1965 - Afscheid van burgemeester wordt geen feest

Voor Uithoornaars valt op woensdag de Amstel droog
Burgemeester laat Uithoorn als Koot-monument achter
(Van een onzer redacteuren).

Uithoorn – Langzaam, maar heel zeker en dreigend, nadert voor Uithoorn de zeventiende februari, de dag waarop burgemeester C.M.A. Koot afscheid neemt van zijn gemeente, om dan op 1 maart met pensioen te gaan. Uithoorn ziet tegen dit afscheid op. “Het is voor ons het zelfde alsof de Amstel plotseling droogvalt. Wij kunnen er niet aan wennen dat onze burgemeester weggaat en eigenlijk voelen wij zijn vertrek als een persoonlijk verlies”, aldus de treffende omschrijving die een Uithoornaar gaf van zijn gevoelens. Het is daarom zeker dat die zeventiende februari, ondanks alle prettige dingen die er zullen gebeuren, geen feest wordt. Ook niet voor de heer Koot zelf, want het afscheid van zijn gemeente moet voor hem een van de dieptepunten uit zijn leven zijn. Hij heeft echter één troost: Hij laat een gemeente achter die is te beschouwen als een groot Koot-monument. De prachtige woonwijken, het fraaie sportcomplex, de indrukwekkende industrie, het zijn allemaal uitvloeisels van zijn onverzettelijkheid en niet te blussen energie.

30 jaar gezinshoofd van gemeente Uithoorn
Dertig jaar geleden vond zijn installatie plaats. Daarvóór was de geboren Utrechtenaar werkzaam geweest op de secretarieën van Vleuten, Jutphaas en Lichtenvoorde. In De Bilt-Bilthoven werd hij secretaris en toen volgde de sprong naar het burgemeesterschap van Uithoorn, een plaats van ongeveer 3700 inwoners.

Churchill
Thans telt de gemeente ruim 13.500 mensen, voor een groot deel jongeren. De leeftijdsopbouw is namelijk door de gunstige leefomstandigheden die burgemeester Koot in Uithoorn heeft geschapen, zeer gunstig. De grootste groep is die van 25 tot 39 jaar (23.31%) ; landelijk 19.3%. Het aantal boven de 65-tigers maakt slechts 3.86% van de bevolking uit tegen een landelijk gemiddelde van 13.61%. De bevolking van Uithoorn is bovendien ook bijzonder actief wat het scheppen van een prettige levenssfeer betreft en het lijkt wel alsof dit een gevolg is van de houding van hun burgemeester. “Hij is onze Churchill”, zei een inwoner van De Kwakel ons, en daar zit wel wat in.
Ook bij burgemeester Koot die korte gedrongen houding. De scheve mond waarin hij een fikse sigaar en de driftige manier van voortbewegen. Voeg daarbij een groot gevoel van humor, een geweldige hekel aan schotjesgeest, een afkeer van formalisme en een buitengewone vriendelijkheid en u hebt ongeveer een beeld van de man die Uithoorn zo’n vooraanstaande plaats heeft gegeven in Amstelland.

Kwakelse bloemen
Elke week wordt bij de woning van de burgemeester een bos bloemen uit De Kwakel bezorgd; een fleurig huldebetoon voor hetgeen hij voor dit kerkdorp heeft gedaan. Want dank zij zijn initiatieven werd De Kwakel verlost van de ontstellende armoede die in het dorp heerste toen de groenteteelt nog het hoofdbestanddeel vormde.
Toen in de dertiger jaren de werkverschaffing werd ingesteld, zorgde de burgemeester ervoor dat de minister van landbouw een bezoek aan het groentecentrum bracht. De heer Koot toonde de minister de ellende waarin de Kwakelaars leefden en dankzij zijn bemiddeling ging de regering ermee akkoord dat de kwekers in het kader van het werkverschaffing in hun eigen tuintjes mochten werken. Later was burgemeester Koot een van de vechters voor de instelling van een voorlichtingsdienst voor de tuinbouw. De gevolgen waren vérstrekkend. De bevolking stapte over op de bloementeelt en het dorp kreeg meer levensvatbaarheid en welvaart.

