Sacha Hoogenboom - 23 februari 2017
Niet op stoel van huisarts
Uithoorn - Sacha Hoogenboom werkt als tweede apotheker in apotheek Allart in Alphen aan de Rijn. Ze heeft net haar diploma Openbaar Apotheker Specialist ontvangen. Vorige kandidaat Sanne de Vries wil van haar weten welke dingen ze nu extra mag doen.
‘Eigenlijk kan ik niets extra’s doen met dit diploma. Het is meer een verdieping van mijn kennis. Ik heb zes jaar gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht om apotheker te worden. Daarna wilde ik me verder ontwikkelen in de openbare farmacie. Bij deze opleiding leerde ik over de meest voorkomende ziekten, omgaan met patiënten, managen en de financiën. Ik deed deze opleiding naast mijn werk.’
Waarom wilde je apotheker worden?
‘Ik wilde graag in de gezondheidszorg werken om mensen te helpen. In mensen snijden vind ik eng en ik kan niet tegen bloed, dus chirurgie viel af. Ik twijfelde nog tussen Gezondheidswetenschap of apotheker. Bij de eerste vroeg ik me af wat je ermee kunt worden. Apotheker biedt meer kansen voor de toekomst. Het was een pittig opleiding. Ik leerde veel over medicijnen. Hoe ze werken, waar ze voor zijn, wat de bijwerkingen zijn en hoe je ze maakt. Bij veel apothekers wordt dat niet meer zelf gedaan. Bij de apotheek waar ik werk wel, maar niet door mij. Ik kijk of er een beter alternatief op de markt is en of het wordt vergoed door het ziekenfonds.’
Waarom werk je in Alphen en niet in Uithoorn?
‘Ik heb stagegelopen bij de Mediq apotheek in Uithoorn. Ik vond het niet prettig dat er dan bekenden langs kwamen en dat ik wist wat ze hadden. Ik werk in maart drie jaar in Alphen. Ik was in november afgestudeerd en ben eerst op vakantie gegaan. Toen heb ik de bakkerij, waar ik een zaterdagbaantje had, geholpen tijdens de drukke maanden. In februari ben ik in Baarn begonnen, maar dat vond ik te ver. Daarna kwam dit voorbij en dit is het wel.’
Wat zijn je werkzaamheden?
‘Ik werk veertig uur per week. Vier dagen bij apotheek Allart en een dag in de week bij de apotheek in het ziekenhuis. Daar komen meer mensen met kanker of voor IVF-medicatie. Het is een leuke afwisseling. Ik vind het contact met specialisten ook leuk. Met huisarts, praktijkondersteuner, fysiotherapeut en diëtiste willen we ons meer gaan richten op specifieke doelgroepen. Dan nodigen we iemand uit en samen met alle zorgdisciplines kijken we wat we voor iemand kunnen betekenen. Ik geef ook cursussen samen met de praktijkondersteuner en fysiotherapeut over diabetes. In drie avonden proberen we mensen bewust te maken van hun ziekte en hoe ze aan zichzelf kunnen werken. Dat willen we ook gaan doen voor mensen met COPD en hart- en vaatziekten. We proberen met meerdere zorgverleners samen te werken. Van de Inspectie Gezondheidszorg moeten we medicatiegesprekken houden. We gaan langs bij ouderen die meer dan vijf geneesmiddelen gebruiken. Vaak weten ze niet meer waarom ze die medicijnen slikken, dan gaan we met de huisarts in conclaaf. Of ze hebben zes innamemomenten en dan kunnen wij dat terugbrengen tot twee keer per dag. In 2016 hadden we zestig gesprekken. Dit jaar worden dat er honderd. Het kost best veel tijd, maar uiteindelijk zijn de mensen ermee geholpen. Soms zijn ze al blij dat er naar hen geluisterd is.’
Waar loop je tegenaan als apotheker?
‘Regelmatig wordt voor kinderen met een griepje antibioticum voorgeschreven. Dat is meer ter geruststelling voor de ouders, want dat helpt niet bij een virus. Maar ik mag niet in de stoel van de huisarts gaan zitten. We hebben wel veel overleg. Bij mensen die verslaafd zijn aan pijnstillers of slaapmedicatie verstrekken we de medicatie wel, maar dat wil ik eigenlijk niet. De eerste keer dat ik middelen aan de huisarts moest leveren voor een euthanasie vond ik niet leuk. Je levert toch iets waar iemand dood aan gaat en je wilt dat proces goed gaat. Ik heb het nu een paar keer gedaan en het went nooit, maar dat zou ook niet goed zijn.’
Heb je nog tijd voor andere bezigheden?
‘Ik heb gestudeerd in Utrecht, maar wilde daar niet op kamers. Buiten dat het geld scheelt, heb ik hier mijn vrienden, handbal en de scouting. Anderhalf jaar geleden ben ik bij mijn vriendin Jolette Vermeulen in Thamerhorn gaan wonen. We willen graag verhuizen naar een eengezinswoning in Uithoorn of De Kwakel. Ik wil in de buurt blijven wonen. Ik speel drie keer in de week handbal bij KDO, dat doe ik al vanaf mijn tiende. Het is een gezelligheidsteam. Daarnaast zit ik bij de scouting sinds mijn zevende. Ik ben nu leidster bij de gidsen, dat zijn de meiden van elf tot zestien jaar. Op woensdagavond doen we spelletjes of scoutingdingen. Voor de meiden is het gewoon leuk om wat met elkaar te doen. Het kamp is het leukst. Ik moet er vakantiedagen voor opofferen terwijl het niet echt vakantie is, maar het is gezellig met elkaar, vooral ‘s avonds rond het kampvuur. Daarnaast ben ik penningmeester van de scouting. Ik ben eigenlijk heel weinig thuis. Ik heb vaak werkoverleg of vergaderingen met huisartsen ’s avonds, dan moet ik activiteiten afzeggen. Dat vind ik vervelend, want je bent een team en doet het met elkaar. Maar volgens mij gaat het nu nog goed.’
Wie wil je als volgende kandidaat uitnodigen?
‘Jan Kleijn. Ik wil graag weten waarom hij bij de brandweer is gaan werken als vrijwilliger, vooral omdat zijn werk op de ambulance ook al een heftig beroep is.’
(Bron: 23-2-2017, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)