Danny Plasmeijer - 01 November 2012

DE KWAKEL - Zes dagen per week is hij op het voetbalveld of langs de lijn bij sportvereniging KDO te vinden. Danny Plasmeijer speelt in de selectie en is hoofdtrainer bij het meidenvoetbal. Vorige kandidaat Frank van der Meer is leider van een van de meisjesteams.

Hij wil graag van Danny weten hoe het meidenvoetbal is ontstaan en hoe Danny de toekomst ervan ziet. ,,Vijf jaar geleden trainde ik teams bij de jongens waar vier meisjes in zaten. Aan het eind van het seizoen kwam er een vijfde meisje bij. Toen ontstond het idee om een eigen team te beginnen. We hebben de meiden aangespoord om vriendinnen te vragen. Met veel moeite zijn we in augustus gestart met zeven meisjes. Binnen twee weken waren het er dertien. We zijn voorzichtig begonnen. Het was een soort pilot. Ik ben het puur voor die meiden gaan opzetten. Maar het beviel goed. Er was veel interesse. Toen hebben we een vriendinnendag georganiseerd met de KNVB. Daarna kwamen er nog meer bij en sindsdien is het echt gaan groeien. Ook landelijk gezien is meidenvoetbal de snelst groeiende sport. Nu zijn er 65 meiden verdeeld over vijf teams."

Welke verschillen zie je bij jongens- en meisjesteams?

,,Meisjes zijn net zo fanatiek en gedreven als jongens. Maar jongens zijn meer met prestatie bezig. Meiden willen natuurlijk ook winnen, maar daarnaast zijn gezelligheid, plezier en saamhorigheid belangrijk. Meiden kakelen je de oren van het hoofd. Het zijn de verschillen zoals je die normaal ook ziet. Er zat een keer een vlinder op de bal. Al die meiden eromheen. Jongens zouden het niet eens gezien hebben. Bij het trainen is de benadering anders. Ik was gewend om resultaatgericht te trainen. De meiden willen zich ook ontwikkelen, bij hen moet je meer geduld hebben. Jongens kunnen het hebben als je even streng bent. Meisjes zijn veel onzekerder. Jongens stralen in ieder geval uit dat ze zeker van zichzelf zijn. De meisjes maken de grootste sprongen in het begin. De meeste meisjes hebben nog nooit gevoetbald als ze beginnen. Dan zie je ze ontwikkelen van nul tot waar ze nu zijn. Dat is geweldig om te zien."

Wat houdt het in dat je hoofdtrainer bent?

,,Toen de meiden erbij kwamen, moest ik een keuze maken. Bij de meisjes zat zoveel potentie. Bovendien werd het meidenvoetbal een beetje mijn kindje. Ik wilde dat verder uitbouwen. Vanaf mijn vijftiende geef ik training. Ik ben begonnen bij de allerkleinsten. Ik heb van kleins af aan gevoetbald. Ik was bezeten van voetbal, maar het trainen en coachen vond ik ook heel interessant. Het begeleiden sprak me zo aan, dat ik diverse cursussen heb gevolgd. Ik heb diploma's en certificaten gehaald, omdat ik er verder mee wilde. Nu ben ik hoofdtrainer. Dat wil zeggen dat ik de trainers aanstuur en hen begeleid. Ik ben een klankbord voor de leiders en moet de continuïteit bewaren. Zelf train en coach ik ook nog."

Hoe wordt er binnen de vereniging tegen het meidenvoetbal aangekeken?

,,In het begin waren er een paar mensen die er moeite mee hadden. Voetbal is voor jongens, vonden zij. Als alles al was besproken bij vergaderingen, dan mocht ik aan het eind ook nog even wat zeggen over het meidenvoetbal. Het voelde als een ondergeschoven kindje. Maar het is de snelst groeiende tak binnen de vereniging, dat dwingt respect af. Bovendien organiseren we nog andere dingen. Voetbal is het uitgangspunt, maar we doen ook aan teambuilding. We zijn naar diverse wedstrijden geweest, waaronder van het Nederlands dameselftal. We zijn een aantal keer op voetbalkamp geweest. Daarvoor hebben we diverse activiteiten georganiseerd om geld op te halen, zoals een themavond met diner. Zo profileren we ons ook binnen de vereniging. Over een aantal jaar is meidenvoetbal net zo normaal als jongensvoetbal."

Hoe zie je de toekomst dan voor het meidenvoetbal?

,,Het eerste doel is om op elk niveau een team te hebben, dat is de basis. We hebben nu een team op B, C en F-niveau en twee teams op D-niveau. Maar het ultieme doel is twee teams op elk niveau. Want dan kun je een selectie maken op kwaliteit en kan iedereen op zijn eigen niveau spelen. Maar het hangt van verschillende factoren af of dat gaat lukken. Als ik nu terugkijk, geeft het wel een kick dat het meidenvoetbal is uitgegroeid van niets tot vijf teams. De groei van de meiden, het enthousiasme van de ouders, daar haal ik veel voldoening uit. Voor nu vind ik het nog leuk. Ik doe niets half, ik ga er vol voor."

Wat doe je nog buiten het meidenvoetbal?

,,Op dinsdag en donderdag train ik voor mezelf en op zondag speel ik in de selectie. Ik tennis af en toe voor de fun. Ik heb drie jaar geleden de opleiding Sport, Marketing en Management afgerond. Ik werk bij een evenementenbureau in Amsterdam. Wij verzorgen arrangementen rond bestaande evenementen. Ik woon van jongs af aan in De Kwakel. Het dorpse bevalt me zeer. Iedereen kent elkaar en komt elkaar bijvoorbeeld bij KDO tegen. De sfeer hier is heel gemoedelijk. KDO is het dorp en het dorp is KDO."

Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?

,,Johan Stange. Hij is zeer actief binnen de Kwakelse gemeenschap. Hij is betrokken bij sv Argon, een grote amateurvereniging binnen Nederland. Mijn vraag aan hem is: Op welk gebied kan KDO veel leren van een vereniging als Argon om zich op positieve wijze door te ontwikkelen?"

Bron: Witte Weekblad tekst Conny Vos Foto: Jaap Maars