Varkensoorlog
Over de dertig jaar burgemeesterschap van de heer Koot zijn talrijke prachtige verhalen in omloop. Een van de fraaiste daarvan is de geschiedenis die vooraf ging aan zijn benoeming tot ridder in de orde van Oranje Nassau in 1951.
Het begon allemaal met een dreigende varkensoorlog in De Kwakel. Dat was in de tijd dat er nog een vleesdistributie was. Ambtenaren van de economische controledienst ontdekten dat De Kwakel rijkelijk was voorzien van clandestien geslachte varkens. Zij wilden hiertegen optreden, maar deden dit op een manier die de Kwakelaars tegen hen in het harnas joeg. Als één man verzette het dorp zich tegen acties van de ambtenaren, zodat deze onverrichter zake moesten terugkeren. De hulp van de vliegende brigade van de rijkspolitie werd ingeroepen en op een ochtend rukten deze manschappen het dorp in. Maar weer kwam de bevolking in opstand; ook van de politiemensen wilden zij niets accepteren. Aan de ene zijde van het dorp stonden de Kwakelaars, aan de andere zijde de politie.
Er ontstonden schermutselingen en de politiemacht overwoog gebruikt te maken van de wapenen. Op dat moment werd een ijlbode naar de burgemeester gezonden met het verzoek te bemiddelen. De heer Koot slaagde er inderdaad in het dreigende gevecht met enkele woorden te voorkomen. Een dag later verscheen in De Volkskrant een artikel over de overval. Dit bericht las de commissaris van de koningin, die onmiddellijk burgemeester Koot op het matje riep, omdat deze de voorschriften had overtreden door een opmerkelijke politionele actie niet aan hem te melden.

Onderscheiding
Enige tijd daarna belde het kabinet van de commissaris weer naar Uithoorn: Of de burgemeester bij de commissaris wilde komen. “Wat zal ik nu weer fout hebben gedaan”, moet de heer Koot hebben gedacht toen hij alle stukken die de laatste tijd aan de orde waren geweest bij elkaar zocht om een eventuele fout op te sporen.
Gewapend met twee dikke dossiers ging hij naar Haarlem. Toen hij een beetje onzeker voor Baron de Vos v. Steenwijk stond, hoorde hij dat hij door de koningin was onderscheiden. De gezichtsuitdrukking van de heer Koot moet onvergetelijk zijn geweest. Want hij was volgens de daarvoor geldende bepalingen nog niet aan de beurt voor een dergelijke onderscheiding en het feit dat hij toch door de commissaris was voorgedragen betekende een grote eer.

