December 2021 Introductie Mobiele Museum
Artikel uit: UITHOORNZ & DE KWAKEL December 2021
MOBIEL MUSEUM BRENGT HISTORIE UITHOORN EN DE KWAKEL DICHTBIJ
MOBIEL MUSEUM Een museum, dat bestond nog niet in Uithoorn en De Kwakel. Tot de komst van het mobiele museum, een initiatief van Stichting De Kwakel Toen & Nu en Stichting Oud Uithoorn/De Kwakel. UithoornZ & KwakelZ Magazine sprak met initiatiefnemers Ben Plasmeijer en Ben Voorend.
Met hulp van vrijwilligers en sponsoren is een aanhanger omgetoverd tot mobiel museum, dat tijdens festiviteiten in de gemeente op verschillende plekken kan worden ingezet. Het mobiele museum zou 27 november feestelijk worden onthuld, maar dat is vanwege corona uitgesteld tot het voorjaar.
Ben Plasmeijer en Ben Voorend zijn initiatief nemers van het museum. ‘Het idee voor de museumkar werd voor het eerst geopperd tijdens een feest ter gelegenheid van het 12,5 jarig bestaan van de Stichting De Kwakel Toen en Nu,’ vertelt Plasmeijer. ‘Een vast museum zou lastig worden binnen de gemeente. Daar heb je allereerst een pand voor nodig, en vervolgens gaat het om de financiering. Zo ontstond het idee voor een mobiel museum.’
Aanhanger
Plasmeijer vervolgt: ‘In eerste instantie dachten we aan het ombouwen van een SRV-wagen, of het zelf vervaardigen van een grote kar. Toen kwamen we echter een geschikte, nieuwe aanhanger tegen. Het ombouwen van deze aanhanger was veel minder kostbaar dan wanneer we zelf aan het klussen moesten slaan. Dankzij fondsen en sponsoren uit het lokale bedrijfsleven konden we de aanhanger aanschaffen en met behulp en de inzet van vrijwilligers hebben we de kar kunnen inrichten als museum.’
Corona
Het mobiele museum had eerder klaar kunnen zijn, ware het niet dat corona roet in het eten gooide. Maar inmiddels is de kar een aantal keer ingezet. ‘De eerste keer dat we het museum konden tonen aan publiek was tijdens de fietstocht langs kwekerijen rond De Kwakel op 21 augustus,’ aldus Voorend. ‘Onlangs deden we mee aan Qua Kunst en Ambacht, de kunstroute in De Kwakel. Toen stonden we bij Bruinsma.’ De reacties van Kwakelaars waren positief, vertelt Plasmeijer. ‘Zij werden weer teruggenomen naar hun kindertijd.’ Bij Bruinsma was er minder animo. ‘Het bezoek viel een beetje tegen, in verband met het slechte weer. Mensen kwamen bovendien vooral voor de kunst, en waren minder geïnteresseerd in de historie.’
Geen vaste collectie
Het mobiele museum heeft geen vaste collectie. ‘Dat is het mooie: het museum kan telkens anders worden ingericht. Dankzij het foto-ophangsysteem kunnen foto’s makkelijk gewisseld worden. Zo kan het op verschillende plekken worden ingezet, bij diverse festiviteiten in zowel Uithoorn als De Kwakel. Bij jubilea van buurthuizen, verenigingen of bedrijven bijvoorbeeld, of bij (geschiedenis-) projecten van scholen, maar ook tijdens Koningsdag of de 5 mei viering,’ aldus Voorend. ‘De museumwagen is natuurlijk ook van de partij tijdens de typische Kwakelse feesten als de Kwakelse Kermis en het Polderfeest.’
Vrijwilligers
Om het museum op grotere schaal in te zetten, zijn nog wel vrijwilligers nodig. “We kunnen niet elk weekend met het museum ergens staan,” aldus Voorend. “En als het museum ergens ter gelegenheid van een jubileum of festiviteit staat, is het fijn wanneer er mensen beschikbaar zijn die iets van de historie afweten.” Plasmeijer doet daarbij ook een beroep op de jongere generatie. De gemiddelde leeftijd bij de historische verengingen is vrij hoog. “We hebben destijds bewust een stichting opgericht, zodat het archief en de kennis over het dorp behouden zouden blijven. Nieuwe aanwas van bestuur en vrijwilligers kunnen we zeker gebruiken.’>>
Het mobiele museum is nu ingericht met bijzondere decoratiestukken van ‘ome Toon’, oftewel Toon de Wit. Hij was vroeger conciërge op de lagere school in De Kwakel en overleed in 2012. ‘Zijn handen konden alles maken wat zijn ogen zagen,’ zegt Plasmeijer. De stukken, allerlei gebouwen en kermisattracties in miniatuurvorm, stonden vroeger in zijn tuin aan de Mgr. Noordmanlaan in De Kwakel. ‘Toon was een hobbyist en een topknutselaar,’ vertelt Plasmeijer.
Eigenhandig gemaakt
‘Hij maakte die miniaturen zelf, van onder meer zink dat hij op het oog, zonder tekening. Ze stonden in zijn tuin te pronken. Die tuin zag er uit als een plaatje, met de miniaturen en volop bloemen. Zijn tuin trok veel bekijks. In de winter waren de miniaturen verlicht, en draaiden de kermisattracties. Veel kinderen gingen voor het slapengaan nog even kijken naar de tuin van Toon.’
Torentje van de premier
Plasmeijer: ‘We hebben alle items opgeknapt. Zo heeft hij onder meer een miniatuurversie van de Amsterdamse Waag, het torentje van de premier in Den Haag en het Muiderslot gemaakt. De kleinzoon van Toon had het Muiderslot op zijn balkon staan. Daar had het nogal te leiden onder de weersinvloeden. Via zijn moeder Willy heeft het Muiderslot zijn weg weer naar De Kwakel gevonden. Dirk Plasmeijer heeft het opgeknapt. Het was een monnikenwerk: er moesten acht verflagen vanaf worden gehaald, om het opnieuw in oude luister te kunnen herstellen. Ome Toon keek niet op een verflaag meer of minder. Hij kocht zelf nooit verf, maar kreeg alles cadeau.’
Kinderen
‘De kermisattracties werken nog,’ aldus Voorend. ‘Deze zijn met knoppen te bedienen, zodat ze afzonderlijk aan en uit kunnen worden gezet. Dat maakt het museum ook leuk voor kinderen. We kunnen het museum dan ook goed bij schoolprojecten inzetten,’ besluit Voorend.