1937 - 2007 Anton Pouw
De Kwakel – Op 1 februari 2007 overleed de bekende en geliefde Anton Pouw. Begonnen als kleine rozenkweker met 500 m2 kas, groeide hij in de jaren 70 en 80 uit tot een van de leidende ondernemers van de Nederlandse en later ook de internationale sierteeltsector. Voor zijn belangrijke rol hierin is hij, alsmede voor zijn inspanningen voor de hem na aan het hart liggende Kwakelse gemeenschap, later dan ook geridderd.
Anton Pouw is in 1937 als de op één na jongste van dertien kinderen geboren op Boterdijk 193. Na hem werd het gezin nog uitgebreid met een zusje. Zijn vroegste kinderjaren beleefde hij gedurende de Tweede Wereldoorlog, wat hem er niet van weerhouden heeft op te groeien als een ondeugende, ontwapenende en ondernemende kwajongen - daar hebben zijn 11 oudere broers wel voor zorggedragen -, eigenschappen die hij altijd behouden heeft en die hem goed van pas zijn gekomen.
Toen al ontpopte hij zich tot een ware levenskunstenaar, liet zien dat hij voor de duivel niet bang was en begaf zich regelmatig op glad ijs. Eén maal zelfs letterlijk: met zijn rode VW-Kever was hij midden in de nacht de Kleine Poel bij Langeraar op gereden en scheurde daar rondjes over het bepaald niet betrouwbare ijs. Toch leerde hij al vroeg zijn eigen boontjes te doppen. Zo vroeg zelfs dat hij, zeer tegen de zin van zijn vader Jan in, al op 20-jarige leeftijd, gesteund door enkele oudere broers, een eigen kwekerij begon.
Op 15 juni 1963 trouwde Anton met Wil Lek. Anton en Wil kregen twee kinderen: Philip werd geboren op 7 mei 1966 en Jacqueline op 23 mei 1968. Anton en Wil kregen daarna vijf kleinkinderen. Daar op die rozenkwekerij aan de Boterdijk, legde hij samen met vrouw Wil de basis voor zijn wereldwijde concern. Hij hield zich daar niet alleen bezig met het kweken van rozen.
Zodra de maand november op de kalender verscheen, begon het bij Anton te kriebelen: kerstbomentijd! Met enkele jonge kerels trok hij de bossen in om bomen te kappen. Daarna volgde de thuisverkoop en de huis-aan-huis verkoop. Vooral de flats in Uithoorn behoorden tot zijn favoriete werkterrein. Eerst langs de deuren gaan om te verkopen en daarna afleveren. Na zo’n avond sjouwen met kerstbomen waren de kelen uiteraard zeer droog geworden en dienden in een café gesmeerd te worden. Het grootste deel van de gemaakte winst verdampte meestal op deze manier, maar dat heeft de pret nooit mogen drukken. Daarnaast is Anton jarenlang de beheerder van de naast zijn kas gelegen vuilstort geweest. Regelmatig wist hij daar mooie handel op te vissen en ontelbaar veel ratten zijn daar door zijn toedoen in het knaagdierenwalhalla beland.
Zijn grote successen begonnen toen hij in de jaren zestig de eerste rozenkweker was die het belangrijkste rozenras van die periode, genaamd ‘Sonia’, grootschalig teelde. Begin jaren zeventig nam hij een zeer gewaagde sprong door als eerste kweker grootschalige tuinbouw te gaan bedrijven in de Zuiderlegmeerpolder. Aan de Hoofdweg startte hij daar een rozenkwekerij met een voor die tijd enorme omvang. Het legde hem geen windeieren en het bedrijf floreerde als geen ander door de enorme opbrengsten die hij daar de eerste jaren met de ‘Sonia’ genereerde. Deze opbrengsten gebruikte hij echter niet voor een tweede huis in Portugal of een andere luxe-investering, maar werden direct gebruikt voor uitbreiding. Mede door het succesvol aanplanten van nog enkele nieuwe soorten, besloeg zijn areaal begin jaren tachtig maar liefst 63.000m2 .
Anton keek echter verder dan rozen kweken. Hij nam begin jaren tachtig als eerste de potroos in massaproductie en liet zijn rozenkwekerij ombouwen tot een hypermoderne potrozenkwekerij. In nauwe samenwerking met zijn goede vriend Mart van Diemen werd op het bedrijf het inmiddels wijd verbreide ‘rolcontainer-systeem’ verder ontwikkeld en uiteindelijk in de gehele kas geïmplementeerd. Pouw-rozen groeide uit tot een merknaam. Inmiddels had zijn bedrijf het bedrijf waar alle nieuwe soorten werden ontwikkeld, De Ruiter New Roses en later ook Anton Verbeek New Roses Int., overgenomen. De core-business veranderde van rozen telen in het ontwikkelen en onder licentie uitgeven van nieuwe rassen. In de jaren negentig richtte hij zijn blik ook op het buitenland en zette rozenkwekerijen op in diverse landen in Midden-Amerika.
