Roel van Vliet - 24 december 2019
Roel van Vliet was dertig jaar hèt gezicht van de Sinterklaasaktie. De gepensioneerde politiechef leest nog graag een detective, wandelt elke ochtend en past op zijn kleinkinderen. Daarnaast zit hij in het bestuur van de Stichting Urgente Noden. Dana Emmerig en René Jongkind vroegen hem hoe mensen bij de stichting terechtkomen?
‘Een aanvraag komt altijd via een instantie bij ons. Meestal via maatschappelijk werk of vluchtelingenwerk, maar het kan ook zijn via het hoofd van een school, de huisarts of dominee. Twintig procent komt via de sociale dienst.’
Waarom is de stichting opgezet?
‘Vijfendertig jaar geleden kwam ik bij de Sinterklaasaktie, daarvan heb ik dertig jaar de intocht gedaan. Dat deed ik voor het goede doel, namelijk geld inzamelen voor de zwakbedeelden in de regio. Vanuit de Sinterklaasaktie raakte ik betrokken bij de Stichting Urgente Noden. Elf jaar geleden leefde er bij de gemeente het idee dat er geen armoede was in Uithoorn. Het CDA organiseerde destijds een avond over het thema. Ik was diaken bij de Protestantse gemeente en wist dat er armoede bestond, want er kwamen bij ons aanvragen binnen. De toenmalige wethouder Oudshoorn vond dat er een breed draagvlak moest komen om mensen die tussen wal en schip vielen te helpen. Zo ontstond een werkgroep waarin ik namens de Sinterklaasaktie plaatsnam.’
Wat voor soort aanvragen krijgen jullie?
‘We betalen achterstallige huur om te voorkomen dat iemand wordt uitgezet. Soms heeft iemand een identiteitsbewijs nodig om een aanvraag te doen, maar geen geld om een ID aan te vragen, dan betalen wij dat. Ambtelijk molens draaien langzaam. Soms duurt een proces acht weken. Dan kunnen mensen voor een overbruggingstermijn bij ons terecht. We doen boodschappen met iemand of betalen de huur. Als een wasmachine kapot gaat en iemand zit in de bijstand, zorgen wij voor een nieuwe. We kopen trouwens niet altijd nieuwe spullen, maar gaan ook bij de kringloopwinkel kijken.’
Hoe komen jullie aan financiën?
‘We hebben bij de oprichting tachtigduizend euro gekregen van de gemeente. Zij hadden net het kabelnetwerk verkocht aan Caiway en de opbrengst moest ten dienste komen van de gemeenschap van Uithoorn. We doen mee met de Rabobank Club Support Aktie. De Sinterklaasaktie heeft ons vorig jaar gesponsord. We krijgen giften van particulieren. De kerken geven een donatie. We hebben een schenking van het hospice Wallon gekregen. Het Keez-toernooi heeft ons twee jaar terug geld geschonken. We geven gemiddeld vijftien duizend per jaar uit. We krijgen zo’n twaalf tot vijftien aanvragen per jaar. Elke aanvraag is er één teveel. We zouden liever overbodig zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat we die gezinnen een hart onder de riem hebben kunnen steken.’
Wijst u ook weleens aanvragen af?
‘We beoordelen de aanvragen volgens ons uitgangspunt. Het moet een urgente nood zijn. We kijken niet naar de schuldenproblematiek erachter, maar alleen naar de aanvraag. Een sta-op-stoel of tuinhekje is geen urgente nood. Of als iemand geen aanvullende verzekering heeft, dan gaan wij hun rekening niet betalen. Het voordeel is dat we korte lijnen hebben met andere organisaties, dus soms sluizen we een aanvraag die niet in overeenstemming is met onze uitgangspunten door naar bijvoorbeeld de Sinterklaasaktie of de kerk.’
Hoe gaat u om met al die nood?
‘Als politieambtenaar ben ik al tegen zoveel leed opgelopen dat ik me daar gedeeltelijk voor af kan sluiten. Het is een vorm van werk. In 1966 kwam ik bij de Rijkspolitie in Uithoorn. In 1993 werd het een regionaal korps en kwam ik bij de politie in Amsterdam te werken. Mijn hart lag niet in Amsterdam. Ik ben Rotterdammer van geboorte. Ik ben me toen gaan richten op het onderwijs en ontwikkelen van nieuwe trajecten. Ik heb zelf de politieacademie gedaan en studies bestuurskunde en bedrijfskunde via de open universiteit gevolgd. Nu ben ik met pensioen.’
Waarmee vult u nu uw tijd?
‘Ik lees graag politiethrillers van Joop van Riessen, een voormalig hoofdcommissaris en ik probeer elke dag twee uur te wandelen. Vroeger studeerde ik zeven dagen van zes tot acht uur ‘s ochtends en dat ritme heb ik vastgehouden. Als ik niet aan het lezen of wandelen ben, dan doe ik een kruiswoordpuzzel. Verder passen we drie dagen per week op de kleinkinderen. Ik heb vier dochters en negen kleinkinderen.’
Wie wilt u voor volgende week vragen?
‘Rinus Zaal. Hij organiseert het Keez-toernooi op 7 februari. Ik ben bekend met de basisprincipes van het spel, maar ik ben verbaasd dat zoveel mensen het spelen. Ik wil hem vragen wat hem bezield om een Keez-toernooi te organiseren.’
(Bron: 24-12-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)