Marga Kouw - 15 december 2016
De Kwakel - Marga Kouw komt oorspronkelijk uit de Jordaan. Meer dan twintig jaar geleden kwam ze met haar man in De Kwakel wonen. Inmiddels is ze helemaal ingeburgerd en is Marga actief in diverse besturen. Vorige kandidaat Chris van Zantwijk vraagt waarom ze voor het dorp De Kwakel gekozen heeft, terwijl ze een rasechte Amsterdammer is.
‘Ik ben een Jordanees. Toen we trouwden ben ik met mijn man in Amstelveen gaan wonen. Daar hebben we achttien jaar gewoond, maar ik heb me er nooit prettig gevoeld. Op een gegeven moment moesten we kiezen om ons huis op te laten knappen of op zoek te gaan naar een ander huis. We reden door De Kwakel en zagen dit huis te koop staan. We hebben meteen makelaar Chris van Zantwijk gebeld en binnen drie dagen was de koop gesloten. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik bij de slager kwam en Patrick zei: Hé een vreemd gezicht, wie ben je, waar woon je en kun je tegen een schuine mop. Het voelde meteen als thuis. Er zijn veel overeenkomsten tussen de echte Kwakelaars en Jordanezen. Bijvoorbeeld de bijnamen. Wie kent in de Jordaan Rooie Nelis niet en wie kent in De Kwakel Dopper niet? En het roddelen, maar ook het klaarstaan voor elkaar. Ik ben zelf import, maar ik voel het niet zo. Soms zeggen mensen dat je er niet tussen komt in De Kwakel, maar die ervaring heb ik helemaal niet. Ik kende in een week al meer mensen dan na achttien jaar in Amstelveen.’
Welke binding hebt u nog met Amsterdam?
‘Elf jaar geleden ben ik een souvenirwinkel begonnen in Amsterdam in een van de zes kleine winkeltjes om de Westerkerk heen. Door een zware voetoperatie was ik niet meer mobiel en moest ik helaas mijn winkel sluiten. In 2010 is mijn man daar ook een winkel begonnen. Hij had een ander assortiment dan ik. Hij had meer textiel en ik snuisterijen. Van de twee winkels hebben we de beste producten uitgekozen en samengevoegd. Nu staat hij in de winkel en ik doe het werk thuis zoals de boekhouding, de inkoop en de bevoorrading. Omdat ik niet meer fulltime werk, ben ik me op andere dingen gaan richten.’
Wat doet u nog meer?
‘Achter ons huis staat een grote schuur. Toen we hier kwamen wonen, ben ik daar een keramiekstudio begonnen. Dat heb ik vijf jaar gedaan. Jammer genoeg was de bereikbaarheid een probleem. Later hebben we een groothandel in ansichtkaarten gehad met de opslag in de schuur. Daar zijn we in 2016 mee gestopt, dus nu staat de schuur leeg. Daarachter hebben we nog een grote tuin met een duivenhok, waarin we ooit postduiven hebben gehouden. Eigenlijk is het ons te groot geworden en zijn we op zoek naar een ander huis. Degene die hier komt te wonen zal heel blij zijn. In Amsterdam heb je de gouden bocht, maar wij wonen ook in de gouden bocht. Niet goud vanwege de waarde zoals in Amsterdam, maar vanwege de relaties met de buurt. We willen graag in De Kwakel blijven wonen. Hier doe ik ook mijn vrijwilligerswerk.’
Wat doet u voor vrijwilligerswerk?
‘Ik ben secretaris bij de Loterijclub. Onlangs bestonden we 65 jaar. Het is begonnen met 21 mannen die in West-Indië waren gelegerd. De laatste Indiëganger is twee jaar geleden overleden. Maar wij willen het voortzetten. We komen vier keer per jaar bij elkaar. De club bestaat uit 25 mensen. Meer mogen er niet meedoen. Vroeger mochten er geen vrouwen deelnemen. Ik ben de aanstichtster geweest dat dames nu ook lid mogen worden. De penningmeester koopt tien staatsloten per maand en we hopen dat daar een prijs op valt. Verder ben ik penningmeester van Le Tour De Kwakel. Dit wielerspel bestond vorig jaar zestig jaar. Tijdens de Tour de France komen we wekelijks bij elkaar om de voorspellingen in te vullen. Degene met de hoogste punten van die dag krijgt vijftig cent. Tijdens een feestelijke slotavond worden de enveloppen met geld uitgekeerd. Als ze niet worden opgehaald, gaat de opbrengst naar een goed doel. Dit jaar was dat de stichting Corantijn. Sinds anderhalf jaar ben ik ook vrijwilliger bij Het Dorpshuis. Samen met anderen draai ik bardiensten. Het is dankbaar werk en zo houd ik contact met de Kwakelaars. Het Dorpshuis is een verbindende factor. Ik heb geen geraniums, dus ik kan er ook niet achter gaan zitten. En ik doe ook nog vrijwilligerswerk in Amsterdam.’
Waar zet u zich in Amsterdam voor in?
‘Ik ben bestuurslid van Het Amsterdamse Zwanenkoor. Dat koor vertolkt het oude Jordanese lied. Ze hebben gezongen bij het afscheidsgala van prinses Beatrix, bij de viering van 200 jaar Koninkrijk en bij het aansteken van de lichtjes van de kerstboom op de Dam. In maart 2017 worden er vijf voorstellingen gegeven in de Rode Hoed. Ik zing zelf niet, maar dit bindt me met Amsterdam. Daarnaast ben ik voorzitter van de Ondernemersvereniging in Amsterdam. Onlangs ben ik gestopt als voorzitter van de Bedrijven Investeringszone (BIZ). Ik vind het leuk om in besturen te zitten. Ik word ervoor gevraagd en vind het een eer om te doen.’
Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Marion van Berkum van de stichting Corantijn. Ze verzamelt heel gericht goederen voor Suriname. Vorig jaar verzamelde ze kaarsvet in, zodat in gebieden waar geen elektriciteit is, jongeren bij kaarslicht kunnen studeren. Ik wil haar vragen of ze nog restjes kaarsvet nodig heeft?’
(Bron:15-12-2016, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Niels Gribling - fotograaf)