Sem van Zijl - december 2006

De Kwakel – Op de eerste vraag antwoordt Sem van Zijl: “Ik ben al vanaf mijn twintigste kweker, maar het probleem in het Westland is de ruimte. Het is er te vol geworden om een nieuwe kwekerij te beginnen. Omdat we zo dicht mogelijk bij het Westland wilden blijven, zijn we in De Kwakel gaan kijken. Voor ons is het belangrijk om in de buurt van het Westland te blijven omdat we daar ons product, de paprika’s, laten sorteren en verpakken. Als de kwekerij dichtbij is, blijft het vervoer betaalbaar. Een locatie elders in Noord-Holland was te ver weg e omdat we via-via met de rozenkwekers van Van Rijn in contact waren gekomen, zijn wij eens in De Kwakel gaan kijken. Het was een perfecte plaats om een nieuwe kwekerij te beginnen! Ik zit in een cluster en begin samen met een aantal anderen een paprikakwekerij.”

“Samen met de rozenkwekerij van Van Rijn maken we gebruik van één ketelhuis. Zowel ons bedrijf, PowerGrow, en de rozenkwekerij, Van Rijn Roses, maken gebruik van het ketelhuis. Het aardige is dat ook de overbuurman zeer enthousiast is en mogelijk wil samenwerken met ons.
De voornaamste reden om de kwekerij in De Kwakel te vestigen, was dus de ruimte die we nodig hebben. PowerGrow bestaat uit zeven ondernemers, onder wie ikzelf. We zijn allemaal lid van de Rainbow Telersvereniging. De toekomst van de groente- en fruitteelt bestaat uit grotere kwekerijen. Voorheen werkten we allemaal apart, maar nu gaan we gezamenlijk paprika’s telen. Ik kom zelf uit een familie van groentetelers.

Vroeger werd er in het Westland meer groente geteeld en in de omgeving van Aalsmeer meer bloemen, maar tegenwoordig is die grens niet meer zo duidelijk aan te geven. Daarom kunnen wij prima tussen de bloementelers een paprikakwekerij beginnen. Vergeleken met vroeger zijn er veel dingen veranderd binnen de teelt van groente, ook wat betreft paprika’s. Vroeger teelde je als kweker alleen op anderhalve hectare en nu zijn we met zeven kwekers actief op twaalf hectare. We moeten wel groeien omdat het anders niet meer rendabel is. In vroeger tijden werd de teelt vaak gecombineerd met andere producten zoals tomaten en werden de planten slechts tweeëneenhalve meter hoog. Nu worden ze vier meter hoog en dat betekent dat de kassen hoger moeten zijn, maar dat je wel per vierkante meter meer opbrengst kan behalen. In principe is het in ons cluster duidelijk wie welke taak heeft. Zelf houd ik me bezig met het teelttechnische gedeelte en Tom Baak, mijn partner, zal de arbeid voor zijn rekening nemen.

De overige ondernemers in ons bedrijf bemoeien zich niet zozeer met de dagelijkse gang van zaken op de kwekerij.”

Hoe ziet u de toekomst van de paprikateelt?
“Ik ben ervan overtuigd dat de kwekerijen moeten uitbreiden, willen ze nog rendabel blijven. Kleine groenteteelt heeft geen toekomst meer en onze nieuwe kwekerij met twaalf hectare zal over enige jaren misschien geen uitzondering meer zijn. Nu krijgen we een hypermoderne kwekerij met het allernieuwste transportsysteem. Het transport van paprika’s gaat via de grond. Dit systeem heeft enkel zin als de kwekerij aan bepaalde oppervlakten voldoet. Vroeger hadden kwekerijen lange rijen, maar bij ons is juist de breedte van de kwekerij van belang. Die is 340 meter breed. Het werk, dat voorheen erg arbeidsintensief was, is door dit nieuwe transportsysteem veel eenvoudiger geworden. Wil je als groentekweker blijven bestaan in deze moderne tijd, dan zul je grotere kwekerijen moeten neerzetten, dat wordt de toekomst. In de toekomst moeten we misschien verder uitbreiden, maar dat is nu nog niet aan de orde. Mijn ouders begonnen ooit op 8000 meter, zelf startte ik als kweker met anderhalve hectare en mijn oudste zoon Bart, die interesse heeft in het vak en nu de tuinbouwschool volgt, wil misschien later ook kweker worden. Nu krijgt hij nog met allerlei producten te maken op school, maar wie weet wil hij straks ook paprika’s telen. Zijn kwekerij zal vanaf de start alweer veel groter moeten zijn dan mijn anderhalve hectare van twintig jaar geleden.”

