1958 - Uit de oude doos: De Kwakelse kerk

Tweeduizend inwoners telt het tussen Kudelstaart en Uithoorn gelegen dorpje De Kwakel en bijna duizend van hen stonden dinsdagmiddag met ingehouden adem verzameld rond het kerkplein om te kijken hoe hun kerk werd onthoofd.

Om kwart voor drie verhief de 45 meter hoge spits van hun Sint Jan zich nog trots in de grauwe polderlucht precies zoals hij dat al 84 jaren lang had gedaan.

Tegen drieën klonk een krak en om drie uur stormde heel De Kwakel door de afzettingen naar voren. De in de wijde omtrek om zijn schoonheid beroemde torenspits van De Kwakel, zoals ook wethouder G.W.Voorn, ze was gevallen.
Alleen al het kruis, zo verluidde het later in het dorp, was drie meter diep in de grond gedrongen en koster G. Hoogenboom klepperde met het haantje onder zijn armen de pastorie binnen: dat haantje moest bewaard blijven, zei hij terecht, dat was belangrijk voor de geschiedenis.

Wat had tot deze spectaculaire afbraak geleid? Sloper Koek uit Mijdrecht gaf op deze vraag een kort en duidelijk antwoord: geldgebrek.'Kijk,' zo zij hij, 'die kerk was nu eenmaal al jaren gammel en hoewel ze hem vijftien jaar geleden hebben gerestaureerd begon hij onlangs weer scheuren te vertonen. De bouwinspectie van het bisdom Haarlem stelde zelfs vast dat de toren gevaar begon op te leveren voor de omgeving.

Hij moest dus verdwijnen en normaal is dan dat je er een steiger om bouwt, begint met het wegnemen van het haantje en hem dan langzaam van boven naar benenden afbreekt. Maar dat zou tien mille kosten en de parochie van De Kwakel had maar drie mille.

Nou en toen hebben we het plan opgevat hem als een boom te vellen. We hebben de hoekkepers en de koningsstijl gewoon doorgezaagd, aan het topje een paar kabels vastgemaakt en zijn gaan trekken.

Wat ons nog slechts rest is het overige deel van de toren met de hand af te breken een mooi stukje werk al zeg ik het zelf.'

Minder enthousiast is de zielenherder van de Kwakelse parochie pastoor J.Versteeg. ‘Dit is geen kerk meer' zei hij bitter, terwijl hij links en en rechts de betuigingen van deelneming in ont-vangst nam, ‘dit is nog maar een noodkerk. We gaan er nog een koepeltje op zetten om hier althans de luiklokken nog in onder te brengen, maar het blijft een noodkerk en geld voor een nieuwe kerk is er voorshands niet'.

Bron: Dagblad" Het vrije Volk" Donderdag 30 oktober 1958.
Dit stukje historie is afkomstig uit de verzameling van (Andre) A.M.Winter.