1947 - 2014 Herman Blom
Het was altijd:‘Effies nog dit’
vrouw en kinderen kunnen in alle eerlijkheid geen slechte eigenschap van hem benoemen. „Of het zou zijn ongeduld moeten zijn,’’ zegt dochter Iris. Ongedurig was de altijd actieve Herman Blom zeker: 100 procent inzet was er voor werk, gezin en sport. Tijd was voor hem kostbaar: „Het was altijd ‘effies nog dit, effies nog dat’ en dan weer verder. Als het de bedoeling was om ’s ochtends om tien uur te vertrekken voor de vakantie, dan werd dat zomaar acht uur ’s avonds. ‘Effies nog...’ Toch hebben we steeds volop van elkaar kunnen genieten.’’ De man, die als vierponder ter wereld kwam en op de lagere school ‘Brammetje’ werd genoemd, was al jong een druktemaker. Geintjes uithalend zorgde hij als jongste telg van een gezin met drie meisjes en twee jongens voor leven in de brouwerij.
Hij had geen nare eigenschappen, hij werd alleen heel boos over onrecht.
–Leonie Blom
Hij ging tijdens zijn opleiding aan de technische school op de brommer al ‘klussend’ mee met zijn vader, een Amsterdamse loodgieter. Herman werd zijn opvolger, wat in 1973 zou leiden tot het installatiebedrijf H. Blom en Zn. Een bloeiende zaak, aanvankelijk gevestigd in Nieuwveen en wegens uitbreiding in 2000 verhuisd naar Uithoorn. Rond de eeuwwisseling nam zoon Jeroen het bedrijf met tien personeelsleden over, maar ‘senior’ bleef sterk betrokken bij het werk. In 1964 ontmoette Herman tijdens de jaarlijkse kermis van De Kwakel in café Leenders zijn grote liefde Lia Blom, een kwekersdochter met wie hij 5 jaar later trouwde. Drie kinderen – achtereenvolgens Ingrid, Jeroen en Leonie – werden hun grote trots en dat gold ook voor de acht kleinkinderen met wie hij intens genietend optrok.
Alcoholvrij
Het werk was heilig voor hem, zonder dat zijn gezin erbij inschoot. Ook werd ruimte gemaakt voor sport.
Al in de vroege ochtenduren werd intensief getraind voor zijn liefhebberijen wielrennen, skeeleren en schaatsen. Elfstedentochten leverden hem drie kruisjes op, terwijl ook de alternatieve versie in Ottawa werd volbracht. „Hij kwam toen ook op tv,’’ zegt Ingrid lachend, waarna een foto uit 1986 wordt getoond waarop haar vader naast Lenie van der Hoorn, de beste bij de vrouwen, staat. „Mijn vader was in alles heel competitief en ging er altijd voor 100 procent voor. Toch was hij ook een heel sociale sporter. Als iemand een duwtje in de rug nodig had, dan gaf hij dat,’’ zegt Leonie. Lia en haar beide dochters schetsen hem als een spontane, levendige en originele man met wie veel gelachen kon worden.
„Echt nare eigenschappen had hij niet. Alles was binnen het gezin bespreekbaar,’’ zegt Ingrid. Leonie: ,,Hij kon alleen niet tegen onrecht. Daar kon hij heel boos over worden.’’ Hij leidde een gezond – volledig alcoholvrij – leven. Liever cola of cassis dan bier. „Hij had van zichzelf al schik,’’ zegt Lia. Gek op spelletjes legde hij menig kaartje, vooral ‘ezelen’ deed hij graag. Typerend voor zijn niet-aflatende plezier in het plagen van anderen was het ‘voeren van biertjes’ bij het sjoelen om daarna de schuif voor de openingen te plaatsen, zodat het onmogelijk werd om punten te scoren. Plaatsnamen zeiden hem niets en dat leidde nogal eens tot het nemen van een verkeerde route. Onbedoeld grappig was hij met het verbasteren van namen. Zo meende hij eens een visser in een bootje te herkennen als ‘Dikkie ten Cate’, waarbij onduidelijk was of hij trainer Henk ten Cate, dan wel diens collega Dick Advocaat bedoelde. En Bert van Marwijk was voor hem ‘Bart van Merwijk’.
Stil
Aan zijn energieke leven kwam in het afgelopen najaar een dramatisch einde. Met een aantal vrienden ging Herman zich nog even ‘losfietsen’. Op de Ziende in Zwammerdam zag de bestuurder van een tractor hem over het hoofd, met dodelijke afloop. Veel goede herinneringen zullen bewaard blijven. Dat werd duidelijk tijdens de uitvaart, die begeleid werd door acht opgepoetste bedrijfsauto’s, kleurige ballonnen en een klinkend applaus. Een kleine duizend condoleances en een overvolle kerk getuigden van zijn populariteit. In de toespraken kwamen zinsneden voor als ‘Iedereen kende Herman. Sporten was zijn passie, een volle prijzenkast als stille getuige. Een geintje en een grolletje, daar hield hij van. Stil zal het zijn zonder deze bijzondere man.’ De sportieve familieman, die altijd hart had voor de zaak, is niet meer.
AD- Groenhart –Tekst Henk J.De Kleijnen > Donderdag 23 april 2015