Muziekvereniging TAVENU 90 jaar (1927 – 2017)
De muziekvereniging in De Kwakel is in 1927 opgericht als Crescendo, in eerste instantie door schipper Jan Meijer en bijgestaan door Cornelis van Egmond de dorsbaas van De Kwakel. Twaalf aspirant muzikanten hadden zich als eerste, bij de oprichtersvergadering aangemeld.
De oprichtersvergadering vond plaats in Café de Kruif achter de Vuurlijn, waar ook de eerste repetities werden gehouden. Maar omdat de eerste klanken van het toenmalige Crescendo de klantenbinding van bovengenoemde uitspanning niet ten goede kwamen, werd er spoedig uitgeweken naar de nog bestaande schuur van de familie van Egmond, achter de Vuurlijn. De heer Cornelis (Ceep) van Egmond had ook de eerste financiële middelen van de nog jonge vereniging voorgeschoten, voor de aankoop van twaalf instrumenten.
Het vaandel werd overgenomen van een elders ter ziele gegane toneelvereniging Tavenu, en zo komt onze huidige muziekvereniging aan zijn naam. Het was gemakkelijker de naam van de vereniging om te dopen dan het opschrift op het vaandel. Jan Meijer werd als oprichter de eerste voorzitter. M. Klein secretaris en Cornelis van Egmond de penningmeester, Kobus van Vliet de eerste directeur en dirigent, voor het vorstelijke salaris van twee gulden per week. De contributie werd vastgesteld op een kwartje per lid, maar al spoedig bleek dat men zowel met het salaris van de dirigent als met de contributie te hoog gegrepen had, en in de beginjaren dertig werkte Kobus van Vliet pro-deo en was de contributie 10 cent wie betalen kon.
Het repetitielokaal liet ook wel eens te wensen over. Zo kon het gebeuren dat in de strenge winter van 1928-1929 tijdens een adempauze onder het blazen alle ventielen waren vastgevroren. Om dit te voorkomen werd er de volgende week de zaak met riet bekleed en een kachel geplaatst. Maar al spoedig kon men geen hand meer voor ogen zien van de rook en moest men wederom voortijdig het repetitielokaal verlaten. De geestelijk adviseur Pastoor Hafkenscheidt was in die eerste jaren een trouwe toehoorder tijdens de repetities, gezeten op een baal stro of hoop kaf. Bij het verlaten van bovengenoemde ruimte werd hij dan eerst bewerkt met een bezem of wat voor handen was, hetgeen niet verhinderde, dat er bij zijn zegenende rondgang zondags door de kerk er ook wel eens een wolkje kaf de kerk mee in dwarrelde.
Reeds in 1929 werd er de eerste muziekuitvoering gegeven in de kas van de fam. Oostwaard later fam. van Schie. Het resultaat was zo goed dat men besloot het jaar erop al naar concours te gaan en wel in Naarden. Men startte in de laagste afdeling, maar het resultaat is nooit bekendgemaakt. Kwade tongen willen beweren dat men met nul punten was thuisgekomen. Toch werd er stug doorgewerkt en alle respect voor deze eerstelingen van Tavenu die de vereniging draaiende wisten te houden en verder uit te bouwen.
In de jaren dertig werden op diverse concoursen dan ook vele eerste prijzen gewonnen, en op de marswedstrijden was Tavenu onverslaanbaar onder directe van J. van Dijk. Hetgeen niet wil zeggen dat er tijdens die concoursen in die jaren nooit iets misging. Zo werd er eens met twee bussen gestart voor een concours in Noord-Holland, en kwam er voor de terugreis maar een bus opdagen, zodat bijna de helft van de muzikanten noodgedwongen in een café ter plaatse moest achterblijven om pas in de vroege maandagmorgen huiswaarts te keren. Jammer was dat enkele dorpsgenoten aan het gebeuren een andere uitleg gaven. Maar niet alleen op concoursen was Tavenu actief, als er iets te vieren was in De Kwakel, was de muziekvereniging ter plekke.
De periode 1940-1945 was voor Tavenu als voor zovelen een donkere tijd, maar bij de bevrijding in 1945 bleek Tavenu nog springlevend. Er was volop werk aan de winkel, de bevrijding werd dan ook uitbundig gevierd en wat zou De Kwakel geweest zijn zonder haar muziekvereniging.
