Rein Hoogendoorn - 19 December 2013

De Kwakel - De voorgeschiedenis van boerderij Inner-Art komt over als een te vaak vertelt verhaal, maar over het heden zijn Rein Hoogendoorn en zijn vrouw Gera zo enthousiast dat ze er uren over kunnen vertellen. In 2007 werd hun boerderij officieel een zorgboerderij, waar zo'n twintig cliënten per dag komen. Van alleen de zorgboerderij kan de familie niet leven, dus hebben zij daarnaast een caravanstalling en verhuren zij boxen. Vorige kandidaat Herman Bezuijen wil van hen weten hoe zij hun economische en hun ideologische belangen combineren.

‘Mijn ouders hadden een kleinschalig boerenbedrijf. Voordat ik naar school ging, hielp ik mijn vader met melken. Het boerenleven lag me wel, dus ik ben naar de landbouwschool gegaan. Op mijn achttiende ben ik gaan werken bij een akkerbouwbedrijf. Het voelde alsof het mijn eigen bedrijf was. In die tijd heb ik Gera leren kennen. Haar ouders hadden ook een veehouderijbedrijf, maar ziekenhuis Amstelveen slokte het bedrijf op. In 1975 zijn we getrouwd. We hebben een huis gekocht in Uithoorn. We voelden ons opgesloten, maar zijn er toch tien jaar gebleven. In 1982 fietsten Gera en ik langs deze boerderij aan de Vuurlijn. Zij had het gevoel dat het te koop stond. We hebben rondgevraagd van wie de boerderij was en inderdaad het stond te koop. Het was behoorlijk verwaarloosd, dus we zijn een megaklus begonnen om alles op te knappen. Gera volgde de HBO opleiding natuurgeneeskunde en begon een eigen praktijk. Er kwamen veel mensen met problemen die soms bleven eten of slapen. Zo zijn we in de zorg gegroeid. Acht jaar geleden moest de boerderij waar ik werkte plaats maken voor de omgelegde N201. Toen ik thuiskwam van mijn laatste werkdag, hebben we besloten om samen verder te gaan met de zorgboerderij.'

Was de overgang van werken met gewassen naar werken met mensen niet groot?
‘Een boerderij had vroeger ook een sociale functie. Mensen kwamen even melk of eieren halen, kinderen mochten in de hooiberg spelen. Tijdens oogsttijd ben je met een man of tien bezig met het binnenhalen van de oogst. Het lijkt op elkaar. Op de akker moet je zaaien en oogsten en dan is er opbrengst. Mensen moet je ook energie in steken en de beloning is dan dat ze opknappen. Ik moest alleen wat geduld leren. Op de boerderij was ik gewend om snel te werken, want het kan morgen wel regenen. Deze mensen moet je met rust behandelen en wat vandaag niet komt, komt morgen wel.'

Wat voor mensen komen er bij jullie?
‘We zijn vier dagen per week open. Op woensdag en donderdag komen er zo'n 25 mensen per dag. Op maandag en dinsdag is onze dochter verantwoordelijk voor een groep van vijftien mensen. Onze jongste cliënt is tien jaar en de oudste is 94 jaar. Het zijn ex-drugsverslaafden, dementerende ouderen, mensen met een burn out of met psychische klachten. We hebben twee vaste medewerkers en daarnaast zijn er veel vrijwilligers, want veel cliënten krijgen een één op één begeleiding. 's Ochtends verdeel ik de taken. De een helpt in de tuin, de ander gaat een taart of koekjes bakken, weer een ander werkt met de dieren. Er is meer dan genoeg te doen op een dag.'

Jullie hebben dus weer dieren op de boerderij?
‘We zijn begonnen met twee Alpaca's. Dat beviel goed. Het zijn vriendelijke dieren. Dus hebben we er nog vier bijgekocht. De rest zijn eigen veulens. Alpaca's krijgen hun veulens in de ochtend. Als het gaat beginnen, zetten we allemaal stoelen in een kring en kunnen de aanwezigen het van het begin tot het eind volgen. We hebben nu veertien Alpaca's lopen. Verder hebben we twee hangbuikzwijnen, een paard, een ezel, konijnen, zwarte zwanen, eenden, ganzen en kippen voor de eieren. Dieren zijn belangrijk. Soms gaan mensen rustig op een bankje zitten kijken of zitten ze uren met een konijn op schoot. Het geeft ook een reden om uit bed te komen, want de dieren moeten gevoerd worden.'

En er is een winkel waar jullie eigengemaakte producten verkopen?
‘In juni is de winkel gerenoveerd. De klanten moeten de weg nog een beetje vinden, maar als het hek open is, is iedereen welkom in de voormalige hooiberg. We verkopen nu bijvoorbeeld ingemaakte stoofpeertjes en gedroogde appeltjes. We hebben in het voorjaar een grote, biologische groentetuin gemaakt. Het is een verlengstuk van de zorg. Het is goed voor de cliënten dat ze ergens verantwoordelijk voor zijn.'

Hoe zien jullie de toekomst?
‘We willen de zorgboerderij zolang mogelijk open houden. Als we zouden moeten sluiten, komen er zestig mensen in de problemen. De boerderij houdt mensen van een opname vandaan. We verwachten een groeiende vraag van dementerende ouderen. Het is een sociale ontmoetingsplek waar mensen op een natuurlijke manier hun verhaal kwijt kunnen. Het werk geeft ons veel voldoening. Het is geen baan, maar een levenshouding. We worden ook 's avonds gebeld of mensen komen tussendoor even langs om wat te vertellen. Je krijgt een band met die mensen. Maar de zondag is voor ons. Vroeger deden we dingen met ons gezin. We hebben vier kinderen. Nu gaan we samen een stukje wandelen, een eindje fietsen of op familiebezoek.'

Wie willen jullie uitnodigen voor de volgende keer?
‘Mies Griffioen. Zij doet veel voor de medemens. Ze is bijvoorbeeld vrijwilligster bij de Zonnebloem. We willen haar vragen waar ze de energie vandaan haalt, om zoveel goed werk te doen, voor de medemens die haar steeds weer weet te vinden wanneer ze een extra steuntje nodig hebben.'

(Bron: Conny Vos voor het Witte Weekblad, Jaap Maars - fotograaf)