Gerard Zijerveld - 28 Mei 2015

Uithoorn - Als Gerard Zijerveld uitlegt waar hij woont, verwijst hij naar de geiten die rond zijn huis staan en dan weet iedereen het meteen. Het huis stond er al voordat de Meerwijk zich eromheen vouwde. Vroeger was er een gemaal en daarvoor stond er een watermolen. Ook Gerards ouderlijk huis kent een lange geschiedenis. Vorige kandidaat Gerard van Veen wil van hem weten of er toen ook al Eensgezindheid in het glas boven de voordeur stond.

‘Het huis kreeg de naam al toen het gebouwd werd in 1862. Mijn oma is daar komen wonen. Later heeft mijn vader het overgenomen. Mijn oma bleef er inwonen. Mijn ouders kregen negen kinderen. Ik was het tweede kind. Het woord Eensgezindheid paste wel. Iedereen was welkom. Als er negen konden eten, konden er ook wel tien eten. Twee van mijn broers deden aan motorcross, die namen vaak vrienden mee. Met twee andere broers deed ik aan wielrennen. Op zondagavond na de wedstrijden bleven onze vrienden nog even een bakkie doen om na te praten. Met oud en nieuw hadden we zo een man of twintig in huis, die bleven allemaal slapen. Het huis deed haar naam eer aan. We zijn een hecht gezin. We hebben nog steeds goed contact met elkaar. We lopen de deur niet plat, maar als er wat is staan we voor elkaar klaar. In april werd mijn vrouw zestig jaar en hadden we 65 man hier in huis. Elk jaar houden we een familiedag en daar probeert iedereen bij aanwezig te zijn.’

U woont op een bijzondere locatie?
‘Voordat dit gemaal er was, stond hier een molen. Het huis werd in 1928 gebouwd. Ik heb een foto van 37 jaar geleden. Toen stond het huis helemaal afgezonderd en bestond Meerwijk nog niet. De huizen en flats om ons heen gaven me het gevoel dat ik bekeken werd, dat was wel even wennen. Wij wonen nu 39 jaar hier. We werden gevraagd om te solliciteren om het gemaal over te nemen van de familie Verhaar. Het was een erebaantje. We begonnen met een dieselmotor die we handmatig met lucht moesten starten. Later kregen we een elektromotor vanwege de geluidseisen. In het begin was het een parttime baantje. Daarnaast was ik verwarmingsmonteur. Maar ik was er 24 uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. Soms zat mijn werkweek er al op voordat het maandagochtend was. Ik was vaak thuis en het voordeel was dat ik mijn drie kinderen heb zien opgroeien. Veertien jaar geleden werd er een nieuw gemaal gebouwd en raakte deze buiten gebruik. Ik werk nu bij de technische dienst van Waternet. Met vier collega’s ben ik verantwoordelijk voor 180 gemalen, bruggen en sluizen in het buitengebied. Het is leuk werk. Ik kom op plekken waar geen mens komt.’

En dan de geiten waardoor jullie huis zo herkenbaar is?
‘In het begin moest ik meerdere gemalen bijhouden waar een groot stuk grond bij zat. Ook de dijk moest er netjes uitzien en de provincie maaide niet zo vaak. Een juf van een van de kinderen had buren die een geit kwijt wilde. Maar één geit is zo zielig. Dus zo is het begonnen. Als ik ze nu weg zou doen, krijg ik commentaar. Ze worden door de hele buurt bij gevoerd. Toen er een stierf, legde iemand een roos op het dak van zijn hok. We hebben er twee. Een hebben we zelf gefokt en de andere kreeg mijn vrouw een paar jaar geleden voor haar verjaardag. Het gebeurt weleens dat er eentje losbreekt. We hebben weleens een rondje om de flats gerend. Ik vind het heerlijk om wat om handen te hebben. We hebben een grote tuin met een gedeelte groentetuin. En we hebben kippen voor de eieren. Vroeger hadden we een Golden Retriever, maar nadat hij is overleden, hebben we besloten geen nieuwe hond meer te nemen. Dan zijn we niet zo aan huis gebonden als we willen gaan fietsen.’

Bent u een wielrenner of toerfietser?
‘Mijn vrouw en ik gaan graag samen fietsen of wandelen. We doen vaak de fietsen achterop de auto, want deze omgeving hebben we nu wel gezien. We hebben een laatje met fietsroutes en als we dan ergens in de buurt moeten zijn, nemen we die mee. Elk jaar gaan we naar het WK wielrennen. Dat is altijd op een andere plek. Dan trekken we er twee weken voor uit en bekijken gelijk de omgeving. Zo zie je nog wat van Europa. We gaan zeker kijken bij de start van de Tour de France in Utrecht. Ook toen de Ronde van Spanje in Nederland startte zijn we geweest. Onze eerste keer naar het WK wielrennen was in Lissabon, dat kregen we cadeau. Nu slaan we geen enkele keer meer over. De sfeer is zo gezellig en soms ontmoet je dezelfde mensen weer. We hebben allemaal dezelfde passie. Voor UWTC doe ik nog wat vrijwilligerswerk in de winter. Bij het veldrijden schrijf ik op hoe vaak en op welke positie iemand langskomt. Dat is een hele klus, maar het is ook gezellig. Een keer per jaar ben ik behulpzaam bij Fortcross als jurylid en EHBO-er.’

Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Piet Rewijk. Hij heeft jaren lang gefietst, is een tijd gestopt en nu hij gepensioneerd is, is hij weer actief wedstrijden gaan rijden. Ik vraag me af waarom hij dat weer heeft opgepakt?’

(Bron: 28-5-2015, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)