer, doch Vork wel veertich jaar, hoe heyt die man dat soo langh volgehouden?
En daerom: hoedjen af voor Kwaeckels dappere post; Ick moet de man nogh sien die dat hem naedoen soude.

Willem van Lorstendael.
_________________________________________________________________________________

Gehuwd op 26 november 1920 met Hubertha Wilhelmina Beuk. Jacobus Cornelis Vork sr., geb. jan.1895, overleden 5 dec.1979. Hubertha Wilhelmina Vork - Beuk, geb. 21 sep.1899, overleden 2 januari 1983.
_________________________________________________________________________________

Vijf en twintig jarig Ambtsjubileum J.C. Vork De Kwakel
(1 december 1919 - 1 december 1944)
Dit is voor U een dag vol jubel en verblijden. Een, die van onderen zich door veel doet onderscheiden. En daarom hebben wij ons hart tot U gericht. En brengen hulde in den vorm van een gedicht.

Geachte Jubilaris, 't is ons een grote ere. U met dit Zilveren feest oprecht te feliciteren. Veel hebt ge gepresteerd, dit is toch buiten kijf. Zo'n vijf en twintig jaar, bij 't P.T.T. - bedrijf. Gij hebt vanaf 't begin, ik beken het onomwonden. Gesjouwd, getobd, gezwoegd, tot zelfs op deze stonde. In donker door de klei gemodderd, zonder licht. In hagel, sneeuw en ijs en storm, uw dienst verricht.

Van 's morgens dat de haan zijn eerste kreet deed horen. Eer men aan de oosterkim de dageraad zag gloren. Tot s'avonds meestal laat, ja soms tot in de nacht. Hebt gij gestaag met lust uw zwaren plicht volbracht. Die plichtbetrachting was voor U iets zoo verheven. Die stond als ‘t waar met goud in 't ambtenaarshart geschreven. Al was het werk ook zwaar, het loon meest bitter laag. Uw plichtsvervulling was voor U een levensvraag. Daarnaast een sterker wil om voor uw huislijk leven. Steeds naar meer welvaart, lotsverbetering te streven. Waart ge in uw vrije uurtjes immer bij de hand. Uw voordeel steeds te zoeken in tuin- of bloemenland.

Wat hebt ge als ambtenaar der Post steeds gepresteerd. In dikke duisternis, langs Boterdijk en Drecht. Zo hebben we vaak gedacht: Hoe komt het toch terecht! Uw loopbaan was tot hier vol wisselvallig-heden. Dan moest ge zus, dan zoo, uw weg betreden. En mijn veronderstelling is dan ook niet ongegrond: Gereedt per fiets in dienst, tweemaal de wereld rond. Maar sinds uw vestiging sinds vijf en twintig jaren. Hebt ge nog fier het hoofd, trots velerlei bezwaren. Nog staat ge voor uw taak, maar naast uw trouwe plicht. Nu zegt dat alles niets, door duizenden ambtenaren. Wordt ook dien plicht vervult, daar zo anders broodloos waren.

Maar gij volbrengt uw plicht, met liefde, met plezier. Met offervaardigheid, dat is juist de manier. 't Is ons een drang, een plicht, om bij dit jubileren. U als goed Ambtenaar te huldigen, te eren. Ik biedt in be-scheiden vorm, als ik hiermee mag volstaan. Uit 't binnenst van mijn hart U hier dien hulde aan.
Ook voor uw huisgezin. Moog God nog heel veel jaren. U als een hechten steun en leidsman immer sparen. Gelukkig het gezin, waar deugd en liefde woont. Want ware godsdienstzin blijft nimmer onbeloond.
Dus weer met nieuwen moed de toekomst ingetreden. Gedenk dikwijls met vreugd, die blijden dag van heden. Dat zal U pal doen staan in iedere moeilijkheid. Uw kracht, uw harnas zijn in 's levens zwaren strijd.