Men ging weer op concours, eerst in het nabije Bovenkerk. Ook werd er een drumband opgericht en zoals u op de foto ziet bij het vijfentwintigjarig bestaan was de vereniging uitgegroeid tot een volwaardig korps.
Toch ging het een minder goede tijd tegemoet; radio en later vooral de televisie deden afbreuk aan het verenigingsleven, ook aan Tavenu, zozeer zelfs dat er in 1965 na de zomervakantie niet meer werd gestart en er werd besloten, de vereniging maar slapende te houden. Toch was deze rust de stap naar een nieuw begin. Toen werd Tavenu gemist en al spoedig kwamen enkele muzikanten bij elkaar voor een nieuwe start. Er werd besloten een nieuw dagelijks bestuur samen te stellen uit niet-muzikanten zoals in Zuid-Nederland gebruikelijk is. Na een eerste inspectie van de nog bestaande instrumenten werd er eerst de dorpssmid bijgehaald; deze nam ook zitting in het bestuur en had in die beginfase handen vol werk om de lekken te dichten en de ventielen gaande te houden.
Op de eerste vergadering van het nieuwe bestuur werd als eerste besloten te gaan werken voor een nieuw instrumentarium. Binnen twee jaar had Tavenu zijn nieuwe instrumenten. Een berg werk is daaraan vooraf gegaan. Diverse acties zijn gevoerd, subsidies aangevraagd en een lening gesloten en niet te vergeten de oud ijzer acties. Tonnen ijzer en lompen zijn in de afgelopen jaren opgehaald. Alles werd voor de muziek bewaard en als altijd stond De Kwakel weer achter Tavenu, vooral zij die als het even mogelijk was hun vrachtwagens en auto’s gratis beschikbaar stelden en de chauffeurs die belangeloos voor Tavenu wilden rijden. Zo kon Tavenu in 1967 bij het 40-jarig bestaan aantreden, voor het eerst geüniformeerd.
TAVENU = Ter Aangename Verpozing En Nuttige Uitspanning
Toen bleek dat de uniformen aan vervanging toe waren omdat de modellen niet meer van die tijd waren en omdat er veel te weinig waren omdat het ledenaantal aan het groeien was. Besloten werd om met het 50-jarig jubileum de vereniging in het nieuw te steken.
De bovenstaande teksten zijn door het toenmalige bestuur van Tavenu opgesteld ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de vereniging.
Ook nieuw (1976) was de majorettegroep die met 17 meiden opgestart werd en onder leiding stond van Nel Verkerk die toen miss majorette was bij KNA. Ook werd in die tijd de Beierse kapel gestart. Een groep Tavenu muzikanten die het leuk vond om nog wat extra muziek te maken. Na enkele jaren trad deze Beierse kapel ook als dweilorkest op tijdens diverse carnavalsfeesten van de prins Carnaval van Amsterdam. Zo zijn ze o.a. mee geweest met Eddie Christiani, André Hazes, Piet Schrijvers en Carry Tefsen.
Tijdens het eerste concours in de nieuwe uniformen en met de majorettes stond Tavenu op het concoursterrein met ca. 90 mensen!
Vanaf die tijd groeide de vereniging flink. Er werd een tweede majorettegroep opgericht (minirettes), de lyra’s deden hun intrede en voor de straatoptredens werd de drumfanfare in het leven geroepen.
Ook de prestaties tijdens concoursen zaten in de lift. De majorettes haalden meestal de eerste prijs en promoveerden regelmatig, de drumband in de eredivisie nam bijna ieder jaar deel aan de Nederlandse kampioenschappen en de fanfare had ook de weg omhoog gevonden.
Tijd voor de volgende stap. De opleiding , die eerst door eigen leden gedaan werd, kwam in handen van jonge mensen die op het conservatorium zaten. Daarna volgde de logische stap om een gediplomeerde dirigent aan te stellen bij de fanfare. Dat werd ook de eerste vrouwelijke dirigent van de vereniging (Inge Leliveld).
De lyra groep kwam o.l.v. Louis de Blieck, die inmiddels ook een studie aan het conservatorium gestart was, en hij behaalde met de lyra meiden (en ondersteuning van de drumband) 2 x de kampioenswimpel in de 2e en 1e divisie van de FKM. (foto) Toen ze in de eredivisie beland waren werd overgegaan van lyra’s naar malletgroep met instrumenten als xylofoon, klokkenspel en marimba.