Houdt u van paprika’s?
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik, toen ik ze nog niet teelde, meer paprika’s at dan nu. Maar paprika’s zijn erg lekker en heel gezond. Vooral in de rauwkost vind ik ze erg lekker.

Wij telen alleen gele paprika’s. De soorten van tegenwoordig zijn beter dan de soorten die vroeger werden gebruikt. Net als bij andere producten komt er om de paar jaar een nieuwe, verbeterde soort bij. De paprika’s van nu zijn groter dan die van vroeger en hebben een heerlijke smaak. De productie verloopt met tussenpozen. Op 8 januari krijgen we de eerst 340.000 plantjes. De eerste oogst verwachten we ongeveer eind maart. De planten groeien namelijk in de eerste weken en ontwikkelen bloemetjes. Na ongeveer zeven à tien weken worden dat oogstbare paprika’s. Na de teelt wordt de kwekerij schoongemaakt en beginnen we opnieuw. Eind november stoppen we en na ongeveer drie à vier weken beginnen we weer helemaal opnieuw. Paprikateelt is ondanks onze technieken nog altijd afhankelijk van de natuur en het is moeilijk in de donkere maanden van het jaar te telen. Vandaar dat we die maanden gebruiken om de teelt te wisselen.”

Kunt u iets vertellen over de paprika’s en de teelt die jullie toepassen?
“Wij telen voor 99 procent biologische paprika’s die onder de naam Rainbow worden verkocht. Om goede paprika’s te telen, moet de kwekerij van tevoren ziektevrij zijn. Wij zetten de planten in een compleet schone kwekerij.

Ze staan op bakken boven de grond en krijgen alles exact afgestemd op wat ze nodig hebben. Omdat we van tevoren zorgen voor een schone kwekerij, hebben we minder snel ziektes maar als het toch gebeurt, proberen we zoveel mogelijk ziektes op natuurlijke wijze te bestrijden. We zetten biologische middelen in, in de vorm van lieveheersbeestjes, als er bijvoorbeeld luizen zijn. Soms hoef je het alleen plaatselijk toe te passen om al genoeg effect te creëren.”

“Paprika’s behoren tot de populaire groentesoorten. Vergeleken met tien jaar geleden is het aantal paprika’s dat geteeld wordt, enorm toegenomen. De nieuwe kwekerij betekent voor ons dat het hard werken wordt. In ben om 06.30 uur in het bedrijf en dan ga ik tegen 16.30 uur weg. We hebben iemand die ik de weekeinden een oogje in het zeil houdt, want hoewel alle verzorging zoals water geven automatisch gaat, kun je alleen goede paprika’s telen als je snel ziet dat er iets niet goed gaat. We kunnen ons geen fouten veroorloven en zodra we merken dat er iets niet gaat zoals het moet, grijpen we meteen in. Alleen op die manier kun je fouten tijdens de teelt herstellen, maar in principe is alles erop gericht om problemen te voorkomen. Het blijft echter levend materiaal waar we mee werken en dat is altijd een risico.”

Heeft u nog iets toe te voegen aan dit gesprek?
“Ik moet zeggen dat ik De Kwakel een heel erg leuk dorp vind. De ondernemers die in De Kwakel actief zijn, hebben positief gereageerd op onze komst en dat doet me heel goed.
Onze buurman aan de overkant ziet ons niet als concurrent, maar is blij met een nieuw bedrijf in de buurt. Ik wil me zo spoedig mogelijk met mijn gezin vestigen in De Kwakel.”

Wie wilt u uitnodigen voor het volgende Kettinggesprek?
“Ik wil graag Driekus van Rijn uitnodigen. Driekus is werkzaam in de fietsenzaak aan de overkant van de Vrouwenakkersebrug en ik wil hem vragen of hij weet wat er nu precies aan de overzijde gebeurt.”

Bron: Witte Weekblad dec. 2006 - Archief André Winter
Dec. 2015 gedigitaliseerd door Corinne Hogenboom