Woede-uitbarsting
Eén keer in zijn dertigjarige loopbaan is de burgemeester in een groot conflict gekomen met Den Haag. Dat was toen hij enkele jaren geleden naar de residentie ging om de laatste formaliteiten te vervullen die nodig waren voor de bouw van een zwembad in Uithoorn.
Alles was eigenlijk al in orde en de burgemeester verwachtte dat hij bij terugkeer in Uithoorn wel kon mededelen dat het zwembad kon worden gebouwd. In Den Haag kreeg hij echter het bericht dat Uithoorn niet in aanmerking kwam. Wel was toestemmin gegeven voor een aantal andere zwembaden, maar Uithoorn was daarbij niet.
Even bleef burgemeester Koot na dit bericht stil, toen barstte hij in woede uit. Wat zij in Den Haag wel niet dachten, potverdorie; die zwembadzaak was al bijna rond en nou zou het plan opeens zijn afgevoerd. Dat was een schandaal en hij zou de Staten-generaal inschakelen om dit vieze zaakje uit te zoeken. Razend en tierend verliet de burgemeester het departement, daar was men zó geschrokken dat Uithoorn werd opgebeld. “Uw burgemeester is hier zo enorm kwaad geworden dat we eigenlijk bang zijn dat hij niet heelhuids in Uithoorn komt. Hij liep paars aan”. Gelaten wachtte men op het stadhuis op de komst van de burgervader. Enkele uren later kwam hij binnen: doodsbleek en nog natrillend van kwaadheid. Zijn felheid was er echter de oorzaak van dat men in Den Haag ging onderzoeken waarom het zwembadplan voor Uithoorn was afgewezen. Het bleek toen dat òf in Haarlem òf in Den Haag een fout was gemaakt en dat Uithoorn wél een zwembad mocht bouwen. Het duurde een week voordat de burgemeester hiervan bericht kreeg. Een zucht van verlichting ging door het stadhuis, want in de dagen die aan deze mededeling vooraf gingen, was de burgemeester niet bepaald in een stralend humeur.
En zo zijn er talloze verhalen over burgemeester Koot in omloop; verhalen die men in Uithoorn gnuivend aan elkaar vertelt, want daar vecht men mee met zijn burgemeester en zijn successen zijn ook hun overwinningen.

Op de receptie van volgende week zullen ze misschien wel worden opgehaald. Misschien komt dan ook het verhaal van de brandende lucifer die de burgemeester in zijn doosje stak met gevolg dat het doosje later in zijn broekzak in brand vloog en de burgervader zich in het raadhuis snel van zijn pantalon moest ontdoen, tot ontzetting van een juist binnenkomende werkster. Die verhalen zullen wat plezier brengen op dat afscheid, het enige plezier op deze zware dag voor de burgemeester en zijn gemeente.

Afscheidsprogramma
Vrijdag in LTS
Het programma voor het afscheid van burgemeester C.M.A. Koot op woensdag 17 februari ziet er als volgt uit:
10.30 uur: buitengewone raadsvergadering.
14.30 uur: huldigingsbijeenkomst in de LTS aan de Zijdelweg.
17.00 uur: receptie voor genodigden.
19.00 uur: receptie voor verenigingen.
20.00 uur: receptie voor de burgerij.
Mede op verzoek van burgemeester Koot heeft men besloten op de dag van het afscheid niet te vlaggen.

TRADITIE
In de dertig jaar dat de heer Koot burgemeester van Uithoorn is heeft hij nimmer een nieuwjaarstoespraak of een nieuwjaarsreceptie gehouden. “Ik heb er zelf een verschrikkelijke hekel aan om te luisteren naar mensen die niets interessants vertellen en daarom wil ik de mensen ook niet vervelen met nieuwjaarsgeleuter. En mede omdat hij een afkeer heeft van traditie is deze nieuwjaarstraditie ontstaan.

Een ferme handklap bezegelde deze kaaskoop van burgemeester Koot die ongeveer 28 jaar geleden werd gedaan. De handel vond plaats op een boerenwagen langs de Amstel.

De kijker op
Vertrek van burg. Koot
We zouden haast zeggen, nu we minister Luns met de narrenkap op lustig hebben zien rondspringen, dan mogen we het ook wel hebben over “broodje van Kootje”, als we heel graag nog iets willen zeggen bij het aanstaande heengaan van de burgemeester van Uithoorn. Want niet minder dan de minister, zit ook burgemeester Koot bij de humoristen in de eerste klasse-Alaaf! En zit eigenlijk in die humor niet de keur van de waar, want wie kent het leven beter dan de ware humorist?
Of burgemeester Koot Uithoorn kent – o f Uithoorn burgemeester Koot kent – we schrijven dit verder maar niet uit. Jazeker, ook het broodje was bij burgemeester Koot wél vertrouwd. Hij was hier immers ook in de dertiger jaren de eerste burger en toen heeft men echt wel kunnen spreken van “het brood van Koot”, waarvoor hij de middelen wist te vinden. Vraag er maar de Kwakelaars naar. Welke burgemeester krijgt ’s wekelijks bloemen uit bijzondere erkentelijkheid?

