Sanne Bläser - 28 maart 2019

Sanne Bläser woont in De Kwakel met haar man en twee kleine kinderen. Ze werkt als juf in groep 1-2 bij De Kajuit. Vorige week vroeg Kiran Ratra of er al na de stakingen al veranderingen merkbaar zijn.

‘De staking viel niet op een werkdag, maar ik sta er wel achter. Het lerarentekort is nijpend. We moeten het beroep interessanter maken zodat jongeren het vak weer gaan kiezen. We lopen in salaris achter ten opzichte van andere banen. Het is moeilijk om een school draaiend te houden zonder leerkrachten en kinderen komen in grotere klassen. Mijn eigen kind zit net op school en is al eens naar huis gestuurd omdat de juf ziek was. Er gaan nog meer acties komen. We zijn er nog lang niet.’

Ben je niet bang de steun van ouders te verliezen?
‘Er is landelijk bij ouders gepeild en een groot percentage staat achter de staking. Ze willen ook dat hun kinderen goed onderwijs krijgen. Tot nog toe hebben wij het op De Kajuit goed kunnen opvangen door onderling te schuiven. Leerlingen worden verdeeld over andere klassen. De juf is dan onvoorbereid, dus daar wordt niemand beter van. Of collega’s werken een keer extra. Ik heb bewust gekozen om drie dagen te werken. Als een leerkracht ziek is, dan ga je toch invallen. Dat doe je heel lief voor je collega’s en voor de kinderen, maar het is niet de bedoeling dat we er onderdoor gaan vanwege de werkdruk.’

Waarom heb jij gekozen om lerares te worden?
‘Het is een prachtig beroep. Ik wist al vroeg dat ik het onderwijs in wilde. Mijn moeder heeft in het onderwijs gewerkt en ik ging vaak bij haar op school helpen. Het is me met de paplepel ingegoten. Het is een leuk, afwisselend beroep. Geen dag is hetzelfde. Het loopt altijd anders dan gepland, zeker met kleuters. In 2005 ben ik afgestudeerd van de PABO. Toen ik van school kwam, was er niet zoveel werk. Ik werd gebeld door de directeur van De Kajuit waar ik had stage gelopen en kreeg een fulltime baan aangeboden. Ik was twintig en vond het heel spannend. Ik had nog nooit een eigen klas gehad. Ik begon met groep 3, een cruciaal jaar. Ik vond het geweldig om de kinderen te leren lezen en schrijven. Ik ben een mens voor de onder- en middenbouw. Dit is nu het achtste jaar dat ik voor groep 1-2 sta.’

Wat vind je leuk aan de kleuters?
‘Kleuters zijn zo onbevangen. Ze leren door spel en beweging. Ik pas me aan aan hun belevingswereld. Daarvoor moet je flexibel zijn en kunnen schakelen. Als er een huisdier dood is, leg ik alles aan de kant en gaan we daarover praten. Kinderen zijn net sponsjes. Ze willen alles leren en ervaren. Ze zien geen gevaar en denken niet verder. Op een bepaalde leeftijd ontwikkelen ze een schaamtegevoel en verliezen ze een stukje onbevangenheid. Ik draag de klas samen met Channet. We hebben veel contact. Het is fijn om samen te werken en te sparren. We doen dit al een aantal jaar samen, dus we weten wat we aan elkaar hebben.’

Hebben je eigen kinderen je veranderd als juf?
‘Ik heb twee kinderen. Mijn dochter is in november vier geworden. Ze had zin om naar school te gaan. Ineens was ik moeder in plaats van juf. We wonen in De Kwakel, dus ze gaat naar De Zon. Het was misschien praktisch om haar mee te nemen naar De Kajuit, maar nu heeft ze vrienden uit de wijk. Toen ik kinderen kreeg, kon ik me beter verplaatsen in de ouders. Ze laten hun kostbaarste bezit bij mij achter, daar moet ik zuinig op zijn. Dat kinderen na schooldag moe en niet te genieten zijn, dat wist ik in theorie wel, maar de ervaring maakt het duidelijk. Voordat ik kinderen kreeg kon ik mijn vak ook goed uitoefenen, maar als moeder komt er een emotie bij.’

Waarom kiezen ouders voor De Kajuit?
‘Ouders moeten naar hun kind kijken en bepalen bij welke school hij of zij past. De Kajuit is een kleinschalige school. Ons kent ons. Ik ken bijna alle leerlingen en als er een nieuw gezicht is, is de leerling ingestroomd in een hogere groep. De Meerwijk vergrijst, dus het leerlingenaantal daalt. Maar er komen steeds meer kinderen van expats en vluchtelingen, die dat gat opvullen. Een beweegreden dat ze voor De Kajuit kiezen kan zijn dat het een openbare school is. We krijgen begeleiding om met deze anderstalige kinderen om te gaan. Het is een leuke ontwikkeling dat er meer culturen in de klas komen. We kunnen van elkaar leren.’

Heb je nog andere bezigheden?
‘Als ik thuis ben, zorg ik voor de kinderen en het huishouden. Ik ben gek op lezen en vind het leuk om met vrienden af te spreken. Ik ga graag uit eten. Dat doen we niet vaak, dus als we gaan dan wordt het echt een avondje uit. We hebben een druk bestaan. We wonen in nieuwbouwwijk de Oker. Toen we er kwamen wonen kreeg iedereen in dezelfde periode een kindje. We wonen aan een speelveld, dus zodra het mooi weer is, is iedereen buiten. Mijn familie woont dichtbij. In De Kwakel ben ik geen juf. Maar als de kinderen me herkennen, heb ik daar geen hinder van. Ik vind het wel schattig. Dan reageren ze helemaal verlegen en verbaasd, want ze denken dat jij op school woont.’

Wie wil je voor volgende week vragen?
‘Marianne de Jong-Venekamp. Zij is onze gastouder. Ze heeft op de kinderopvang gewerkt, maar ervoor gekozen om gastouder te worden. Ik wil haar vragen waar haar passie vandaan komt?’

(Bron: 28-3-2019, Conny Vos voor het Witte Weekblad en Robert Joore - fotograaf)