Door het gelijkmatige en voor snijrozen uitermate geschikte klimaat in onder andere Equador, was het jaarrond leveren van een constante, hoge kwaliteit mogelijk. De rozen van deze bedrijven werden per vliegtuig verstuurd naar Holland, waar zij door het nieuw opgezette bedrijf met de passende naam FSQ (Four Seasons Quality) gesorteerd, verwerkt en verkocht werden. Jarenlang was Pouw-Rozen en later de Pouw-Groep prominent aanwezig op de Bloemenvaktentoonstelling in het VBA-gebouw. Grote prijzen sleepte hij in de wacht met zijn altijd tot in de puntjes verzorgde stand en vele bezoekers bleven plakken bij de immer gezellige bar die de stand altijd rijk was.
De kleine kwekerij aan de Boterdijk had plaatsgemaakt voor een grensoverschrijdend concern, de Pouw-Groep. Dat ook hier elk voordeel zijn nadeel had, bleek uit de gevolgen die het runnen van een megabedrijf heeft voor de dagelijkse werkzaamheden van de directeur.
In plaats van rozen knippen in de kas, moest hij vergaderen en overleggen! Dat was iets waar hij een broertje dood aan had. ,,Ik ga liever een ochtendje knippen,” was iets wat hij placht te zeggen. Hij hechtte aan een goed contact met zijn werknemers en was een sociale werkgever. Op vrijdagmiddag een kratje (of twee) bier soldaat maken met zijn personeel in de kantine was hem zeer lief. Vrouw Wil zorgde voor kaasblokjes en bitterballen en maakte zo het warme nest compleet.
Ook aan de Kwakelse sociale activiteiten droeg hij meer dan zijn steentje bij. KDO en Tavenu konden vaak op zijn ondersteuning rekenen en de kerkeveiling had aan hem een trouwe en kooplustige bezoeker.
Het mag dan ook achteraf bezien geen verrassing heten dat hij in 1998 door mevrouw Berry Groen, de burgemeester van Uithoorn, werd geridderd en benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. In 2000 werd hij echter getroffen door een hersen-infarct, waarna hij zijn bemoeienis met zijn bedrijf moest afbouwen. Ondanks zijn sterk beperkte mobiliteit, bleef hij tot de laatste snik datgene doen wat hem het liefst was: werken. Met zijn karretje reed hij naar een makkelijk toegankelijke plek in de kas, alwaar hij potrozen of andere planten ging opknappen of overpotten. In februari 2005 kreeg Anton een ongeval, waarna hij al snel het contact met de buitenwereld verloor. Hierna is hij in verpleegtehuis Rozenholm terecht gekomen, waar hij liefdevol verzorgd werd.
Het contact met zijn planten heeft hij echter nimmer verloren. Hele dagen was hij in zijn laatste verblijfplaats, Rozenholm (hoe toepasselijk), bezig met steksteken en verspenen. Of het toeval was of niet, twee bedrijven van de Pouw-Groep, PR-Roses en Pouw Rozen, zijn inmiddels, net als hun oprichter en naamgever, ter ziele. Voor de nabestaanden was het erg zuur dat hij niet middenin de door hem geliefde Kwakelse gemeenschap begraven werd. Ondanks inspanningen van zijn vele vrienden hield het Kwakelse kerkbestuur voet bij stuk: hij mocht niet op de uit zijn voegen barstende Kwakelse begraafplaats ter aarde worden besteld daar hij op de Hoofdweg woonachtig was en dat buiten het parochiegebied viel. Dat feit neemt echter niet weg dat zijn nagedachtenis springlevend is en wél een prominente plek heeft in de Kwakelse gemeenschap. De herinnering aan deze gedreven ondernemer, vrolijke, gezellige en warme persoonlijkheid en scheve schaats rijdende ondeugd, zal gelukkig maar moeizaam slijten…..
† Antonius Adrianus - Anton - Pouw 09.02.1937 – 01.02.2007. De hemel heeft er een heel bijzondere ster bij!
Als een bloem zo is het leven 't begin is teer en klein De een die bloeit uitbundig de ander geurt heel fijn Sommige bloemen blijven lang weer anderen blijven even Vraag niet bij welke bloem je hoort dat is 't geheim van het leven.
Verhaal : Ruud Pouw
Foto’s: Fam. Pouw , Samenstelling: J.M. van Dijk