Lees er de herinneringen in onze krant van vandaag op na. Enige punten willen we er even uitlichten. Er spreekt beklag uit over de opvolger van de burgemeester. Dit spreekt een duidelijke taal. Als mevrouw Koot gevraagd wordt over bijzondere hoogtepunten in de dertig jaar burgemeesterschap van haar man, dan is het: “Ach, het zijn eigenlijk allemáál hoogtepunten”. En als wat verder gezegd wordt: “en reken maar, dat hij chauvinistisch is”, dan houdt dit eens een keer een gunstige beoordeling in, want: reken maar, dat burgemeester Koot een vechter voor zijn gemeente(naren) is geweest! Zou hij het ook nu deze laatste dagen nog niet zijn?
“Hij laat zijn gemeente achter als een groot Koot-monument” is dat niet de grootste lof, aan een burgemeester uit te reiken? Hij heeft van het agrarisch dorpje een industrie- en forensenplaats gemaakt, voor de vormgeving in een gelukkige tweebond met de stedebouwkundige prof. Wieger Bruin.
De heer Koot heeft het altijd fijn gevonden burgemeester te zijn, en met name van Uithoorn, waar zoveel wilde lukken, voor zo’n groot deel door hem. Zo’n burgemeesterschap is een begenadigd burgemeesterschap, dat de man zelf niet minder geeft, dan hij de zaak ten goede doet komen. En de vrouw – mogen wij er in alle recht aan toevoegen, want mevrouw Koot was een burgemééstersvrouw, en dus zeker de hélft!
Onze beste wensen vergezellen het echtpaar-Koot!
J.Kl.

Dertig jaar geleden:
Wethouder Verwoerd installeert burg. Koot
“Ik was hartstikke blij met hem”
Uithoorn – Precies dertig jaar geleden installeerde loco-burgemeester D. Verwoerd de heer Koot als burgemeester van Uithoorn. De heer Verwoerd, nu 75 jaar, heeft 28 jaar met de nieuwe burgemeester samengewerkt. Sinds 1923 zat in de raad en voor de oorlog was hij acht jaar wethouder. In totaal heeft hij onder vier burgemeesters gewerkt. In zijn woning aan de Amsteldijk hebben wij hem naar zijn herinneringen aan burgemeester Koot gevraagd. Hoe reageerde hij toen hij hoorde dat de heer Koot burgemeester zou worden in Uithoorn?
“Nou ik was hartstikke blij. Eerst hadden we Vos de Waal als burgemeester en toen kwam Koot. Ik vond dat geweldig, want die Koot bleek een pittige vent, dat bleek al gauw. Altijd hebben we prettig met elkaar samengewerkt. Nou moet u weten dat wij alle twee nogal heethoofdig zijn en dat merkte je soms wel in de discussies, maar we hebben ook wat afgelachen. Burgemeester Koot hield de touwtjes goed strak en in de gemeenteraad, waarin het vóór zijn tijd nogal eens woest was toegegaan, werd het veel rustiger; geen rellen en zo. Het eerste wat hij deed was het aankopen van grond voor huizenbouw en ondanks de tegenwerking slaagde hij erin steeds meer aankopen te doen.

