Jaap Hoogenboom - 12 Oktober 1998

Elke week wordt een inwoner van Uithoorn of De Kwakel door het Witte Weekblad geïnterviewd. Deze persoon mag zelf zijn opvolger uitnodigen en daarbij de eerste vraag bedenken. Vorige week liet mevrouw Noteboom weten dat zij graag de heer Jaap Hoogenboom wilde uitnodigen. De heer Hoogenboom was onlangs vijftig jaar lid van de Scouting groep Sint Joannes in De Kwakel. Naast het vele werk dat hij de afgelopen jaren voor de Scouting, heeft gedaan, houdt hij zich ook bezig met de kerk en de BNMO, een organisatie voor oorlogsslachtoffers. Mevrouw Noteboom wil hem vragen hoe hij zich na al die tijd nog steeds niet gaat vervelen bij de Scouting, waarom blijft het leuk?

De Kwakel - Op de vraag van mevrouw Noteboom antwoordt Hoogenboom:
"Ik ben lid geworden van de Scouting toen ik acht jaar was. Wij hadden een groot gezin en mijn jeugd is niet al te makkelijk geweest. Mijn vader had een kwekerij en er moest hard gewerkt worden. Ik wilde graag in dienst maar mijn vader wilde liever dat ik niet ging en omdat ik de derde zoon was hoopte hij mij eruit te kunnen houden. Maar ik ben toch in dienst gegaan."

"Omdat mijn rechterlong niet goed functioneerde ben ik tijdens mijn diensttijd geopereerd. Later is er nog een operatie geweest en toen is mijn long verwijderd. Daarna kon ik mijn diensttijd niet meer volmaken en ook mijn ouders lieten me enigszins met rust wat werken betrof. Ik had dus iets meer tijd om me met de Scouting te bemoeien. En dat werd een hobby van mij. Als het dak van het clubhuis lekte, maakte ik dat want ik had er de tijd voor.
De Scouting blijft leuk, toen om er aan deel te nemen als kind en nu omdat ik de kinderen zie genieten. Vervelen doe ik me daar nooit. Kortgeleden was ik vijftig jaar lid en ben ik een hele dag in het zonnetje gezet. Dat vond ik echt heel leuk. Momenteel ben ik bezig met het inplakken van alle kaarten en tekeningen die ik heb gekregen. En dat zijn er nogal wat!"

Wat betekent de Scouting voor u in het dagelijks leven?
"In het verleden ben ik alles geweest, hopman, kampleider, jeugdleider enzovoort. Altijd had ik het heel druk en met name op de vrijdagavond. Nu begeleid ik de leiders, ik ben groepsleider en dat is ook heel leuk. Over het algemeen regelen ze alles zelf en heb ik er niet zoveel omkijken meer naar.
Elke vrijdagavond komen ze met een clubje van vijf, zes mensen naar mij toe en dat zijn altijd gezellige avonden. Ik ben niet dagelijks met de Scouting bezig maar regel wel de administratieve zaken. Er zijn nu ruim honderd jeugdleden en zo'n vijfentwintig leiders en de vereniging is dus best groot. We hebben vier speltakken, welpen, kabouters, verkenners en gidsen. Met een groep gidsen zijn we tien jaar terug begonnen omdat de meisjes daarom vroegen. De gidsen is de meisjestak van de verkenners. Zij doen net even andere dingen dan de jongens maar ze zijn even enthousiast. Scouting is, als je er eenmaal aan begint, een vorm van ontspanning waar je bijna niet meer van loskomt. Veel mensen blijven hangen bij de groep en zolang de sfeer goed is blijft het leuk. Ikzelf ben nu eenmaal graag voor anderen bezig."

U houdt zich bezig met een organisatie voor oorlogsslachtoffers. Wat is dat voor organisatie en wat is uw functie?
"Ik ben secretaris van de BNMO, Bond Nederlandse Militaire Dienst slachtoffers, een organisatie voor slachtoffers van de oorlog maar ook voor dienstplichtigen die tijdens hun diensttijd iets ernstigs zijn gaan mankeren. Daarom ben ik er lid van geworden. Mijn long werd destijds tijdens mijn dienstperiode verwijderd. In november 1996 ben ik gevraagd door het bestuur van BNMO om penningmeester te worden. Het was nog een hele klus want van computers had ik geen kaas gegeten en ik heb daarom een cursus gevolgd die ik met goed gevolg heb afgerond. Het was heel moeilijk maar nu heb ik er een hoop gemak van. Ik had het geluk dat ik overdag mijn huiswerk kon maken omdat ik niet meer werk. Dat was een groot voordeel. Ik kon altijd advies vragen aan de oude penningmeester maar die overleed helaas vrij snel nadat ik de zaak had overgenomen.

