Marijn Brenner - 24 September 2015
De Kwakel - In het leven van Marijn Benner zijn twee dingen belangrijk: mensen bemoedigen en mensen coachen. Om mensen te bemoedigen schrijft ze brieven en plaats ze teksten op facebook. Mensen coachen doet ze op eigen titel en sinds twee jaar via Coach4You. Vorige kandidaten Annemieke en Els Verkerk willen haar vragen hoe ze ertoe gekomen is om Coach4you te gaan doen.
‘Ik heb een opleiding Personeel en Arbeid gedaan, daar leer je veel gespreksvoering. Na mijn opleiding ben ik als vrijwilliger gaan werken, omdat het met mijn gezondheid niet zo goed gaat. Vrienden bellen mij en vragen om hulp. Als iemand geen geld heeft voor professionele begeleiding en moet solliciteren, dan begeleid ik hen. Coachen is een techniek apart. Bij voetbal gaat de coach ook niet zelf het veld op, dus bij gesprekken geldt dat ook. Ik help hen om zelf oplossingen te vinden bijvoorbeeld door vragen te stellen en door te analyseren. De bedoeling is dat ik snel gemist kan worden. Iemand kwam bij me met de vraag: ik loop vast met mijn zoon in de brugklas. Zou jij hem kunnen helpen? Dat heb ik gedaan en dat verliep goed. Daarna heb ik meer jonge mensen begeleid. Toen kwam Coach4You naar Uithoorn toe. Het is een landelijke organisatie met lokale afdelingen, die zich richt op brugklassers. Er is niet zo zeer iets aan de hand met de jongeren zelf, maar vaak zijn de ouders belast met andere problemen. Een ouder is overleden of ernstig ziek of ouders kunnen zelf niet lezen. Door de begeleiding krijgen ze dan net dat zetje dat ze nodig hebben.’
Hoe komen jongeren dan in contact met Coach4You?
‘De jongeren worden vrijwel altijd opgegeven door de leraar van de basisschool. De coördinator gaat langs om te zien of we wat kunnen betekenen en zoekt een passende coach. Dan volgt een zogenaamd klikgesprek. Het kind moet zelf terugbellen, want wij willen er niet met kracht bovenop zitten. Het moet gemotiveerd zijn. De brugklas is een mooie periode. Ze moeten nog aan de nieuwe situatie wennen en hebben nog geen ritme. Het is de efficiëntste tijd om te helpen. We begeleiden ze anderhalf jaar. Een jaar is net te krap. Dan denken ze dat ze het kunnen en komen ze thuis met een slecht kerstrapport. Eens in de zes weken ontmoet ik de andere coaches. We bespreken waar iemand tegenaan loopt en overleggen hoe we dingen kunnen oplossen. Ik doe dit nu voor het tweede jaar. Het is fijn om te zien dat mensen zichzelf weer redden door wat jij zegt of doet. Het allermooiste is dat iemand zelf de weg weer heeft kunnen vinden. Ik heb een slechte gezondheid, maar alle tijd die ik kan spenderen doe ik vrijwilligerswerk.’
Wat is er met je gezondheid?
‘Ik heb een zeldzame bindweefselziekte. Als kind had ik al problemen. Na veel onderzoeken kwamen ze erachter wat ik heb, maar ze kunnen er niet zoveel mee. Mijn gewrichten schieten makkelijk uit de kom. Ik vergelijk het met een huis. Het cement is gelatine en de dakspanten zijn postelastieken. Ik heb mijn weg gevonden. Ik ben niet iemand voor achter de geraniums. Ik zorg dat ik in goede conditie blijf.’
Doe je aan sport?
‘Ik doe aan aangepast paardrijden. Ik rijd op een paard met een vlakke gang, een paard dat niet zo hobbelt. Ik heb speciale teugels met lussen en elastiek ertussen. Ik doe aan klassieke dressuur. Het is een soort paardengymnastiek, erop gericht dat het paard zich goed voelt. Ik rijd in dienst van het paard. Verder ga ik er vaak met mijn hond Mika op uit, met de fiets, lopend of met de loopfiets. Het is een zwerfhond die ik met tien maanden kreeg. Hij is nu vijf jaar. Hij heeft een pittig karakter en veel energie. Het is een hondje dat bij mij past. Ik heb ook vier cavia’s en een hamster.’
Heb je nog andere bezigheden?
‘Ik maak graag foto’s van landschappen en de zonsondergang, die plaats ik op facebook met een mooie tekst erbij. Ik heb veel vrienden die bijna niet buiten komen vanwege ziekte. Als ik weet dat iemand een moeilijke dag heeft gehad, schrijf ik een paar bemoedigende woorden. Een keer per jaar, met kerst of op complimentendag, geef ik vijftig willekeurige vrienden een compliment of wens ik hen iets goed toe. Ik ben positief van aard en ik heb de tijd ervoor om dat te doen. Maar ook als je druk bent, kun je dat doen. Verder schrijf ik elke week een brief aan een jonge man die hersenletsel heeft opgelopen. Deze week wordt nummer 210. Hij kan niet antwoorden. De brieven waren een stimulans voor hem om weer te leren lezen. Elke week ga ik met hem een film kijken. Daarna maken we lunch en moet hij mij vertellen wat we gaan maken. Ook doe ik mee aan de Respect Estafette van het Meldpunt Discriminatie Amsterdam. Daarbij word je gekoppeld aan een veertienjarige. Zij worden gekoppeld aan iemand waar vooroordelen over bestaan. Ze leren dat zo iemand ook een normaal persoon is. Ik heb meestal vijf penvrienden.‘
Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Amanda ten Cate. Ik heb haar pas ontmoet. Ze wil een groep opstarten in de Bilderdijkhof voor mensen die niet zo makkelijk Uithoorn uit komen, doordat ze ziek zijn of geen geld hebben. Ik ben benieuwd wat haar plannen voor deze groep zijn?’
(Bron: 24-9-2015, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)