Zat maken
Hij was niet te overladen”, zegt de heer Verwoerd en waarschijnlijk is ook dat de reden dat hij zo snel in de gemeente ingewerkt raakte.
“Wij hebben samen heel wat uitgehaald dat niet voor publikatie geschikt is. Als we in Den Haag voor een of ander verzoek waren afgewezen, dan zeiden we tegen elkaar: “Wanneer gaan we weer? Over twee weken dan maar, want zij moeten in Den Haag zat van ons worden”.
Ook de heer Verwoerd legt er de nadruk op dat burgemeester Koot zo veel waardering voor zijn mensen heeft.
“Steeds en overal is hij opgetreden als een burgervader die voor alles en iedereen belangstelling heeft. Bovendien heeft hij een enorm scherp oog. Niets ontgaat hem en alles wat voor de gemeente is onthoudt hij; het openen van winkels, het bijwonen van recepties, noem maar op.”
En de heer Verwoerd vertolkt de gedacht van zeer veel Uithoornaars wanneer hij zegt: “Voor zijn opvolger zal het hier in het begin erg moeilijk worden.
Want wat deze man ook doet, altijd zal hij worden vergeleken met Koot. Eén voordeel heeft de nieuwe burgemeester: zijn bedje is netjes opgemaakt door zijn voorganger”.

Mevrouw Koot: Ik ben niet jaloers op Uithoorn
Burgemeester als pastoor door De Kwakel
“De laatste tijd is hij helemaal nooit thuis. Als ik hem spreken wil, mag ik wel een audiëntie aanvragen. Ik zeg wel eens tegen hem: ”Zeg dan toch eens nee tegen die mensen.” Maar dat kan-ie niet. Oh ja, thuis bromt hij wel eens en pruttelt hij wat, maar hij gaat steeds. Elke week weer”.
In de burgemeesterswoning aan het Zijdelveld kijkt mevrouw Koot glimlachend uit het raam dat uitzicht geeft op het onstuimig golvende Zijdelmeer. Het is alsof ze die de revue laat passeren. Na een korte stilte zegt ze: “Mijn man heeft altijd een bijzonder druk leven gehad. Ik heb steeds geprobeerd voor hem een rustpunt te maken waar hij nieuwe krachten voor zijn werk kon opdoen. Ik heb me nooit bemoeid met gemeentezaken, maar ik luister er wel naar. Soms zaagt mijn man hele avonden door over die onderwerpen. Ik luister aandachtig en probeer om hem dan met een enkel woord te steunen.

Vlug, vlug
Er gaat vrijwel geen avond voorbij of er bellen wel mensen uit Uithoorn die mijn man voor gemeentezaken willen spreken. Dat zijn ze vanaf het begin gewend. Ze beschouwen hem als lid van hun gezin en mijn man luistert altijd naar ze. De laatste dagen hoor ik steeds: “Nog even vlug dat en dan nog even dit, dat is prettiger voor mijn opvolger”, en zo is er altijd wat. Toch ben ik niet jaloers op Uithoorn, al zou ik er wel reden voor hebben.
In de vakanties gaan we altijd naar het buitenland, want in Nederland is het geen doen. Overal komt hij wel bekenden tegen met wie hij over gemeentezaken gaat praten. En om dat te voorkomen, zoeken we steeds de verre rust.”

Vechtpartijen
Dertig jaar geleden kwam het echtpaar Koot in Uithoorn. Omdat er voorlopig nog geen andere woning beschikbaar was, nam het zijn intrek in het 12 kamers tellende huis waar nu rederij Theodora is gevestigd. De bevolking van Uithoorn kon al dadelijk goed overweg met de Koots, al keken ze in het begin wel vreemd op toen ze zagen dat mevrouw Koot steeds op de fiets haar boodschappen deed. Later wenden zij daar aan en de fietsende burgemeestersvrouw werd, zoals zij het zelf uitdrukt “een vertrouwd dorpsbeeld”. De gemeente telde toen ongeveer 3900 inwoners, maar de problemen waren er niet minder door. Nog ziet mevr. Koot het schrikbeeld van de kermissen en het café-vertier voor zich, dat vaak werd opgesierd door fikse vechtpartijen door jongens uit de omgeving die in Uithoorn de boel eens op stelten wilden zetten.
“We hadden hier toen twee veldwachters,” zegt mevrouw Koot, “echt van die figuren uit Dik Trom en als er weer eens ergens stevig werd gevochten, dan trommelden zij mijn man op om de boel te sussen. Hij ging altijd mee en vaak dacht ik: Hij komt nooit terug, want bij de vechtpartijen bleven de messen niet verborgen, maar het is gelukkig steeds goed afgelopen.
Deze woorden van mevrouw Koot doen het silhouet van het moderne Uithoorn verdwijnen en in de plaats komt het kleine dorpje met de lage oude huisjes. Hoogtepunten in het dorpsleven: de kermis, de veemarkten en de kaasmarkt. In dat dorpse dorp begon burgemeester Koot zijn ongekende hoeveelheid energie te benutten. De bevolking voelde dat zij een burgemeester had waar zij op aan kon en dat zij een burgemeestersvrouw had die klaar stond om hen te helpen. Zo groeide een verstandhouding die later tot enkele opvallende uitingen van aanhankelijkheid zou leiden.

