Berry Verlaan - 17 juli 2008
DE KWAKEL - Elke week wordt een Uithoornaar of Kwakelaar door het WItte Weekblad geïnterviewd. Hij of zij nodigt zelf een opvolger uit en bedenkt de eerste vraag. Vorige week nodigde Theo Vlasman Berry Verlaan (60) uit. Berry is een echte Kwakelaar. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en drie kleinkinderen. Destijds was Berry de 5000e inwoner van de gemeente Uithoorn en dat leverde vooral zijn ouders veel leuke extraatjes op in de vorm van voedselbonnen en een spaarbankboekje met 100 gulden. Berry werkt in de tuinbouwsector, voor zijn werk is hij geregeld in het buitenland geweest. Theo wil hem vragen hoe de verhoudingen tussen werknemers en werkgevers daar zijn. Die verhouding is vergeleken met de Westerse Wereld, heel anders.
Ketting gesprekken - 17-08-2008 - Berry VerlaanOp de eerste vraag antwoordt Berry: "Voor mijn werk ben ik veel in landen in Zuid- Amerika, India, China en Japan geweest. In al die landen is er een verschil tussen de werknemers en werkgevers, maar in het ene land zijn de omstandigheden nog slechter dan in het andere land. In veel landen is de werknemer echt een nummer. Werknemers werken voor 1,5 à 2 dollar 8 à 9 uur per dag. Vroeger was dat zeven dagen per week, maar dat aantal uren is teruggebracht naar een veertigurige werkweek, hoewel dat nog niet overal zo is. In de rozenteelt moet wel zeven dagen per week gewerkt worden en daar zijn wel mensen voor nodig. In de afgelopen jaren is er ook wel het één en ander veranderd binnen het sociale verkeer. Bedrijven krijgen certificaten toegekend als alles in orde is. Toen ik in 1985 voor het eerst in Costa Rica kwam, was ik nog niet gewend aan die andere culturen en ben ik best geschrokken.
Aan de andere kant waren de omstandigheden voor de mensen die er werkten, in hun ogen normaal; ze wisten niet beter en dat gold ook voor de werkgevers. Ik kwam er als teelttechnisch adviseur en ik had te maken met de managers van de bedrijven. Mijn functie was om hen inzicht te geven in het teeltproces en de mensen zo op te leiden dat het de teelt ten goede kwam. Met de werknemers had ik niet echt veel te maken. Ik zag de verschillen wel met landen als Nederland en die waren echt groot.
De werknemers voerden bepaalde werkzaamheden uit en zolang ze maar wisten wat ze moesten doen, was het prima. Er werd makkelijk met mensen omgegaan. Inmiddels is er erg veel veranderd, vooral door landen als Nederland en Duitsland, die de kwaliteit van het product van een bedrijf belangrijk vinden, maar de sociale zorg ook. In landen als Korea en Japan gaat het al veel beter doordat er veel kleine familiebedrijfjes actief zijn, maar een land als China blijft nog wat achter. De bedrijven worden ook nog op een betrekkelijk primitieve manier gerund. Wij hebben een Arbowet, maar in die landen bestaat dat niet. Vanuit het Westen zou er nog meer aandacht moet worden besteed aan dit onderwerp. Dat er veel veranderd is, is een feit. Zo komt bijvoorbeeld kinderarbeid binnen deze sector niet meer voor. Er zijn vakbonden gekomen en de werknemers worden in sommige landen al beter voorgelicht over hun rechten maar de weg is lang."
Hoe bent u in de tuinbouwsector gekomen en wat is er zo leuk aan het werk?
"Ik heb al ruim veertig jaar binnen de sector gewerkt. Op mijn 17,18e jaar ben ik begonnen bij Pouw Rozen, als productiemedewerker. Het is een veredelingsbedrijf. Voor mijn werk heb ik veel gereisd.
Als teelttechnisch adviseur was ik geregeld drie tot vier maanden per jaar van huis om in andere landen advies te geven. Dat ik in de tuinbouwsector ging werken, was niet zo vreemd; in De Kwakel hadden we veel kwekerijen. Als jonge jongen ging ik net als vele anderen bij een kweker aan de slag. Ik heb de banketbakkersopleiding gevolgd en hoewel ik het heerlijk vind om te kokkerellen, heb ik er voor mijn vak nooit iets mee gedaan. Ik koos toch voor de bloemen en binnen het bedrijf heb ik een enorme groei meegemaakt - van het bedrijf, maar ook persoonlijk. Ik kreeg de kans om in het bedrijf alles te leren en verder te groeien. Door mijn werk, het vele reizen en bezoeken van verschillende landen heb ik veel ervaring opgedaan, maar ook veel mensen leren kennen. De ontwikkelingen binnen de teelt van bloemen heb ik van dichtbij meegemaakt en de veranderingen waren groot. Vroeger werd er bijvoorbeeld op volle grond geteeld, nu is dat vervangen door substraat. Pouw Rozen was in de jaren tachtig de grootste rozenkweker van Nederland. De kwekerij behoorde tot de meest toonaangevende en innovatieve kwekerijen van Nederland. Inmiddels werk ik sinds 2007 met plezier bij Terra Nigra."
Hoe ziet u de toekomst voor de kwekers?
"Voor kwekers is het een roerige periode. Het is moeilijk om de sector rendabel te maken. Veel kwekers moeten daarom gedwongen stoppen en ik denk dat er binnen vijf jaar landelijk gezien nog maar de helft over is van het nu gebruikte aantal hectaren (550) dat gebruikt wordt voor rozenteelt. Nu al wijken kwekers uit naar het buitenland omdat er voordelen te behalen zijn. Het telen is daar goedkoper, maar ook dan is het niet makkelijk. Vliegen werd duurder en veel producten die moeten worden ingevoerd voor de tuinbouw, zoals kassen, kunstmest en plastic, worden ook duurder. Aalsmeer en het Westland zijn de grootste handelsplaatsen van de wereld waar alles op bloemengebied te krijgen is, maar langzaam aan komt,er een gebrek aan Nederlandse bloemen en gaat het enkel om handel in bloemen die in het buitenland geteeld zijn.
De export van bloemen is een sterk punt van Nederland, maar willen we dat zo houden, dan moet er iets gebeuren. Wij hebben de kennis en die moeten we gebruiken."
Heeft u nog iets toe te voegen aan dit Kettinggesprek?
"Ik denk dat de overheid de sector een stap tegemoet moet komen om de tuinbouwsector in ons land levensvatbaar te kunnen houden. Ik ben bang dat ons land, dat altijd een exportland is geweest, op het gebied van tuinbouwproducten een importland wordt. Die ontwikkeling zou binnen vijf jaar al kunnen doorzetten als er nu niets wordt gedaan. De kennis is aanwezig in ons land, er zijn mensen die willen telen en we moeten de innovatie gebruiken om een exportland te kunnen blijven. In het andere geval zullen onze ontwikkelingen nog meer dan nu aan het buitenland verkocht worden, waar er wel geld voor is en zullen andere landen ons op dit gebied voorbij streven."
WIe wilt u uitnodigen voor het volgende Kettinggesprek en wat wilt u vragen?
"Ik wil graag Puck Bruine de Bruin uitnodigen. Zij zet zich actief in voor Stichting de Zonnebloem afdeling De Kwakel- Vrouwenakker. Iedereen kent De Zonnebloem wel, maar wat doen deze vrijwilligers precies? Dat is me onduidelijk. Ik ben benieuwd naar de activiteiten van deze organisatie, "
Witte weekblad Foto: Jaap Maars