Lars Griemelijkhuijsen - 28 februari 2019
Lars Griemelijkhuijsen is fotograaf, maar begint in september de studie Social Work. In zijn vrije tijd speelt hij bij badmintonvereniging De Kwakel, waar hij ook voorzitter van is. Ilse Hogerwerf vroeg vorige week aan hem wie zijn inspiratie bij badminton is.
‘Ik kijk graag naar het WK badminton en daar speelt de Deen Viktor Axelsen. Hij is niet mijn inspiratie, maar hij kan goed spelen. Er zijn verschillende soorten speelstijlen. Sommige spelen heel aanvallend, die blijven smashen. Anderen wachten rustig op de fouten van de tegenstander. Ik probeer mijn tegenstander eerst onder druk te zetten om daarna aan te vallen.’
Hoe lang speel je al?
‘Sinds mijn twaalfde, dus nu twintig jaar. Mijn vader speelde vroeger al. Toen we in Mijdrecht woonden, ben ik bij de jeugd begonnen en in De Kwakel ben ik verder gegaan. Later ben ik in de jeugdleiding gekomen. Als jeugdtrainer kon ik mijn eigen ervaring overbrengen. Het ligt aan de persoon of het moeilijk is om badminton te leren. Je hebt een goede hand-oog coördinatie nodig en je moet een goede conditie hebben. Je kunt alle techniek goed doen, maar je moet ook snel zijn. Badminton is niet hetzelfde als mensen op de camping doen. De shuttle naar elkaar overslaan is juist niet de bedoeling. Je moet proberen punten te scoren door de shuttle te slaan naar de plek waar de tegenstander niet is.’
Wat is je doel als voorzitter?
‘Als voorzitter wil ik vooral dat iedereen leuk kan spelen en eruit kan halen wat hij wil. Ik hoef niet te sturen. Het is niet mijn show. Er zijn diverse commissies. Ik moet zorgen dat zij hun werk kunnen doen. Het is niet ons doel om op een landelijk hoog niveau mee te doen. We zijn vooral een leuke, sociale vereniging. Mensen met ambitie gaan naar een grotere vereniging. Dat heeft er bij ons nooit in gezeten. Wij willen dat iedereen er lol in heeft, dat we het leuk hebben met elkaar en ondertussen wat leren. Kinderen kunnen vanaf een jaar of zeven tot achttien jaar lid worden van de jeugd. We gaan ieder jaar op kamp met de jeugd. Daarna komen ze bij de senioren en daar worden ze recreanten of competitiespelers. Nieuwe leden zijn altijd welkom.’
Wat doe je in het dagelijks leven?
‘Ik heb de opleiding fotografie gedaan, tien jaar een eigen zaak gehad en werk nu in een fotowinkel in Amstelveen. Maar ik wil wat nuttigers gaan doen. In september ga ik met de deeltijdstudie Social Work beginnen. Het zal wel pittig zijn. Ik heb zelf een goede jeugd gehad, maar ik wil graag jongeren gaan helpen een beter leven op te bouwen. Sommige jongeren hebben een valse start gehad en lopen de kans dezelfde kant op te gaan als hun ouders. Zo blijft dat cirkeltje zich herhalen, maar zo hoeft het niet af te lopen. Ik wil hen helpen hun leven weer op de rails te krijgen.’
Heb je nog andere interesses?
‘Ik heb veel portret- en muziekfotografie gedaan, dat overlapt elkaar. Muziekfotografie is meer registreren. Je kiest een onderwerp bijvoorbeeld de zanger op het podium. Met één oog kijk je naar de omgeving en met het andere oog kijk je door de camera. Bij een portret moet je meer regisseren. Je moet de juiste plek creëren en de juiste compositie maken. Daar komt meer bij kijken. Dat vind ik wel leuker. Ik heb op de fotovakschool mensen van het conservatorium leren kennen. We konden elkaar helpen. Zij hadden een foto nodig en ik kon oefenen. Sommigen heb ik later ook nog gefotografeerd. De band Within Tempation heb ik een paar keer gefotografeerd. Mijn muzieksmaak gaat alle kanten op, als het maar met gevoel wordt gedaan. Ik ben nu meer van de singer-songwriters, wat rustigere muziek.’
Speel je zelf muziek?
‘Op mijn achtste ben ik op keyboard begonnen. De dirigent van mijn tantes accordeonvereniging gaf les. Daardoor kwam ik in een jeugdorkest. Dat werd een b-orkest en vervolgens een A-orkest. Toen er geen uitdaging meer was, ben ik ermee gestopt. Later kreeg ik pianoles van hem en ik ben zelf gitaar gaan spelen.’
Ben je een echte Kwakelaar?
‘Mijn vader werkte op Schiphol, dus we woonden altijd in deze buurt. We zijn in De Kwakel komen wonen toen ik twaalf was, dus toen zat ik niet meer op de basisschool. Mijn vrouw Melissa komt oorspronkelijk uit Barendrecht. Ik heb haar leren kennen toen we allebei in Uithoorn woonden. In 2013 zou ik zes weken naar Noorwegen gaan. We kenden elkaar net een half jaar. Ik vroeg of ze zin had om mee te gaan. Het was een ultieme relatietest. Toen we verloofd waren, kregen we dit huis in De Kwakel. Later zijn we in Noorwegen op een boot in een fjord getrouwd door de oom van Melissa.’
Wie nodig je uit voor volgende week?
‘Rola Jacob. Zij en haar man komen oorspronkelijk uit Syrië. Daar was ze onderwijzeres, maar haar diploma’s zijn hier niet geldig. Ik wil haar vragen of ze van plan is een Nederlandse opleiding te volgen, zodat ze hier les mag gaan geven.’
(Bron: 28-2-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)