Richardo Neeskens - 20 Januari 2016

Uithoorn - Richardo Neeskens woont in een appartement bij Ons Tweede Thuis op het Zijdelveld. Overdag werkt hij bij Poldersport en in het weekend is hij verkeersregelaar bij ongevallen, evenementen en festivals. Als hij via zijn pager van een ongeluk hoort, springt hij op zijn fiets om te zien of hij van dienst kan zijn. Vorige kandidaat Hugo Asberg wil van hem weten hoe hij elke keer de motivatie kan opbrengen om dat te doen.

‘Ik vind het belangrijk dat de hulpdiensten de slachtoffers kunnen helpen en niet dat ze het verkeer moeten regelen. Op een keer fietste ik naar winkelcentrum Zijdelwaard. Onderweg was een man niet lekker geworden. Hij kreeg een hartaanval en moest worden gereanimeerd. Toen zag ik dat er een agent bezig was met het verkeer regelen en mensen op afstand houden. Dat is voor mij de reden geweest om dit te gaan doen. Je doet iets voor de samenleving en ik vind het ook hartstikke leuk om te doen. Ik ben dan een beetje de baas op de weg. Ik heb een pager en krijg een melding via P2000. Als er een ongeval is, spring ik op mijn fiets en ga ik kijken of ik de agenten kan helpen. Als ze het willen, dan help ik. Als er weinig aan de hand is, ga ik weer weg. Ik blijf niet als een ramptoerist kijken. Ze kennen me hier. Als het incident voorbij is, krijg ik een hand en bedanken ze me, zowel de brandweer als de politie.’

Ben je officieel bevoegd?
‘In het begin had ik een evenementenpas. Daarmee kon ik alleen verkeersregelaar zijn bij evenementen binnen de eigen gemeente. Ik ben verkeersregelaar geweest bij de carnavalsoptocht in Kudelstaart, de hardloopwedstrijd van AKU, de polderloop en bij de Kwakelse kermis. Sinds maart werk ik voor een verkeersregelaarsbureau in Amsterdam. Daar heb ik een opleiding met praktijkexamen gedaan en een certificaat en bevoegdheidspas gehaald. Met de beroepspas kan ik door heel Nederland werken bij festivals en evenementen. Ik ga dan met de bus naar het bedrijf en vandaar gaan we met een groep naar een locatie. Dat is heel anders dan bij ongevallen. Het is niet zomaar even een uurtje het verkeer door laten stromen en dan weer naar huis. Het zijn veel langere dagen. Soms sta ik dertien uur ergens alleen bij een post. Dat is best saai. Laatst was ik bij de stille tocht in Lelystad, van dat gezinsdrama. Daar hing een heel aparte sfeer. De mensen kwamen naar me toe om hun verhaal kwijt te kunnen. Je ziet het verdriet van iemand anders. Ik moest echt een houding zoeken om daarmee om te gaan. Na afloop hebben we er met collega’s onder elkaar over gepraat. Een week later was ik in Lelystad bij de kerstparade, dus dat was weer heel wat anders.’

Wat doe je voor werk?
‘Dit doe ik in het weekend. De rest van de dagen ben ik hulpboer bij Poldersport. Daar heb ik het ook naar mijn zin. Ik doe heel verschillende dingen. Iedere dag is weer anders. Ik zorg voor het landonderhoud. In het voorjaar moet het land gerold worden. De koeien vertrappen het gras dus de schade van het vorig seizoen moet dan verholpen worden. Nu staan de koeien binnen. Ze lopen los in de ronde stal. Tijdens het voeren gaan ze met hun kop in een rek en dat wordt op slot gezet. Dan rijd ik met de tractor door de stal om het compost los te rijden. Ze lopen op compost dat is beter dan stro. Dat doe ik aan het begin en aan het eind van de werkdag. Werken was een van de voorwaarden dat ik bij Ons Tweede Thuis mocht wonen.’

Woon je hier allang?
‘Ik ben opgegroeid in Delft. Mijn moeder is overleden toen ik zestien jaar was. Met mijn vader had ik geen contact. Toen kon ik kiezen: op straat leven of in de zorg. Ik had al een aardige rugzak. Ik heb er goed aangedaan om voor de zorg te kiezen. Ik ben eerst bij Lijn5 gaan wonen, dat is meer voor jongeren. In het begin moest ik wennen aan het wonen in een groep, want ik was opgegroeid als enig kind. Daarna ben ik verhuisd naar De Kwakel en vandaaruit ben ik hier terechtgekomen. Ik woon hier in een appartement op de derde etage. Ik ben nu vierentwintig. Het bevalt me goed. Ik heb geen moeite met dingen. Ik ben een gezelligheidsmens. Ik eet elke dag beneden. Elke week krijg ik een menulijst en kan ik uit twee gerechten kiezen. Om zes uur sluit het restaurant. Om half acht kan je beneden koffiedrinken als je daar zin in hebt. Ik heb twee keer per week een begeleidingsmoment. Ik laat het niet altijd merken, maar het is toch belangrijk dat iemand interesse in je heeft, dat er iemand kijkt of alles goed met je gaat. Stel dat het niet goed gaat. Meestal maken we een wandeling. Ik wandel elke avond een rondje om het Zijdelmeer. Verder heb ik geen hobby’s. Op woensdagmiddag ben ik vrij, dan kan ik een beetje bijkomen, wat boodschappen doen en afspraken maken.’

Wie wil je als volgende kandidaat vragen?
‘Alex en Stacy van der Veldt. Het is een tweeling. Ze rijden motor en quad. Ze hebben een eigen engineering bedrijf opgericht. Ik ben benieuwd waar hun motivatie lag om op zo’n jonge leeftijd een eigen bedrijf te beginnen.’

(Bron: 20-1-2016, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)