Uw Ouders A.A. Vork en J.W. Vork-Renes.
_________________________________________________________________________________

A.A. (Arie) Vork de gedichtenschrijver.
Arie Vork is in 1873 geboren in Langeraar en was postbode van beroep.
De familie Vork was een echte postbode familie, want zijn zoon Jacob Vork was dat ook. Voor zijn 40 jarige postbode jubileum heeft hij een gedicht geschreven, die is hierna geplaatst. Zijn zoon Jacob was in januari 1895 geboren in Langeraar en zijn later naar De Kwakel verhuist en postbode geworden.
Arie was een echte schrijver hij woonde voor de oorlog in Zandvoort en moest onderduiken voor de Duitse bezetter in die plaats. Zo kwam hij in te wonen bij het gezin van Jacob Vork en zijn vrouw Hubertha Vork-Beuk aan de Drechtdijk 3.
Dat was in de jaren 1942-1945 en hier schreef hij ook veel gedichten en versjes om die moeilijke tijd door te komen.
Het grote gezin van Jacob had dus nog twee kostgangers Arie en zijn vrouw J.W. Renes. Arie schreef heel veel voor mensen uit De Kwakel, voor een jubileum, een levensloop voor een bruiloft en alles in rijm.

Er is hier vele schriften over uit die oorlogstijd, wij plaatsen er ook nog een gedicht van de bevrijding op 5 mei 1945.
Arie Vork kreeg zijn honderdste familielid, (kinderen, kleinkinderen en dus achterklein-kinderen) op 16 april 1959. De gelukkige was Carla Kok - Vork, zij kreeg Iedere maand een tientje toegestuurd en haar ouders een brief en dat zo tien maanden lang. Totaal honderd gulden en dat was veel geld in die tijd. Elke brief die hij verstuurde schreef hij over in een schrift. Op de eerste pagina van het 65e schrift staat aangegeven dat in het boek de 3189ste tot de 3223ste brief zijn overgeschreven. Carla heeft als pronkstuk deze foto in een lijstje op de kast staan.

Andere Tijden door Dirk Plasmeijer (2007)
_________________________________________________________________________________

De dag van de bevrijding 5 mei 1945,

Hoera, hoera! De oorlog is afgelopen.
Hoera, hoera! Ons Nederland is weer vrij.
Hoera, hoera! Geëindigd de verdrukking,
Hoera, hoera! Gezegend, vijfde mei.
Een grooter vreugde werd er nooit geboren.
Nooit was een volk meer opgelucht en blij.
Nooit viel er zwaarder juk van onze schouders.
Een hel van vijf jaar lang is nu voorbij.

Naar waarheid moeten wij hier nu bekennen.
God heeft zijn volk nu vijf jaar lang bezocht.
Met vrees en angst, dood, honger en vernieling.
De vrijheid is voor duren prijs verkocht.
Maar wij die steeds op zijne hulp vertrouwen.
Wij vallen Hem vandaag vol dank te voet.
Door allen nood heeft Hij ons heen geholpen.
Nu juicht ons hart: O God wat zijt gij goed.

En daarbij mogen wij ook niet vergeten,
Maria, onze Vredes-Koningin.
Wel heeft zij lang op hulp ons laten wachten.
Maar Moeder gaf Haar kinderen toch hun zin.
Want nauwelijks is de lieve Mei begonnen.
De zesde maal in wreede oorlogstijd.
Daar klinkt en juicht het overal in 't ronde:
Oorlog is uit! Wij zijn bevrijd, bevrijd.

Weer razen bommenwerpers door het luchtruim.
Maar nu geen vrees, geen angst, geen dood.
Nu brengen zij in plaats van onheilsbommen.
Ons voedsel aan, tot redding uit den nood.
Uw ouders komen U thans feliciteren.
Nu vlag en wimpel huis en hof weer siert.
Dat gij nu aan een welvoorziene tafel.
Vol dank en vreugd het Vredesfeest mee viert.

Gedicht geschreven door A.A. Vork - Renes.