Nu gaat alles automatisch en ik regel alle financiën thuis. De vereniging zelf behartigt de belangen van alle slachtoffers van oorlog en dienst. Slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog maar ook van Indonesië. Ook weduwen van de mannen die gevallen zijn, zijn eveneens lid. Er zijn ongeveer vijfhonderd leden in Noord-Holland en het hoofdkantoor is in Doorn gevestigd. Ongeveer zes keer per jaar is er een contactdag, een middag of een hele dag. Dan zijn er verschillende activiteiten, kaarten of een rondleiding op Schiphol bijvoorbeeld. Iedereen betaalt een bijdrage en daarnaast wordt de vereniging gesubsidieerd. Soms is er een reisje van een weekje, dat organiseert de vereniging ook. Ik vind het een hele uitdaging om de financiën te regelen en ik hoop dat ik het nog lang kan blijven doen. Ikzelf ben er al zo'n dertig jaar lid van. Maar ik ben er pas een jaar of vijftien geleden voor de eerste keer naar toe gegaan. Er werd toen iets bij de Marine georganiseerd."

U bent koster, kunt u iets vertellen over dat werk?
"Ik heb 22 jaar als contactpersoon in het kerkbestuur gezeten en vanuit die functie deed ik
allerlei dingen. Ik doe altijd mee aan de kerkbalans, een jaarlijkse actie voor alle kerken in Nederland. Ik regel het geluid en de financiën van de kerk. Destijds deed ik dat voor het kerkbestuur en eigenlijk doe ik het nog steeds nu ik uit het bestuur ben. De financiën regel ik via het incassosysteem en dat werkt prima. De meeste mensen hebben een machtiging afgegeven en dat is heel makkelijk natuurlijk. Er zijn bij de kerk zeven kosters en ik ben eens in de drie weken aan de beurt. Ik doe alles, van de deur openen tot sluiten. Als er een priester komt moet de kleding worden klaargelegd, de boekjes moeten er allemaal zijn, de verwarming moet werken enzovoort. Naast de koster is er ook altijd een vaste lector en daarvoor maak ik de lijsten. Eigenlijk draait de hele kerk op vrijwilligers en ik ben daar een van. Ik regel het abonnementsgeld voor de kerktelefoon. Die telefoonlijn is speciaal voor zieke mensen die de dienst willen volgen vanaf hun ziekbed. Het kerkhof wordt ook bijgehouden door vrijwilligers en dat ziet er altijd keurig uit."

Heeft u nog iets toe te voegen aan dit gesprek?
"Ja, het vrijwilligerswerk kost me heel veel tijd maar dat heb ik er graag voor over. Zolang mijn gezondheid het toelaat wil ik er mee doorgaan. Mijn vrouw is heel belangrijk voor me; ze steunt mij aan alle kanten, anders had ik het nooit zolang volgehouden. Soms wil ik wel eens gaan biljarten bij het Fort; maar ik weet niet wanneer ik daar tijd voor heb. Dan zou ik iets moeten laten vallen en ik zou niet zo goed weten wat, want ik vind het allemaal nog steeds leuk om te doen."

 

Wie wilt u uitnodigen voor het volgende Kettinggesprek en wat wilt u vragen?
"Ik wil graag de heer Van Zalen uitnodigen. Hij heeft een hele drukke baan in Uithoorn en ondanks al zijn werkzaamheden kan hij de tijd vrijmaken om een volleybalteam te trainen bij volleybalvereniging SAS. Dat doet hij al enkele jaren. Ik wil vragen hoe hij daar de tijd voor kan vinden want ik weet dat hij er veel tijd aan kwijt is"

Bron: Witte weekblad Foto: Patrick Hesse Visionquest.nl