In de jaren 90 van de vorige eeuw waren het drukke tijden voor de drumfanfare van Tavenu. Dankzij de Zuid-Amerikaanse blouses werd Tavenu een veel gevraagde band tijden corso’s en optochten. Niet alleen in Nederland maar ook in België en Frankrijk. Hoogtepunt was het optreden tijdens het carnaval in Nice. (foto)
Omdat Tavenu begin jaren 90 veel jeugdleden had werd er ieder jaar een jeugdweekend georganiseerd voor de leden tussen de 12 en 20 jaar. Een heel gezellig weekend waar, naast muziek maken, er vooral heel veel lol met elkaar gemaakt werd.
Tavenu is altijd een vereniging geweest waarbij iedereen inbreng kan hebben bij het samenstellen van het repertoire en hoe de uitvoeringen gedaan werden. Zo ontstond het idee om een soort muzikaal toneelstuk te maken met als leidraad de geschiedenis van de muziek. Zo ontstond “de bierbar van De Kwakel”. Een verhaal dat begon in de oertijd met op boomstammen slaan met knotsen en eindigde met de Lambada wat in die tijd in de hitparade stond. Niets was te gek. Twee drumbandleden dansten zelfs het Zwanenmeer.
Tijdens het 70 jarig bestaan in 1997 werd in de sporthal de geschiedenis van Tavenu muzikaal uitgebeeld. Met 3 verschillende decors werd doorlopend het wel en wee en de ups en downs van de vereniging muzikaal uitgebeeld. Omdat in het begin alleen mannen lid mochten zijn, moest de toenmalige dirigent Inge Leliveld en alle dames van het orkest spelen met een opplaksnor.
Aan het eind van de uitvoering werden de nieuwe oranje uniformen voor het eerst geshowd.
Jaaruitvoeringen werden toen in de kerk uitgevoerd, maar de publieke belangstelling liep steeds meer terug. Het werd tijd voor iets nieuws en dat werd het midzomeravond festival. Buiten voor het dorpshuis werd vanaf 1999 ieder jaar in het weekend het dichtst bij 21 juni een concert georganiseerd met iedere keer een ander thema en verschillende gastverenigingen en acts. Het begon met blaasorkesten (fanfare, harmonie, brassband en bigband). Het 2e jaar was het thema slagwerk met o.a. een steelband. Enkele leden vonden dat wel leuke muziek en gingen naar Utrecht om met de band mee te oefenen. Het gevolg was dat vanaf dat midzomeravond festival Tavenu een steelband had met het eerste optreden tijdens de receptie ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan. In 2008 werd tijdens het midzomeravondfestival het eerste internationale steelbandfestival in Nederland georganiseerd door Tavenu en de Steelbandshop met deelname van 6 steelbands. In 2017 vindt de 5e editie wederom in De Kwakel plaats met deelname van 12 steelbands.
Het werd na die tijd weer een moeilijke periode voor Tavenu. De muziek van de fanfare en drumband was niet meer “cool” in de Kwakel en omstreken dus liep het ledenbestand steeds verder terug en nieuwe leden meldden zich niet meer aan. Tijd voor verandering. Er werd begonnen met muzieklessen op De Zon maar veel hielp dat niet voor het ledenbestand.
Besloten werd om het over een andere boeg te gooien. Met een ander repertoire en andere instrumenten toe te laten bij de fanfare werd “Het Orkest van De Kwakel” gestart. Buiten de blaasinstrumenten mogen alle muziekinstrumenten aanschuiven. Veel Kwakelse kinderen gingen proeflessen nemen op gitaar of dwarsfluit en werden lid van Tavenu. Ook meldden, na concerten, spontaan mensen uit het publiek zich aan omdat ze de muziek zo waardeerden dat ze in de toekomst graag deel wilden uitmaken van het orkest. Helaas moest in 2013 de drumband de beslissing nemen om te stoppen wegens een te laag ledental. Vanaf die tijd werd wel de steelband groter en ook jeugdleden gingen meedoen op de steelpan.
Hopelijk blijft het ledenaantal doorgroeien zodat Tavenu behouden blijft voor De Kwakel en na het 90-jarig jubileum met vertrouwen toegewerkt kan worden naar het eeuwfeest in 2027.
Koos Meijer
Muziek vereniging Tavenu