Jaap Overwater - Philip Hoogervorst 06 maart 2003

“Emotioneel is het schudden van graven niet makkelijk, maar daar moet je je voor afsluiten”
De Kwakel – Jaap Overwater is van oorsprong Amsterdammer maar woont sinds 1955 in De Kwakel. Hij is getrouwd en heeft drie dochters. Hij heeft altijd een kwekerij gehad, maar is in 1992 om gezondheidsredenen gestopt met werken. Philip Hoogervorst woont al zijn hele leven in Vrouwenakker, is getrouwd met een Zwitserse en heeft twee kinderen. Hij is kweker van cactussen en pioenrozen. Beide mannen zijn betrokken bij de Dragers- en begrafenisvereniging. Cora en Silvia willen weten wat het emotioneel met hen doet om graven van het kerkhof te moeten schudden en waaraan ze, met de kennis die ze hebben, de voorkeur geven: begraven of cremeren.
Op de eerste vraag antwoordt Jaap: “Voor mij is het emotioneel gezien wat minder erg, want ik kom oorspronkelijk uit Amsterdam. Ik heb best mensen gekend die ik begraven heb, maar daar had ik geen emotionele binding mee. Met het schudden hebben we bewust het verstand op nul gezet. Het schudden van de graven is het verwijderen van graven omdat er ruimte nodig is op het kerkhof. Daar komt een speciaal bedrijf bij helpen. Een graafmachine haalt de grond eraf tot de kist zichtbaar is. De restanten van de kist worden er heel voorzichtig uitgehaald en vervolgens wordt het hout gescheiden van het ijzerwerk en de overblijfselen van de overleden personen, alle overblijfselen, gaan bijeen in een groot graf. Van de kist is ook niet veel meer over en dat gaat er dus allemaal uit. Het grote graf waar alle overblijfselen van de geschudde graven in gaan, krijgt een mooie gedenkplaat waarop alle namen worden gegraveerd. Voor mij was het de eerste keer dat ik erbij hielp maar het was geen prettige klus. Wij willen erbij blijven om erop toe te zien dat alles ordelijk verloopt.” Philip: “Ik heb er voorgaande keren al bij geholpen en je moet je daarvoor afsluiten. Het dragen is ook een emotionele aangelegenheid, dat doen we eveneens. Als je je erbij betrokken gaat voelen, wordt het moeilijk. Voor mij is het belangrijkste dat het netjes gebeurt. Alles rondom het begraven moet keurig gedaan worden en niemand heeft er iets aan als wij emotioneel worden. Er zijn ook mensen die absoluut geen drager willen zijn, ook niet als ze daarvoor gevraagd worden. Zij vinden het te moeilijk. De dragersvereniging bestaat uit vrijwilligers en eens in het jaar gaan we een dagje uit, dat is onze beloning. Het begraven en het schudden is geen van beide prettig, maar zolang het netjes gebeurt, heb ik er vrede mee.”

Hoelang zijn jullie al betrokken bij de Dragers- en begrafenisvereniging?
Jaap: “Ik ben vijfentwintig jaar drager geweest bij de vereniging, maar vanwege mijn gezondheid ben ik nu geen drager meer. Sinds 1992 houd ik me bezig met allerlei zaken om het begraven heen; de avondwake bijvoorbeeld en de uitvaart. Twee jaar geleden ben ik voorzitter geworden van de begrafenisvereniging. Als je eenmaal drager bent geweest, wil je er niet meer weg; het is een echte vriendenclub. Je blijft er dan altijd bij betrokken.”
Philip: “Vroeger was het kerkhof eigenlijk taboe. Het kerkhof bij de kerk was nogal verwaarloosd. Het werd wel groter en er stond een hek omheen. Tegenwoordig behoort een begraafplaats eigenlijk het visitekaartje van het dorp te zijn. Ik kom veel in het buitenland en daar zijn prachtige, goed onderhouden kerkhoven. Er werd wel geld ingezameld voor het kerkplein maar met de begraafplaats werd nooit iets gedaan. Rond 1984 heb ik voorgesteld het kerkhof op te knappen, samen met een paar vrijwilligers. Sommige mensen wilden liever niet helpen maar anderen wel en zo zijn we begonnen. De oude bomen, treurwilgen die om het kerkhof stonden, zijn gerooid en er zijn coniferen voor teruggekomen. Zo is het begonnen. Ik ben drager geweest vanaf 1978 en ik was er dus al bij betrokken. Er zijn nu twaalf of dertien dragers. Het begraven en alles wat daaromheen hangt moet netjes gebeuren en ik vind dat ook het kerkhof er netjes uit moet zien. Gelukkig zijn er nu mensen die het kerkhof bijhouden. Elke dinsdagmorgen zijn we met vier tot vijf personen die het groenonderhoud van de begraafplaats en de kerk onderhouden. Dat is eveneens puur vrijwilligerswerk.”

