Demi Kwint - 31 januari 2018

Consequent qua regels

Een belangrijk deel van haar tijd besteedt Demi Kwint aan sport. Ze gaat naar de Sportacademie Amsterdam, handbalt en is trainer bij KDO. Vorige kandidaat Carlo Fritschy wil haar vragen of ze door wil gaan met training geven.

‘Ik zit in het eerste jaar van de Sportacademie en wil fysiotherapeut worden. Daar krijg ik een diploma Personal trainer bij. Dat is een goede combinatie, want als iemand met een blessure komt, kan ik diegene meteen zelf verder helpen. Ik zou het liefst een eigen kantoortje in een sportaccommodatie hebben, zoals de fysiotherapeut bij Amstelhof. Daar loop ik zelf met Shinsplints, dat is een scheenbeenvliesontsteking. Dat heb ik gekregen door het sporten op een verharde ondergrond. Maar het liefst wil ik de politiewereld in, daar ligt mijn hart. Ik ben heel consequent qua regels. Ik houd er niet van als mensen regels breken. Ik vind de politie soms erg laks. Ze horen de regels te handhaven. En ik houd van actie. Maar om op de Politieacademie te komen, heb ik een rijbewijs nodig. In juni word ik zeventien, dus dan ga ik meteen beginnen met rijlessen. Ik zie mezelf wel als agent rondlopen. Het zou ook in het buitenland kunnen zijn. Amerika vind ik wel gaaf. Ik houd ervan om nieuwe dingen te ontdekken en te reizen.’

Je loopt nu stage?
‘Ik loop stage bij Solidoe, bij de Flierefluiters, dat is de oudste groep van negen tot twaalf jaar. Ik leer daar hoe ik met hen om moet gaan en hoe ze met elkaar omgaan. Het zijn een soort mini-me’s, zo ben ik ook geweest. Hoewel ze nu echt geobsedeerd zijn door hun mobiel. Daarnaast loop ik stage bij KDO handbal, dan train ik de E-tjes, de D-tjes en soms de C-tjes. Ik heb al een paar trainingen zelf gedaan. Daarvoor heb ik oefeningen bedacht. Ik heb ze bijvoorbeeld laten kennismaken met de ladder. Het doel daarvan is dat ze snel voetenwerk leren en daarmee kan ik laten zien dat er meer is dan alleen overgooien. Ik loop inmiddels ruim een half jaar mee. In het begin zie je dat de mini’s bang zijn om een bal te vangen. Nu kunnen ze al stuiteren en kunnen ze dat zelfs toepassen in een partijtje. Eerst hebben ze een fase dat ze de bal voor zichzelf willen houden, maar hoe hoger ze komen, hoe meer ze zien dat ze elkaar nodig hebben. De kleintjes zijn leuk om dingen aan te leren, maar de ouderen begrijpen beter wat je zegt, dus ik werk toch liever met adolescenten.’

Wil je door blijven gaan met trainen?
‘Het moet wel in mijn schema passen. Zolang ik het kan blijven doen, vind ik het leuk om met kinderen te werken. Op sommige dagen zit ik tot kwart voor vijf op school en dan moet ik om half zeven bij KDO zijn. Dan moet mijn moeder me ophalen, anders haal ik het niet. Ik moet goed vooruit plannen en alles op een rijtje houden, dan gaat het me wel goed af. Mijn moeder moet me soms wel afremmen. Dan vindt ze dat ik teveel hooi op mijn vork heb genomen en ga ik een beetje in de knoop zitten en dan wordt mijn weerstand lager.’

Je speelt zelf ook handbal?
‘Op mijn vijfde ging ik mee kijken bij handbal. Ik ben er op gegaan vanaf dat het mocht. Ik speel nu bij de B1. We spelen op topniveau. Ik train drie keer in de week en op zondag is de wedstrijd. Daarnaast ben ik ook scheidsrechter bij de jeugd. Dat doe ik een enkele keer op zaterdagochtend, voordat ik moet werken. Eigenlijk zouden er twee scheidsrechters per wedstrijd moeten zijn, want ik ben ook maar een mens en ik kan niet alles zien. Maar ook als een scheidsrechter verkeerd beslist, moeten ze zich daarbij neerleggen. De scheids beslist. Op zondagochtend sta ik de eerste uurtjes achter de bar.’

Wat voor werk doe je?
‘Op zaterdag zit ik achter de kassa bij Jos van den Berg. Ik wilde dat al vanaf mijn veertiende super graag. Op 8 juni ging ik solliciteren. Op 13 juni kreeg ik een opleidingsdag. Op 15 juni werd ik zestien jaar en zat ik achter de kassa. Het contact met mensen is leuk. Op zaterdag zie je vaak dezelfde gezichten. Via Jos mag ik met korting bij Amstelhof sporten. Soms sport ik meer dan tien uur in de week. Verder moet ik er niet teveel naast doen. Ik wil ook af en toe naar mijn vriend toe. Hij voetbalt bij de Legmeervogels. KDO-Legmeervogels is een klassieker. Ze zeggen altijd handballers kunnen niet voetballen, maar ik zeg het andersom: voetballers kunnen niet handballen.’

Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Tamara Kwint, mijn moeder. Ze werkt bij Ons Tweede Thuis. Haar zus heeft daar gewoond, maar ze is plotseling aan een hartstilstand overleden. Mijn moeder heeft een loopgroep en een kookgroep opgericht. Ik wil haar vragen of ze binnen Ons Tweede Thuis nog meer wil beginnen?’

(Bron: 31-1-2018, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)