Onderduiken
Toen Nederland door de Duitsers was bezet, kreeg burgemeester Koot van kardinaal De Jong het dringende advies op zijn post te blijven. Ook de dominees waarmee de burgemeester ruggespraak had, raadden dat aan. Conflicten met de Duitsers konden echter niet uitblijven. “Ik weet nog goed”, zegt mevr. Koot, dat we in 1940 onze intrek namen in de nieuwe ambtwoning aan de Raadhuisstraat. De verhuizing gebeurde midden in de nacht, omdat de Duitsers van plan waren de woning te vorderen wanneer deze helemaal klaar zou zijn. We besloten ze voor te zijn en gingen in het niet afgebouwde nieuwe huis wonen. Toen de Duitsers overgingen tot het vorderen van schepen, vond mijn man het welletjes. Hij legde zijn functie neer en dook onder, onder andere in Amsterdam.
En juist toen hebben we gemerkt hoe geweldig de mensen hier met ons meeleefden. Iedere week kwam er op ons onderduikadres een koffer vol geschenken, zo veel dat wij enkele andere gezinnen ook konden laten meegenieten. Er zaten ook levensmiddelen in en nooit zal ik vergeten hoe ik op een keer een groot brood te voorschijn haalde waarop met grote letters stond: Tot spoedig weerziens”.
In 1942 werd onze jongste dochter geboren en toen was het helemaal iets geweldigs. We kregen niet minder dan 144 cadeaus, waaronder een taart, vlees, boter, kaas, babyzeep en snoepbonnen. Ik heb alles in een album geschreven zodat onze dochter Jacqueline nu nog kan zien hoe geweldig onze burgerij is”.
Tweemaal werd burgemeester Koot door de Duitsers gevangen genomen. Beide keren werd hij bevrijd door professor dr. J. Waterink.

Uitdaging
Toen hij na zijn eerste bevrijding weer in Uithoorn kwam, had de bevolking het huis uitbundig met bloemen versierd. En ondanks de schaarste aan voedsel bevond zich onder de welkomstgeschenken ook een grote omelet. De Duitsers beschouwden dit allemaal als een tergende uitdaging en zij namen de burgemeester opnieuw gevangen.
De oorlogsjaren werden voor de familie Koot afgesloten met een geschiedenis waarom waarschijnlijk tijdens familiereünies nu nog daverend wordt gelachen.
“Kort voor de bevrijding had mijn man van hogerhand bericht gekregen dat hij zich klaar moest maken om zijn post weer in te nemen”. Op 4 mei kwam de burgemeester weer in zijn gebied. Statig wandelde hij door De Kwakel, maar niemand van de vermagerde Kwakelaars herkende hem. Wie zou achter die plechtig lopende geestelijke, in de kleding van een pastoor ook de burgemeester hebben kunnen herkennen? Alleen het fraaie pastoorshoedje maakte dat al onmogelijk.
In het Kwakelse klooster wachtte de burgemeester de Bevrijdingsdag af. De intocht in Uithoorn was groots. Per versierde boot ging de familie de Amstel af. De Uithoornaars juichten uitbundig en met moeite kon het burgemeestersgezin later het marktplein bereiken. Daar zou de burgemeester een toespraak houden. Juist op het moment dat hij aan zijn speech wilde beginnen, stormden de Duitsers het plein op. Verraders in het dorp hadden de bezetters die nog in Aalsmeer waren gelegerd, gewaarschuwd dat burgemeester Koot weer terug was en dit werkte op de Duitsers als een rode lap op een stier. “Binnen een mum van tijd was alles en iedereen weg”, vertelt mevrouw Koot. “De mensen klommen bij elkaar op de fietsen. Ik vluchtte de pastorie in. Mijn man ging verder de polder in”.