Na hoeveel tijd worden graven geschud?
Philip: “De graven liggen minimaal tien jaar. Vroeger waren er familiegraven op het kerkhof, zulke graven hebben het recht op vijfentwintig jaar. Als de ruimte niet nodig is, laten wij de graven gewoon liggen. De graven die onlangs geschud zijn, lagen er in sommige gevallen al heel lang: twintig à dertig jaar of langer. Twee jaar geleden hebben we de oude heg eruit gehaald en konden we een stuk bij de begraafplaats voegen. Dat is een meter of zes extra.”
Jaap: “We hebben nu geen familiegraven meer, dat mag niet meer. Een familiegraf kon je vroeger voor vijfentwintig jaar of langer aanschaffen. Rond 1985 is echter voorgesteld om geen familiegraven meer toe te staan op het kerkhof. De reden daarvan was dat we anders een elitebegraafplaats zouden krijgen; iedereen die het kan betalen, mag een familiegraf aanschaffen. Iedereen is gelijk en wij vonden het een beter idee om ervoor te zorgen dat het kerkhof niet te vol wordt doordat sommige mensen familiegraven wilden hebben. Niet iedereen vond het een goed idee maar het is wel degelijk nodig. Het is ook vervelend als een echtpaar kort na elkaar komt te overlijden en ze niet naast elkaar begraven kunnen worden. Maar wij zitten wel met een tekort aan ruimte en als de graven er nog niet zo lang liggen, kunnen we ook niet gaan schudden. Het moest wel gebeuren.”

Schudden gebeurt op elk kerkhof, nu zijn jullie net klaar, maar wanneer is er vorige keer geschud?
Philip: “Dat is in1982 geweest. Dat waren niet zoveel graven als nu. Toen is alleen de linkerkant van het kerkhof gedaan en hebben we meteen het kerkhof rechtgetrokken en nog wat extra ruimte gecreëerd. Het is heel dankbaar werk en daarom doe ik het ook. Wanneer iemand overlijdt, moet er in korte tijd van alles geregeld worden. Het hoort er allemaal bij en uiteindelijk hoort het schudden er ook bij.” Jaap: “Nu zijn er 85 graven geschud. De grafstenen gaan naar een bedrijf waar ze vergruisd worden. Familieleden die de grafsteen wilden hebben, mochten ze komen ophalen. Sommige, een stuk of twaalf stenen, zijn opgehaald. De overige worden vergruisd en dat doen we expres. Het is niet netjes om die stenen te laten slingeren. Mensen kennen elkaar allemaal en je moet er toch niet aan denken dat ze ergens een grafsteen vinden. Bij de Poel in Aalsmeer lagen stenen van een andere begraafplaats die als waterkering gebruikt werden. Daar moet je toch niet aan denken! Ook het vergruizen van de stenen hoort bij de nette afhandeling, vinden wij. Overigens zijn alle nabestaanden keurig aangeschreven voordat het schudden is begonnen.”

