Ilse Hogerwerf - 21 februari 2019

Ilse Hogerwerf werkt als jeugdarts bij de GGD. In haar vrije tijd speelt ze badminton en op vrijdagavond is ze leidster bij de Hobbyclub in dorpshuis De Quakel. Vorige week vroeg Eva van Ee hoe ze steeds weer een leuke knutsel weet te bedenken.

‘Als kind kwam ik al op de Hobbyclub. Mijn opa is een van de oprichters. Het begon als twee clubs waar jongens aan hun brommers konden sleutelen en meisjes mochten handwerken. In 1985 zijn ze samengekomen. Mijn opa leefde toen niet meer. De club heeft op diverse locaties gezeten. Sinds 1992 zitten we in een mooie ruimte op de bovenverdieping van het dorpshuis. Achter een schuifwand bewaren we onze spullen. Het voorste gedeelte wordt ook door anderen gebruikt.’

En nu zit jij in de leiding?
‘De Hobbyclub is voor kinderen vanaf acht jaar tot en met groep acht. Als de kinderen naar de middelbare school gaan stoppen ze meestal of gaan ze verder als leiding. Ik ben er een half jaar tussenuit geweest. Daarna ben ik samen met een vriendinnetje begonnen als leiding. In het begin was het alleen helpen. Later mochten we ook zelf dingen bedenken. Er zijn ook leerlingen die maatschappelijke stage komen lopen. Maar dan moeten ze hier zelf ook geweest zijn, zodat ze weten wat het inhoudt. We zijn met zeventien man leiding. Van jong tot oud. De jongste is veertien en de oudste is gepensioneerd. Niet iedereen komt elke vrijdagavond.’

Wat doen jullie op zo’n avond?
‘Er is een houthoek waar kinderen kunnen timmeren en zagen en een knutselkant. Het is niet moeilijk om steeds iets nieuws te bedenken. We hebben een leidster die breien leuk vindt. We maken Valentijnskaarten of rijgen een pindaslinger. Met strijkkralen werken vinden ze altijd leuk. We bakken pannenkoeken op een gourmetstel en met kerst hebben we kerststukjes gemaakt. Figuurzagen is mijn ding. Daar had ik vroeger al snel handigheid in. We zagen bijvoorbeeld een tangram. Ik maak eerst zelf een voorbeeld. Ik leer hen hoe ze hun zaag moeten vasthouden en als het even niet lukt doen we een stukje samen. Verder ben ik vliegende keep en help ik waar nodig.’

Is er veel veranderd door de tijd?
‘Tegenwoordig zijn er wat kinderen die graag een spelletje doen en dat is ook goed. Het is een sociaal gebeuren. Er is geen verplichting om te komen. Ze komen omdat ze willen komen en betalen per keer. De kinderen zijn wat ongeduldiger dan vroeger. Ergens twee tot drie uur aan werken vinden ze al lang en ze willen hun knutselwerk graag meteen mee naar huis.’

Wat voor werk doe je?
‘Ik werk dertig uur als jeugdarts bij de GGD, vroeger heette dat de schoolarts. Ik doe gezondheidchecks bij kinderen van de basisscholen en de praktijkschool. Ik zit samen met meerdere collega’s in een kamer in de Waterlinie. Soms komen kinderen naar ons toe en soms gaan we naar de school. Ik kijk niet alleen naar lengte en gewicht, maar ook hoe iemand in zijn vel zit en zich ontwikkelt. Er komen ook leerlingen die nieuw zijn in Nederland. Sommige hebben alles achtergelaten, dan zijn er weinig gegevens uit hun geboorteland. Ik maak soms gebruik van de tolkentelefoon. In januari ben ik met een opleiding begonnen. Eén dag per week zit ik in Utrecht in de schoolbanken. Dat was weer even wennen. Ik wil dit werk blijven doen, maar me meer richten op beleid, management en wetenschappelijk onderzoek, zodat ik meer tools heb om dingen te veranderen als iets beter kan.’

Heb je nog andere bezigheden?
‘Op maandagavond speel ik badminton. Dat doe ik al vanaf mijn jeugd. Mijn man en onze zonen Olaf en Stan badmintonnen ook. Ik speel in het eerste team. Daarnaast geef ik leiding aan de jeugd. Het is sport waar je snel aan kunt meedoen. De badmintonvereniging is een gezellige club. We huren op maandagavond de zaal in de sporthal van KDO. Van zeven tot half negen traint de jeugd. We hebben acht trainers, dus je bent niet elke week aan de beurt. Daarna ga ik zelf spelen. In het weekend zijn de competities, maar die zijn nu klaar. Nu is het weer tijd voor onze sociale afspraken.’

Heb je nog andere hobby’s?
‘Op woensdag is mijn vrije dag. Woensdagochtend is mijn ochtendje. Dan ben ik even alleen thuis en ga ik Netflixen of lezen. In de weekenden spreken we vaak af met vrienden. We doen graag bordspellen. Even een avondje zonder digitale apparaten.’

Wie wil je uitnodigen voor volgende week?
‘Lars Griemelijkhuijsen. Toen hij jeugdlid was heb ik hem training gegeven. Nu is hij de voorzitter van de badmintonvereniging. Ik wil hem vragen wie zijn inspiratie is bij badminton?’

(Bron: 21-2-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)