Chauvinistisch
Na de bevrijding begon de grote ontwikkeling van Uithoorn. De industrieën kwamen, Uithoorn kreeg grote uitbreidingen en bij vrijwel elke raadsvergadering kwam de burgemeester met nieuwe initiatieven. Wat heeft hij van alle dingen die hij bereikte nu als het grootst gezien? Mevrouw Koot aarzelt even en dan: “Eigenlijk zijn het allemaal hoogtepunten. Alles bracht problemen mee, elk plan dat werd gerealiseerd ontketende hier een soort feeststemming. Het sportpark, de industrie, het zwembad, het zijn allemaal hoogtepunten”.
Ook mevrouw Koot ziet enorm op tegen het afscheidsfeest van volgende week. “Het liefst was mijn man zonder feest, stilletjes weggegaan, maar dat kan nu eenmaal niet. Het afscheid zal erg moeilijk worden. Ook van zijn ambtenaren, want voor hen heeft mijn man een enorm groot hart. Hij vraagt het uiterste van ze, maar hij vecht ook voor ze.” Een andere kenmerkende karaktertrek omschrijft zij enkele seconden daarna:
“Hij staat steeds boven de partijen. Hij wil trachten een goed christen te zijn en steeds de mens voor ogen houden.”
Het burgemeestersgezin zal Uithoorn niet de rug toekeren, daarvoor is het te veel gehecht geraakt aan Uithoorn. De heer Koot zal dus wel elke zondag op de voetbaltribune zijn te zien. “Hij slaat geen wedstrijd over”, aldus zijn vrouw, “en reken maar dat hij chauvinistisch is.”

Op onze vraag hoe zij het best het karakter van haar man zou omschrijven, blijf mevrouw Koot het antwoord niet lang schuldig. “U heeft een vorige maal eens in dit verband de kreet “Geen geleuter” gebruikt. Nou, dat is hem helemaal. Die kreet is hier trouwens in huis een gevleugeld woord geworden en verder….. hij is een man die niet van tradities houdt. Het liefst leeft hij zonder show. Hij is een eenvoudig natuurmens”.

Prof. Dr. J. Waterink
… redder…

Dit is de eerste foto die van de heer Koot als burgmeester werd genomen. Op 16 februari 1935 vond in Uithoorn zijn installatieplechtigheid plaats. Loco-burgemeester D. Verwoerd (rechts), die nog achtentwintig jaar met de heer Koot zou samenwerken, verrichtte de installatie.
In dit verhaal toont mevrouw Koot ons enkele bijzondere aspecten uit de dertig Uithoornse burgemeestersjaren van haar man. Mevrouw Koot is zelf ook bijzonder actief voor de gemeente. Niet alleen is zij presidente of bestuurslid van verscheidene verenigingen, maar bij voor- en tegenspoed is zij altijd vlak naast de bewoners van Uithoorn te vinden. Zo veel mogelijk bezocht zij recepties, uitvoeringen van verenigingen en echtparen die vijftig jaar zijn getrouwd. Ook verricht zij veel welfarewerk. Een van haar grootste taken is echter om haar man die sfeer te geven waarin hij zich voor 100% voor de gemeente kan inzetten.

Bron: De Amstelander 1965 – Gedigitaliseerd voor Corinne Hogenboom 2016