Jullie weten hoe het begraven in zijn werk gaat. Waar kiezen jullie zelf voor met alle kennis die jullie hebben, begraven of cremeren?
Jaap: “Ik denk dat ik kies voor begraven.” Philip: “Ik zeg hetzelfde. Bij een crematie is het voor nabestaanden moeilijker. Het rouwproces is minder makkelijk, als je al van makkelijk kunt spreken, dan bij begraven. Iedereen heeft een eigen rouwproces; bij de één duurt dat maanden en bij de ander jaren. Wij zien familieleden regelmatig de eerste maanden dagelijks naar het kerkhof komen. Het opbaren is net zoiets. Het is heel prettig om dat thuis te doen en dan afscheid te nemen. We hebben wel meegemaakt dat iemand lag opgebaard in de kerk en dat de familie alsnog de overledene mee naar huis wilde nemen. Sommigen willen eerst snel de overledene uit huis hebben, maar daar kun je spijt van krijgen. Het opbaren en begraven is heel belangrijk voor het afscheid nemen. Tegenwoordig is er wel het één en ander veranderd. We zien nu dat mensen, de familie, na afloop van de avondwake samen met de kinderen de kist wil sluiten. Het is nu met elkaar in plaats van dat er heel veel geregeld wordt voor de familie. Mensen willen erbij betrokken worden en gelukkig kan dat allemaal. Ook bij het afleggen kan de familie helpen. Soms zijn juist de kleine details, hoe het kapsel hoort bijvoorbeeld, heel belangrijk voor de familie. De Kwakel is een kleine gemeenschap maar de familie weet die details beter dan wij.”

Wat maakt iemand een goede drager?
Jaap: “Je moet je emoties niet tonen op het kerkhof. Dat doet de familie al. Voor ons is het gewoon werk dat netjes moet gebeuren. De groep is hecht en iedereen past daarbij. Het is voor ons ook moeilijk, vooral wanneer het gaat om jonge mensen of om bekenden. Wij moeten gewoon ons werk doen en je moet het kunnen loslaten. Als je dat kunt, ben je er geschikt voor.” Philip: “Tot op heden zijn het alleen maar mannelijke dragers, maar wanneer een vrouw het werk, ook fysiek, aankan, is ze welkom om drager te worden.”

Denken jullie dat er in de toekomst nog altijd kerkhoven blijven bestaan en wordt er in De Kwakel meer begraven of gecremeerd?
Philip: “Kerkhoven zullen altijd blijven. Zeker wanneer het er netjes bij staat, zullen mensen ernaartoe blijven gaan. Ik heb het idee dat er nog altijd veel begraven wordt in De Kwakel. Dat zal in de toekomst hetzelfde blijven. We hebben nu wel plaats waar urnen kunnen staan en er is tevens een strooiveld gekomen.” Jaap: “Wij houden het kerkhof onkruidvrij maar er zijn mensen die het graf heel mooi houden met planten en bloemen. Dan willen nabestaanden er eerder naartoe dan wanneer het kerkhof een sombere sfeer uitstraalt. Als vrijwilligers zijn we blij dat we een bijdrage kunnen leveren aan het kerkhof.”

Wie willen jullie uitnodigen voor het volgende kettinggesprek en wat willen jullie vragen?
Jaap: “We willen Willem Verkerk uitnodigen. Willem is buschauffeur maar heeft daarnaast nog tijd over om vrijwilligerswerk te doen. Hij doet van alles; je kunt het zo gek niet bedenken. Hij is onder andere betrokken bij de Kwakelse Veiling, houdt zich bezig bij de parochie en is voorzitter van de klaverjasclub Gezelligheid is Troef. We willen vragen waar hij zijn motivatie vandaan haalt, waarom doet hij dat allemaal?”

Jaap Overwater (links) en Philip Hoogervorst (rechts) zijn betrokken bij de Dragers- en begrafenisvereniging: “Het begraven en het schudden is geen van beide prettig, maar zolang het netjes gebeurt, hebben we er vrede mee.” “We zijn ook blij dat we een bijdrage kunnen leveren aan het onderhoud van het kerkhof.”

Bron: archief Ben Plasmeijer > Krant Witte Weekblad 06-03-2003
Foto: Arjen Vos Fotografie
Gedigitaliseerd door Corinne Hogenboom 14-12-2015