Ruud Pouw - 13 december 2018

De Kwakel - Achter zijn huis is Ruud Pouw bezig met een ambitieus project: een labyrint van bamboe met een natuurlijk aangelegde theetuin en speelheuvel voor kinderen. Vorige kandidaat Rinze Bruinsma vraagt hem hoe hij tot dit initiatief is gekomen?

‘Ik ben 35 jaar potplantenkweker geweest. De kwekerij heb ik verkocht. Ik stond op het punt om de grond achter mijn huis te verkopen. Toen vroeg ik me af wat ik er anders mee zou kunnen doen. Mijn broer woont in Frankrijk en in Anduze had ik eens een bamboepark met doolhof bezocht. Dat kwam ineens weer boven. Ik heb een aantal jaren niet meer als ondernemer gewerkt, want ik heb een jaar of acht thuis voor mijn kinderen gezorgd. Inmiddels ben ik gescheiden. De keuze die ik nu maak is voor de rest van mijn leven. Ik heb mijn geld in deze nieuwe onderneming geïnvesteerd. Het is een risico, maar het lijkt me ontzettend leuk. In mijn hoofd kreeg het steeds meer vorm.’

Hoe bent u te werk gegaan?
‘Een labyrint is rondlopend naar het centrum. Mijn labyrint is gecombineerd met een doolhof. Het is niet één weg naar het midden, maar je kunt kiezen en fout lopen. Bamboe is het jaar rond groen, in tegenstelling tot mais. In maart 2017 heb ik de bamboe geplant. Het eerste jaar is overleven, dan moet de bamboe wortels maken. Dit jaar is twee derde goed gegroeid. Het labyrint gaat pas open als ik echt tevreden ben en dat wordt waarschijnlijk juli 2020. De bamboe moet dik en hoog genoeg zijn. In het midden staat een plateau dat net uitsteekt boven de bamboe waarop je over het doolhof kunt uitkijken. Ik wil er ook een puzzelelement in maken. Het geheel krijgt een Oosterse uitstraling. Het gaat me niet om de spirituele achtergrond, maar ik vind Boeddha kunst mooi.’

Er komt ook een theetuin bij?
‘In eerste instantie dacht ik alleen aan een labyrint, maar er moeten ook toiletten zijn en het zou leuk zijn als de bezoekers iets kunnen kopen. Dus moest er een horecagelegenheid bij komen. Ik heb een theehuis gebouwd met een tuin van tweeduizend vierkante meter eromheen. Het wordt geen strak aangeharkte tuin, maar een vlindervriendelijke tuin met natuurlijke nisjes. Voor de kinderen is er een speelheuvel. Onder de heuvel lopen grote buizen waar ze doorheen kunnen kruipen. Twee buizen komen uit op de top van de heuvel in een ruïne. Met de theetuin ga ik volgend jaar al open, ook al is het over vijf jaar pas echt volgroeid. De taarten ga ik zelf bakken, want dat deed ik sowieso al. Ik ga ze bakken volgens mijn eigen recept, want het is leuk als een taart niet overal hetzelfde is. Onze all time favorite is biscuit-roomtaart. Dat is verreweg de lekkerste taart. Er zal altijd appelgebak zijn, die kan ik door anderen laten maken.’

Het is een behoorlijke uitdaging?
‘Ik begin aan iets waarvan ik niet weet hoe het lopen gaat. Ik kan wel een bedrijfsplan maken, maar ik heb geen idee. Je ziet vanzelf wat wel en niet lukt. Maak het niet te moeilijk. Je moet het gewoon doen. De bestemming is gewijzigd in theetuin. De entree komt aan de Steenwycklaan en parkeren kunnen bezoekers op mijn eigen terrein. Ik denk op termijn ook toeristen te gaan trekken. Het moet eerst bekendheid krijgen. De tijd zal het leren.’

Heeft u nog hobby’s?
‘De afgelopen tijd ben ik meestal aan het werk geweest. Ik houd van wielrennen, maar op het moment doe ik het niet veel. Ik heb wel alle denkbare klassiekers gereden en heb tien jaar geleden ook een boek over wielrennen geschreven. Daarna heb ik nog drie manuscripten geschreven en aangeboden bij uitgevers, zonder resultaat. Ik houd ook van hardlopen en wandelen. Vorig jaar had ik op Tweede Paasdag een wandeling georganiseerd met een alternatief parcours over particulier terrein. Er waren 280 deelnemers. Het begin- en eindpunt was bij Poldersport. Deze Kwakelse Dijkenloop organiseer ik dit jaar weer op Tweede Paasdag.’

Heeft u nog andere bezigheden?
‘Ik zit in de ondernemingsvereniging van De Kwakel. We zorgen voor de belangen van de ondernemers. De ondernemersvereniging heeft een nieuw bestuur, het aantal leden is verdubbeld en er is een goede cohesie mede door het Ondernemersfonds. Op het onroerend goed van bedrijven wordt tien procent extra betaald en dat geld gaat in een fonds. Van dat fonds betalen we bijvoorbeeld de kerstverlichting en de plantenbakken, waar ik met iemand samen voor zorg. Ook heb ik wat hand- en spandiensten gedaan voor ‘Glasvezel De Kwakel’. De bedrijven in het buitengebied van De Kwakel hadden grote behoefte aan beter internet. Het is ons gelukt om dat te realiseren mede gefinancierd vanuit het Ondernemersfonds. Verder zit ik ook in de denktank van de Stichting Promotie Uithoorn-De Kwakel. Dat ligt in het verlengde. We proberen Uithoorn en De Kwakel op de kaart te zetten.’

Wie wilt u als volgende kandidaat vragen?
‘Bart Oostveen. Hij heeft een kwekerij, is betrokken bij het Ondernemersfonds en is voorzitter van de LTO Aalsmeer-De Kwakel. Ik wil hem vragen waar hij de tijd vandaan haalt om een universitaire studie te volgen en waar gaat de tuinbouw heen zonder gas?’

(Bron: 13-12-2018, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)