Piet Rewijk - 04 Juni 2015

De Kwakel - Piet Rewijk is graag buiten. Voor zijn werk viel hij tijdelijk in bij kwekers als ze ziek waren of op vakantie gingen. Toen hij met vervroegd pensioen kon, greep hij zijn kans. Hobby’s had hij genoeg. Van steigerhout timmert hij tuinmeubelen, hij tuiniert graag, zingt zeemansliederen en hij zit al vanaf zijn vijftiende op de racefiets. Vorige kandidaat Gerard Zijerveld vraag waarom hij weer actief wedstrijden is gaan rijden?

‘Ik heb tot aan mijn 32ste gekoerst, totdat ik een gezin kreeg. Er gaat veel tijd in het wielrennen zitten. De wedstrijden waren niet naast de deur, dus je moet erheen reizen. Je bent zo een dag kwijt. Ik ging altijd samen met mijn vrouw. In het begin is de kleine nog meegegaan. Hij liep aan een touw, want het was te gevaarlijk om hem los te laten lopen. Ik heb het wel meegemaakt dat een kind tussen de hekken door kroop en in het peloton was terechtgekomen. Later hoorde ik dat het kind is overleden. Zoiets vergeet je nooit meer. Dus toen ik een gezin kreeg, ben ik gestopt. Daarna heb ik 25 jaar nauwelijks op een racefiets gezeten. Maar tien jaar geleden werd ik te zwaar naar m’n zin en heb ik mijn oude Jan de Reus racefiets weer gepakt om te kijken of het nog zou lukken.’

En kon u het weer makkelijk oppakken?
‘Die feeling blijf je toch houden. Ik ben eerst voor mezelf gaan kijken hoe het ging door regelmatig te gaan fietsen. Daarna ben ik met een groepje meegegaan. Het verbaasde me echt hoe makkelijk het me af ging. Vervolgens ben ik met een ander groepje meegegaan die sneller ging. Vanaf mijn vijftiende ben ik lid van UWTC. Een tijdje was ik slapend lid, maar een paar jaar geleden ben ik actief lid geworden bij de toerafdeling. Ze hebben twee groepen en met de snelste groep kon ik goed meekomen. De volgende stap was dat ik op dinsdagavond met de wielrenafdeling in wedstrijdverband ging rijden en dat gaat redelijk.’

Zo bent u weer mee gaan doen met wedstrijden?
‘Ik ben ook lid van de 60+ groep van de landelijke KNWU. Zij organiseren elk weekend wedstrijden. In het seizoen, dat loopt van april tot oktober, zijn dat 45 koersen. Als het in buurt is, ga ik er op de fiets heen om mijn spieren alvast los te fietsen. Afgelopen zondag deed ik mee in Gouda. We staan met zo’n vijftig man aan de start. We fietsen meestal een uur en vijf rondes, dat is ongeveer vijftig kilometer. Ik rij nog niet bij de voorste, maar ik kan goed meekomen. De prijzen vind ik niet belangrijk. Ik heb er lol in, daar gaat het om.’

Wat voor werk heeft u gedaan?
‘Ik heb 27 jaar bij de Agrarische Bedrijfsverzorgingsdienst gewerkt. Dat is een stichting voor kwekers en boeren waar ze een beroep op kunnen doen als ze ziek zijn of op vakantie willen. Ik heb op meer dan tweehonderd tuinbouwbedrijven gewerkt. Vroeger heb ik met mijn broer bij ons ouderlijk huis Ilexen geteeld. Mijn broer doet dat nog steeds, maar ik ben ermee gestopt. Ik heb jaren bij een seringenkweker gewerkt. Mijn baas werd ziek en zo kwam ik in aanraking met de Bedrijfsverzorgingsdienst. Ons bedrijf zou niet meer verder gaan, dus vroegen ze of ik bij hen wilde komen werken. Om dit werk te kunnen doen, moet je je verschrikkelijk goed kunnen aanpassen en flexibel zijn. Dertig jaar geleden waren er veel eenmansbedrijven. Vandaag de dag zijn de bedrijven veel grootschaliger en is er meer opvang bij ziekte. Dus de laatste jaren werkte ik meer bij het interne gedeelte. Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Ik heb zoveel mensen ontmoet. Op mijn 63ste werd me een regeling aangeboden en kon ik met vervroegd pensioen. Ik heb besloten om op die trein te stappen. Ik heb er geen spijt van gehad. Ik heb hobby’s genoeg.’

Welke hobby’s heeft u nog meer?
‘Ik maak tuinmeubelen van steigerhout. Ik wilde een tuintafel kopen, maar dacht dat ik die zelf wel kon maken. In de schuur timmeren met hout vond ik leuk. Dus daarna maakte ik een meubelen voor de buren en daarna voor de andere buren. Het is leuk werk en ik kan me erin uitleven. Ik kan het helemaal naar wens en op maat maken. Ik heb ook tekeningen om mensen op weg te helpen. Mijn vader was boer, visser en timmerman. Het zit in mijn genen. Tuinieren vind ik ook leuk. Ik help anderen graag met hun tuinonderhoud. Ik weet wel het een en ander en anders zoek ik het op in een van mijn tuinboeken. Verder heb ik een jaar of zes gezongen bij Shantykoor de Brulboeien. Maar dat moest ik te vaak afzeggen vanwege het fietsen. Ik wil niet zomaar beslissen om definitief te stoppen, maar ik heb nu voor het fietsen gekozen en wil een jaartje kijken hoe dat gaat.’

Wie wilt u als volgende kandidaat uitnodigen?
‘De oom van mijn vrouw en onze buurman Joost Klootwijk. Hij is volgens mij vanaf de oprichting betrokken bij het Luchtoorlog- en Verzetsmuseum van de Stichting Crash in Rijsenhout. Ik vraag me af wat de aanleiding is geweest om het museum op te richten en of het nog leeft bij de nieuwe generatie.’

(Bron: 4-6-2015, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)