Nikki Bon-Langelaan - 31 januari 2019
Nikki Bon woont met haar man Piet en hun zoontje Theo in De Kwakel. Ze is leidster van de welpen en zit op naailes. In april 2018 begon ze agrarisch kinderdagverblijf De Koetjes. Fieke Otto vroeg haar vorige week hoe ze terugkijkt op het afgelopen jaar.
‘Ik ben opgevoed op de boerderij. Met mijn broertje Patrick en zusje Kelly waren wij altijd buiten te vinden. Als wij uit school kwamen, trokken we oude kleren aan en gingen we meteen naar buiten. We speelden bij de koeien in het gras, bouwden hutten of gingen met een tent de hort op. Daar heb ik goede herinneringen aan. Ik heb een opleiding tot pedagogisch medewerker gevolgd. Daarmee heb ik veel ervaring opgedaan door stages bij verschillende kinderdagverblijven. Tijdens mijn eerste functioneringsgesprek vroegen ze naar mijn toekomstverwachtingen. Mijn droom was om een eigen kinderdagverblijf te runnen.’
Maar het is geen gewoon kinderdagverblijf geworden?
‘Mijn oom en tante uit Ermelo hebben ook een agrarisch kinderdagverblijf. Zij zijn mijn voorbeeld geweest. Mijn ouders stopten met het houden van varkens en toen kwam er ruimte vrij. Toen ik hoogzwanger was hebben we deze locatie verbouwd. Ik kon alles zelf samenstellen. Er is een grote en een kleine slaapkamer, een grote speelruimte en een kantoor. Daarnaast is er een groot grasveld waar de kinderen kunnen spelen. Door de GGD worden veel eisen gesteld. Zoiets doe je niet ‘effe’. Er komt veel bij kijken. Ik ben naar open dagen gegaan van andere agrarische kinderdagverblijven en heb gesprekken gevoerd met de eigenaren daarvan. Ik wilde me niet aansluiten bij een organisatie, want dan zit je strak aan een lijntje. Ik had zelf een betere visie.’
Wat is je visie?
‘Ik wil het buitenleven meegeven aan kinderen. We gaan als het kan ’s ochtends en ’s middags even naar buiten. Voor alle kinderen hebben we een overall, zodat hun kleren niet vies worden. We hebben vetbollen en pinda’s opgehangen voor de vogels. We spelen eigenlijk met wat we tegenkomen, zoals een molshoop of slakken. Zo leren ze spelenderwijs. In de zomer hebben we een moestuintje. De kinderen hebben de zaadjes zelf in de grond gestopt en geven de plantjes water. Als we brood over hebben, voeren we dat aan de kippen die in een ren om het grasveld heen lopen. Boer Koos, mijn vader, komt regelmatig op visite. Hij heeft altijd wel wat te laten zien, zoals een kalfje. Hij is de superheld hier. De kinderen zeggen vaak: dat moeten we aan boer Koos vragen. Verder hebben we een gezond voedingsbeleid. We eten ’s morgens groenten en fruit. Daarvoor heb ik een mooi bord met daarop bijvoorbeeld paprika, wortel, tomaat en dit keer kakifruit. Ik vind het belangrijk om de kinderen te observeren. We kijken per kind waar behoefte aan is. We willen dat de kinderen zich ontwikkelen tot zelfverzekerde mensen met respect voor mens, dier en omgeving.’
Doe je dit alleen?
‘In 2019 is het beleid veranderd en zijn er meer leidsters vereist voor de kinderen. We hebben het ‘vierogenprincipe’. Er moet altijd iemand kunnen meekijken. Mijn moeder Monique helpt als vrijwilligster en als het nodig is. Esther werkt vier dagen en vanaf februari komt Laura ons team versterken. Terwijl de kinderen tussen de middag slapen, voorgelezen worden of rustig spelen, gaat de ander een boekje invullen voor elk kind. Daar staat in wat ze gedaan hebben. Wat ze gegeten en gedronken hebben en hoe ze geslapen hebben. Vooral bij baby’s is het fijn voor ouders om dat te weten. Op dit moment hebben we per dag plaats voor tien kinderen.’
Wil je in de toekomst uitbreiden?
‘Ja ik wil graag groeien. Deze ruimte is tijdelijk. Binnen twee of drie jaar komt er naast deze plek een nieuw kinderdagverblijf. Dan komen er twee verticale groepen. Op de plek waar we nu zitten kunnen de kinderen lekker buiten spelen.’
Heb je nog andere bezigheden?
‘Ik ben leidster bij scoutingvereniging St. Joannes. Ik ken mijn man Piet via de scouting. We zijn in 2015 ook bij de scouting getrouwd. We zijn allebei leider bij de welpen, dat zijn jongens van 7 tot 11 jaar. Het is een leuke leeftijd. De jongens zitten vol energie. Sinds we Theo hebben gaan we om en om op donderdagavond. We verzinnen steeds een leuk programma voor het hele jaar. Dit seizoen hebben we twintig welpen.’
Heb je nog andere hobby’s?
‘Op dinsdagavond zit ik op naailes. Ik heb de opleiding tot costumière gedaan. Ik kan zelf patroon tekenen. Ik maak voornamelijk kleding voor Theo. Ik ben nu een koeienbadjas met koeienoren aan het maken.’
Wie wil je als volgende kandidaat vragen?
‘Sarah Hoving. Zij was vroeger mijn buurmeisje. Zij en haar vriend Erik Rewijk fietsen en hiken voor de stichting Ketaaketighar. Om geld in te zamelen organiseren ze bijvoorbeeld een bingoavond. Ik wil haar vragen hoe ze bij die stichting is gekomen?’
(Bron: 31-1-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)