Fieke Otto- Ossenkoppele - 24 januari 2019

Lokaal voel ik me DUS!-er - Fieke Otto-Ossenkoppele is moeder van vier kinderen. Ze werkt als teamleider bij het Geert Groote College. Verder zit zij in de gemeenteraad voor DUS!. Kelsey van der Veer wil haar vragen wat haar werkzaamheden daarvoor zijn en wat haar visie is.

‘Landelijk was ik al politiek geïnteresseerd, maar ik wilde ook betrokken zijn op gemeentelijk niveau. Daarom heb ik de cursus Politiek Actief gevolgd. Zo kwam ik in aanraking met mensen van de politieke partijen. Bij DUS!, een samenwerking tussen GroenLinks en D66 voelde ik me thuis. Ik sta achter hun idealen. Landelijk ben ik lid van GroenLinks. Lokaal voel ik me een DUS!-er. Ik ben begonnen als fractie-assistent. In de verkiezingstijd koos ik voor een onverkiesbare plaats op de lijst, omdat ik in verwachting was van ons vierde kindje. Drie dagen na de bevalling werd ik gebeld dat ik met voorkeurstemmen was gekozen. Het was een bijzondere kraamweek. Ik vond het een grote eer dat mensen mij dat vertrouwen gaven. Daarom besloot ik het toch te doen.’

Wat wilde je bereiken en is dat gelukt?
‘Ik beperk me zoveel mogelijk tot de commissie Samenleven, dat gaat over onderwijs, WMO, sport, werk & inkomen en cultuur. Ik maak me vooral druk als het over dat wat leeft gaat en iets minder over stenen en asfalt. Hoewel ik mezelf er steeds vaker op betrap dat wat in eerste instantie niet interessant lijkt, toch interessant blijkt te zijn als je erin duikt, zoals de APV. Stoepkrijten mocht volgens deze verordening schijnbaar niet. Nu is er een voorstel om dat wel goed te keuren. Daar staan wij achter, want wij willen buitenspelen stimuleren. Verder maken wij ons hard voor het behoud van de Thamerkerk voor de inwoners van Uithoorn en hebben we een motie ingediend over zero-waste bij evenementen. Bij een vergunningaanvraag wordt nu een folder bijgevoegd om daar de aandacht op te vestigen. Ook hebben we een motie over het kinderpardon ingediend en die is aangenomen. Daar krijg ik energie van. Als ik niets zou bereiken, zou het zonde van mijn tijd zijn.’

Leven jullie zelf duurzaam?
‘Dat proberen we wel. We hebben zonnepanelen, scheiden ons afval en eten vegetarisch. We kopen vaak bij de kringloopwinkel en ik heb een groep vriendinnen waar kinderkleding in alle maten circuleert. We beperken het gebruik van plastic. Ik neem herbruikbare zakjes mee naar de supermarkt. Als het kan gaan we op de fiets of lopend. Dat vind ik allemaal heel normaal. We voeden onze kinderen bewust op. Stijn is zeven jaar en zit op basisschool De Zon. De tweeling Daan en Sam zit op kinderopvang De Koetjes. Zij hebben een visie over de opvoeding die bij ons aansluit. Veel buitenspelen, gezonde voeding en duurzaam speelgoed. Juna van tien maanden gaat daar sinds kort ook naartoe.’

Wat voor werk doe je?
‘Ik werk voor tachtig procent als teamleider in het voortgezet onderwijs op vrije school het Geert Groote College Amsterdam. Daar stuur ik een team van 25 docenten aan. Er is op onze school veel aandacht voor natuur en creatieve vakken. Toneel is net zo belangrijk als wiskunde. Andere middelbare scholen zijn meer gericht op wat je kan met je hoofd. Wij kijken meer naar wat je kan met je hoofd, hart en handen. De vrije school is nog wat onbekend en heeft het imago van een zweverig clubje, maar het is niet meer zoals het was. Het animo neemt enorm toe. Ik doe dit werk nu drie jaar. Hiervoor was ik docent Toneel en docent Maatschappijleer. Voor deze baan heb ik gewerkt als beleidsadviseur bij de gemeente Amsterdam. Maar mijn gezin komt op nummer een. Mark vliegt. We krijgen een maand van tevoren zijn schema en maken dan een planning. We hebben lieve oma’s en opa en fijne oppas. Zonder hen zou het allemaal niet kunnen.’

Hebben jullie altijd in De Kwakel gewoond?
‘We komen oorspronkelijk uit Uithoorn. Na het Alkwin Kollege ben ik in Nijmegen Culturele Antropologie gaan studeren. Ik heb twee keer voor langere tijd in Indonesië gewoond. Daar heb ik mijn scriptie geschreven over kinderen op straat om hun verhaal te horen. Ik heb reizen gemaakt naar Zuidoost-Azië en Midden-Amerika. We zijn gaan wonen in Amsterdam, maar toen de kinderen kwamen vonden we het fijner om hen in een dorp te laten opgroeien. In het begin was het wel wennen. In Amsterdam is het meer ieder voor zich. De Kwakel is meer een gemeenschap, maar dat sociale vind ik juist wel prettig.’

Heb je verder nog hobby’s?
‘Ik sport veel. Ik doe duursporten zoals hardlopen en racefietsen. Afspreken met vriendinnen vind ik belangrijk. Ik ga graag naar het theater. Verder kijk ik weinig tv, behalve Wie is de mol, dat vind ik fantastisch. Ik heb geen tijd om op de bank te zitten en ik heb er ook geen behoefte aan. En reizen doe ik graag.’

Wie wil je als volgende vragen?
‘Nikki Bon-Langelaan. Zij is een jaar geleden vanuit een ideaal agrarisch kinderdagverblijf De Koetjes begonnen. Ik wil haar vragen hoe ze op het afgelopen jaar terugkijkt.’

(Bron: 24-1-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)