Hennie Lek - 29 Oktober 2014
De Kwakel - Verspreid over het terrein staan vijf prachtige Amerikaanse auto's. De passie van Hennie Lek is uitgegroeid van hobby tot een gespecialiseerd bedrijf. Vorige kandidaat Simone de Vries vroeg zich af hoe hij is terechtgekomen in de handel van Amerikaanse auto's, terwijl hij is opgegroeid tussen de bloemen en planten in De Kwakel.
‘Van oudsher maken we met kerst kerststukjes voor de export en de groothandels. Voorheen deden we ook andere hoogtijdagen zoals Moederdag, Pasen en Valentijnsdag maar daar valt bijna niets meer aan te verdienen door de macht van de supermarkten. Binnenkort zetten we weer allemaal tafels neer en huren we personeel in. In januari gaan we weer verder met de auto's.'
Hoe bent u dan in de auto's terechtgekomen?
‘Mijn vader reed vroeger een Amerikaanse auto, een Ford Galaxie. Midden jaren tachtig zijn we op zoek gegaan naar een andere. Dat werd weer een Ford Galaxie. Mijn vader en ik hebben hem gerestaureerd, want hij was zo goed als verrot. Ik was toen een jaar of veertien. We hebben hem een jaar of twee gehouden. Maar het restaureren is de hobby, dus als dat klaar is, val je in een gat en wil je weer verder. Toen ik zestien was, heb ik een donkerblauw metallic Ford Mustang gekocht. Twee maanden na mijn achttiende verjaardag had ik mijn rijbewijs. Deze auto heb ik een jaar of vijf geleden verkocht. We hebben nu zeven hobbyauto's. We kunnen niet alle auto's houden, want dan hebben we plaatsgebrek. Maar we restaureren ze in eerste instantie als dagelijkse auto, om er zelf in te rijden.'
Verhuren jullie ze of rijden jullie mee in optochten?
‘Onze auto's zijn geen museumstukken. We hebben ze om te rijden. We verhuren ze soms voor een trouwerij. Maar we maken daar geen handel van. Je bent er toch een hele dag mee kwijt. Die vraag hadden we vroeger niet. Verder zijn we lid van een kleine club van klassieke Amerikaanse auto's die zo'n zes ritten per jaar organiseert. Bij een grote club kan dat niet meer, dat is te verkeersbelastend. Vooral in het westen zijn de mensen niet zo tolerant. Eén Amerikaanse auto is nog wel aardig, maar zes erachteraan wekt irritatie op. Dan schoppen ze liever tegen je deur.'
Uiteindelijk is de hobby uitgegroeid tot bedrijf?
‘We hebben alles zelf geleerd. Er bestaat geen avondstudie voor. Het begint klein. Voorheen was het vooral het importeren. In het begin bestond er nog geen internet. We stopten geld in een enveloppe en hoopte dat we antwoord kregen uit Amerika. Nu komen mensen bij ons met een vraag. We hebben geen voorraad, dus we gaan voor hen op zoek. We zorgen voor het hele importverhaal. Daarna zorgen we ervoor dat de auto's voldoen aan de Europese eisen. In 2008 zijn de belastingregels veranderd en is het lastiger geworden om te verkopen. Toen zijn we ons meer gaan specialiseren. Bij de oude auto's kom je met een schroevendraaier nog een heel eind, maar bij de nieuwere modellen werken we met de computer. Daar zijn niet veel mensen ingedoken. We doen onderhoud en tuning van motoren, onderstel en remmen.'
Wie kopen er Amerikaanse auto's?
‘Van stratenmaker tot miljonair. In 1964 werd in New York de Mustang geïntroduceerd. Een meneer was daarbij geweest en had zich voorgenomen ooit zo'n auto te kopen. Toen hij tachtig was, is dat gebeurd. De markt verandert iets. Er komen veel nieuwe rijken bij, bijvoorbeeld in Rusland. Zij drijven de prijs omhoog. Voor ons wordt het dan te duur om klassiekers aan te kopen in de VS. Mensen kopen zo'n auto voor het nostalgische gevoel van een iconische auto.'
Bent u een echte Kwakelaar?
‘Ik ben nog nooit verhuisd. Ik woon in mijn ouderlijk huis, een tuindershuisje uit de jaren dertig. Het heeft nog origineel houtwerk in de kleuren crème, rood en groen, ik ben klassiek ingesteld. Het moet in de tijd passen. Je moet geen kunststof kozijnen plaatsen in een oud huis. Net zoals je klassieke auto's niet in moderne kleuren spuit. Dat moet ook in de tijdsgeest passen. Anders heb je het niet begrepen in mijn ogen. Mijn vader en moeder wonen achter ons in een aanleunwoning. Ik ben dertien jaar getrouwd met Bianca. Zij springt bij als het bij ons druk is. Ze doet de administratie en heeft zelf nog een baan. We hebben twee kinderen. Mijn zoon Hein is dertien en mijn dochter Ilse is twaalf jaar. Het verenigingsleven is niet zo mijn ding. Vroeger heb ik bij de scouting gezeten. Mijn zoon zit daar nu ook bij. Voor mijn dochter kwam het niet goed uit, want het viel gelijk met de training van het voetbal. Zij zit op meisjesvoetbal en mijn zoon zit ook op voetbal bij KDO. Dus in het weekend gaan we bij hun wedstrijden kijken.'
Hebt u nog andere hobby's?
‘We gaan graag op wintersport. Skiën in Oostenrijk. We zijn ook wel eens naar Frankrijk geweest. Maar zodra er flatgebouwen komen, krijg ik pijn in mijn buik. Het moet wel gezellig zijn.'
Hebt u nog plannen voor de toekomst?
‘We willen niet groter worden, maar een klein bedrijf blijven, zodat ik het samen met mijn vader kan behappen.'
Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Kees de Kuijper. Ik wil hem vragen wat de reden was om toch weer terug op zijn geboorteadres, waar hij een prachtig nieuw huis heeft gebouwd, te gaan wonen en of het hem bevalt.'
(Bron: Conny Vos voor het Witte Weekblad, Jaap Maars - fotograaf)